Week 4 WDD-3
HC Late gevolgen van jeugdtrauma
Factoren van invloed
ACE: adverse childhood experiences
- Allerlei gebeurtenissen die in
de kindertijd kunnen
voorkomen
- Komt heel veel voor
- Kindermishandeling: 3,4% in
algemene bevolking
o 1 kind per klas
- Kinderen die verwezen
worden naar KJP, ongeacht
waarvoor, 45% heeft een of meerdere van deze gebeurtenissen meegemaakt
o Dus in diagnostiek altijd naar vragen
- Jeugdzorg + instellingen: jongeren met psychiatrische problemen verblijven hier, kunnen niet
thuis verblijven
o Bij deze jongeren vaker gedragsproblemen op voorgrond
o 9-90% heeft een of meer van deze gebeurtenissen meegemaakt
o Vaak trauma een ten grondslag
Kinder- en jeugdpsychiatrie: trauma
- Vaak multipel interpersoonlijk trauma
- Veroorzaakt door volwassenen die voor het kind zouden moeten zorgen en kind moeten
beschermen: bron van veiligheid en gevaar
- Stressvolle gebeurtenissen
- Wisselende (pleeg) gezinsplaatsingen of klinische opnames
Gevolgen jeugd – volwassenen
- Niet ieder kind of volwassene ontwikkelt traumaklachten
- Prevalentie PTSS bij kinderen en jongeren gemiddeld: 16%
o 8-33%
o Prevalentie dus ook afhankelijk van ernst gebeurtenis
- Kinderen die naar KJP verwezen worden met complexe traumageschiedenis > veel hoger
percentage PTSS
o Richting 33%
Gevolgen PTSS: jeugd – volwassenen
, - Comorbiditeit is hoog (60%): angststoornis, hechtingsstoornis, depressie en/of
gedragsproblemen
- Psychosociale problemen thuis en op school
- Hertraumatisering, chronisch trauma
- Afhankelijk van risico- en beschermende factoren:
o Ernst en type trauma, trauma voorgeschiedenis, geslacht (vrouwen hoger risico),
coping en gezinsfactoren (niet veilig)
o Veerkracht
o Sociaal emotionele steun
o Sensitief responsief ouderschap
o Intergenerationele overdracht van trauma: driemaal verhoogde kans
Als moeder of vader getraumatiseerd is > hogere kans dit door te geven
Gevolgen vroegkinderlijk trauma
- Psychologische gevolgen
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling: cognitieve vermogen onderdrukt, iets minder intelligent (afhankelijk
ernst trauma)
- Fysieke gezondheid
o Leverziekten, depressie, suïcidepogingen
- Neurobiologische gevolgen
- Vroeg investeren in preventie kan zorgen dat kinderen zich goed ontwikkelen en minder zorg
nodig hebben later
Biologie PTSS
- Traumatische gebeurtenis > alarmsysteem (amygdala) staat continue aan
- Geen remming door prefrontale cortex/hippocampus waardoor het stresssysteem continue
aanstaat
- Kind reageert met reactie van vechten, vluchten of bevriezen
- Kind moet zich ontwikkelen, spelen, veilig gehechtheidsysteem hiervoor nodig
o Het is de uitdaging om in je raampje te blijven
o Bij te veel spanning > overprikkelt (uit het raampje)
o Sensitief responsieve opvoeding is ervoor nodig dat het kind niet overprikkelt raakt,
en het kind zich dus goed ontplooien
Gevolgen na trauma op verschillende gebieden
- Problemen op gebied van cognitieve vaardigheden bij trauma:
o Denkt negatief
o Minder zelfcontrole
o Moeite concentreren
o Planning is lastig
o Chaotisch denken en doen
, o Moeite met opnemen info
o Faalt vaak bij toetsen en testen, angst
- Negatieve overtuigingen en trauma:
o Ik ben stom, niemand houdt van me, niemand vindt me aardig, ik ben slecht, ik
verdien geen compliment
o Probeer je aan te pakken bij cognitieve gedragstherapie
- Sociale vaardigheden en trauma:
o Overlevingsmodus, vechtstand continue aan
o Hierdoor moeilijk vrienden te maken en vertrouwen te hebben
o Schreeuwen bij conflict, geen vrienden, niet meer vertellen hoe iemand zich voelt,
excuses nooit aanbieden
- Gevolgen trauma lange termijn:
o Impact gevolgen trauma op psychosociaal functioneren: gezin, school, werk
o Risico op persoonlijkheidsproblematiek: emotieregulatie, sociale vaardigheden,
identiteitsontwikkeling
o Veerkracht en posttraumatische groei
Soms zijn kinderen heel veerkrachtig in omgang met trauma’s
En eventueel posttraumatische groei (‘sterker uitgekomen’)
