WFT Schadeverzekering Particulier
Hoofdstuk 1 Algemene Verzekeringskennis
Verzekeren: overdragen van risico’s.
1.1 Risico’s die het bezit, het vermogen en het inkomen bedreigen
Bezittingen zaakschade (schade aan materiële bezittingen)
Inkomensschade personenschade
Vermogens aantasting zonder zaak- of personenschade: zuivere
vermogensschade
Twee hoofdgroepen verzekeringen:
- Schadeverzekeringen: verzekeraar vergoedt het schadebedrag dat is ontstaan na
een op de polis gedekte gebeurtenis. Hebben betrekking op een object of een
dienst. Verzekeraar hoeft pas een schadevergoeding te geven als aantoonbare
schade is geleden.
- Sommenverzekeringen: vergoeden een vooraf afgesproken bedrag. Vb.
Persoonsverzekering, levensverzekering en ongevallenverzekering.
Risico: de kans op een gebeurtenis met schadelijke gevolgen. Onzekerheid: vraag of een
bepaald risico zich voor gaat doen en wanneer dit risico zich voordoet.
Er zijn risico’s die verplicht verzekerd moeten worden, die vrijwillig verzekerd kunnen
worden en er zijn risico’s die niet te verzekeren zijn.
- Verplichte verzekeringen: WA-verzekering motorrijtuigen, jachtverzekering en
zorgverzekering
- Sociale verzekeringen: doel is om de Nederlands ingezetene te voorzien van een
basisinkomen. Voor sociale verzekeringen worden premies geheven en betaald.
Sociale voorzieningen worden gefinancierd uit algemene middelen (belastingen).
Werknemersverzekeringen: alleen voor werknemers (WIA, WW)
Volksverzekeringen: toegankelijk voor iedereen (AOW, Anw)
- Vrijwillige verzekeringen: gekenmerkt door de vrije keus van de consument om:
Zich wel of niet te verzekeren tegen het risico
Als consument zelf een verzekeraar te kiezen
Als verzekeraar een premie vast te stellen
Als verzekeraar de voorwaarden te bepalen waaronder de
verzekering van toepassing is.
- Niet verzekerbare risico’s: vb. aardbevingen, overstromingen en
atoomkernreacties.
1.2 De systematiek van verzekeren
Verzekeringsbedrijfen NL: NV of onderlinge waarborgmaatschappijen. Een onderlinge
waarborgmaatschappij is een vereniging met leden die tot doel heeft de risico’s van de
aangesloten leden over te nemen. Ze hebben veelal geen winstoogmerk. De
verzekeringsmaatschappijen in de vorm van een NV hebben dit wel.
Belangrijk: kansberekeningen en risicospreiding. Aan de hand van statistische gegevens
berekent een verzekeraar hoe groot de kans is op schade en de gemiddelde
schadeomvang. Om er zeker van te zijn dat die statistische kansberekening ook binnen
zijn verzekeringsportefeuille wordt benaderd, moet een verzekeraar ervoor zorgen dat de
wet van de grote aantallen ook op zijn portefeuille van toepassing is. Deze wet houdt in
dat statistische gegevens ook op een kleinere groep van toepassing zijn, wanneer de
groep maar groot genoeg is. Verzekeraars streven ernaar zoveel mogelijk verzekeringen
te sluiten, om de wet van de grote aantallen binnen hun portefeuille te laten werken.
1
Hoofdstuk 1 Algemene Verzekeringskennis
Verzekeren: overdragen van risico’s.
1.1 Risico’s die het bezit, het vermogen en het inkomen bedreigen
Bezittingen zaakschade (schade aan materiële bezittingen)
Inkomensschade personenschade
Vermogens aantasting zonder zaak- of personenschade: zuivere
vermogensschade
Twee hoofdgroepen verzekeringen:
- Schadeverzekeringen: verzekeraar vergoedt het schadebedrag dat is ontstaan na
een op de polis gedekte gebeurtenis. Hebben betrekking op een object of een
dienst. Verzekeraar hoeft pas een schadevergoeding te geven als aantoonbare
schade is geleden.
- Sommenverzekeringen: vergoeden een vooraf afgesproken bedrag. Vb.
Persoonsverzekering, levensverzekering en ongevallenverzekering.
Risico: de kans op een gebeurtenis met schadelijke gevolgen. Onzekerheid: vraag of een
bepaald risico zich voor gaat doen en wanneer dit risico zich voordoet.
Er zijn risico’s die verplicht verzekerd moeten worden, die vrijwillig verzekerd kunnen
worden en er zijn risico’s die niet te verzekeren zijn.
- Verplichte verzekeringen: WA-verzekering motorrijtuigen, jachtverzekering en
zorgverzekering
- Sociale verzekeringen: doel is om de Nederlands ingezetene te voorzien van een
basisinkomen. Voor sociale verzekeringen worden premies geheven en betaald.
Sociale voorzieningen worden gefinancierd uit algemene middelen (belastingen).
Werknemersverzekeringen: alleen voor werknemers (WIA, WW)
Volksverzekeringen: toegankelijk voor iedereen (AOW, Anw)
- Vrijwillige verzekeringen: gekenmerkt door de vrije keus van de consument om:
Zich wel of niet te verzekeren tegen het risico
Als consument zelf een verzekeraar te kiezen
Als verzekeraar een premie vast te stellen
Als verzekeraar de voorwaarden te bepalen waaronder de
verzekering van toepassing is.
- Niet verzekerbare risico’s: vb. aardbevingen, overstromingen en
atoomkernreacties.
1.2 De systematiek van verzekeren
Verzekeringsbedrijfen NL: NV of onderlinge waarborgmaatschappijen. Een onderlinge
waarborgmaatschappij is een vereniging met leden die tot doel heeft de risico’s van de
aangesloten leden over te nemen. Ze hebben veelal geen winstoogmerk. De
verzekeringsmaatschappijen in de vorm van een NV hebben dit wel.
Belangrijk: kansberekeningen en risicospreiding. Aan de hand van statistische gegevens
berekent een verzekeraar hoe groot de kans is op schade en de gemiddelde
schadeomvang. Om er zeker van te zijn dat die statistische kansberekening ook binnen
zijn verzekeringsportefeuille wordt benaderd, moet een verzekeraar ervoor zorgen dat de
wet van de grote aantallen ook op zijn portefeuille van toepassing is. Deze wet houdt in
dat statistische gegevens ook op een kleinere groep van toepassing zijn, wanneer de
groep maar groot genoeg is. Verzekeraars streven ernaar zoveel mogelijk verzekeringen
te sluiten, om de wet van de grote aantallen binnen hun portefeuille te laten werken.
1