Tijdens een vergadering valt het u op dat een collega van u sporadisch het woord neemt.
Eigenlijk alleen als haar iets gevraagd wordt, geeft zij, wat verlegen en binnensmonds
pratend, antwoord. U hebt de indruk dat zij niet erg assertief is en het moeilijk vindt om voor
zichzelf op te komen. Zelf hebt u weinig moeite met haar in de omgang, zij doet haar werk
ook erg consciëntieus. U wilt haar graag helpen en gaat op zoek naar informatie over
assertiviteit. Wat zijn kenmerken van assertiviteit en hoe gedragen mensen zich die minder
assertief zijn? Wat zijn tips om meer assertief gedrag te vertonen?
Haal uw informatie uit drie verschillende bronnen. Een bron hoeft niet alleen een artikel of
een boek te zijn, het kan bijvoorbeeld ook een collega zijn die juist erg goed is in assertiviteit.
U zou een interview met hem (of haar) als een van de bronnen kunnen nemen. Vervolgens
bedenkt u hoe u uw fictieve collega zou kunnen helpen. U maakt hiervoor een stappenplan
(zie hierna).
, Opdracht A
U zoekt drie verschillende bronnen m.b.t. assertiviteit. U maakt van elke bron een
samenvatting van 1 of 2 A4’tjes, lettertype Times New Roman, 12, enkele regelafstand.
De samenvattingen levert u aan in aparte documenten.
Zie bijlagen