HC Late gevolgen van jeugdtrauma
Factoren van invloed
ACE: adverse childhood experiences
- Allerlei gebeurtenissen die in
de kindertijd kunnen
voorkomen
- Komt heel veel voor
- Kindermishandeling: 3,4% in
algemene bevolking
o 1 kind per klas
- Kinderen die verwezen
worden naar KJP, ongeacht
waarvoor, 45% heeft een of meerdere van deze gebeurtenissen meegemaakt
o Dus in diagnostiek altijd naar vragen
- Jeugdzorg + instellingen: jongeren met psychiatrische problemen verblijven hier, kunnen niet
thuis verblijven
o Bij deze jongeren vaker gedragsproblemen op voorgrond
o 9-90% heeft een of meer van deze gebeurtenissen meegemaakt
o Vaak trauma een ten grondslag
Kinder- en jeugdpsychiatrie: trauma
- Vaak multipel interpersoonlijk trauma
- Veroorzaakt door volwassenen die voor het kind zouden moeten zorgen en kind moeten
beschermen: bron van veiligheid en gevaar
- Stressvolle gebeurtenissen
- Wisselende (pleeg) gezinsplaatsingen of klinische opnames
Gevolgen jeugd – volwassenen
- Niet ieder kind of volwassene ontwikkelt traumaklachten
- Prevalentie PTSS bij kinderen en jongeren gemiddeld: 16%
o 8-33%
o Prevalentie dus ook afhankelijk van ernst gebeurtenis
- Kinderen die naar KJP verwezen worden met complexe traumageschiedenis > veel hoger
percentage PTSS
o Richting 33%
Gevolgen PTSS: jeugd – volwassenen
, - Comorbiditeit is hoog (60%): angststoornis, hechtingsstoornis, depressie en/of
gedragsproblemen
- Psychosociale problemen thuis en op school
- Hertraumatisering, chronisch trauma
- Afhankelijk van risico- en beschermende factoren:
o Ernst en type trauma, trauma voorgeschiedenis, geslacht (vrouwen hoger risico),
coping en gezinsfactoren (niet veilig)
o Veerkracht
o Sociaal emotionele steun
o Sensitief responsief ouderschap
o Intergenerationele overdracht van trauma: driemaal verhoogde kans
Als moeder of vader getraumatiseerd is > hogere kans dit door te geven
Gevolgen vroegkinderlijk trauma
- Psychologische gevolgen
- Sociaal-emotionele ontwikkeling
- Cognitieve ontwikkeling: cognitieve vermogen onderdrukt, iets minder intelligent (afhankelijk
ernst trauma)
- Fysieke gezondheid
o Leverziekten, depressie, suïcidepogingen
- Neurobiologische gevolgen
- Vroeg investeren in preventie kan zorgen dat kinderen zich goed ontwikkelen en minder zorg
nodig hebben later
Biologie PTSS
- Traumatische gebeurtenis > alarmsysteem (amygdala) staat continue aan
- Geen remming door prefrontale cortex/hippocampus waardoor het stresssysteem continue
aanstaat
- Kind reageert met reactie van vechten, vluchten of bevriezen
- Kind moet zich ontwikkelen, spelen, veilig gehechtheidsysteem hiervoor nodig
o Het is de uitdaging om in je raampje te blijven
o Bij te veel spanning > overprikkelt (uit het raampje)
o Sensitief responsieve opvoeding is ervoor nodig dat het kind niet overprikkelt raakt,
en het kind zich dus goed ontplooien
Gevolgen na trauma op verschillende gebieden
- Problemen op gebied van cognitieve vaardigheden bij trauma:
o Denkt negatief
o Minder zelfcontrole
o Moeite concentreren
o Planning is lastig
o Chaotisch denken en doen
, o Moeite met opnemen info
o Faalt vaak bij toetsen en testen, angst
- Negatieve overtuigingen en trauma:
o Ik ben stom, niemand houdt van me, niemand vindt me aardig, ik ben slecht, ik
verdien geen compliment
o Probeer je aan te pakken bij cognitieve gedragstherapie
- Sociale vaardigheden en trauma:
o Overlevingsmodus, vechtstand continue aan
o Hierdoor moeilijk vrienden te maken en vertrouwen te hebben
o Schreeuwen bij conflict, geen vrienden, niet meer vertellen hoe iemand zich voelt,
excuses nooit aanbieden
- Gevolgen trauma lange termijn:
o Impact gevolgen trauma op psychosociaal functioneren: gezin, school, werk
o Risico op persoonlijkheidsproblematiek: emotieregulatie, sociale vaardigheden,
identiteitsontwikkeling
o Veerkracht en posttraumatische groei
Soms zijn kinderen heel veerkrachtig in omgang met trauma’s
En eventueel posttraumatische groei (‘sterker uitgekomen’)