100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting belastingrecht 4.1

Puntuación
5.0
(1)
Vendido
4
Páginas
31
Subido en
25-10-2021
Escrito en
2021/2022

samenvatting van het vak belastingrecht 4.1. Bevat diverse onderwerpen zoals het formeel belastingrecht, de aanslagbelasting en de aangiftebelasting, exploitatie onroerende zaken, fiscale verplichtingen, de eigen woning, navordering en naheffing, belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang, boetes in het belastingrecht en box 3.

Mostrar más Leer menos
Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
25 de octubre de 2021
Número de páginas
31
Escrito en
2021/2022
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Box 1: H3
Inkomstenbelasting 4.1 samenvatting Box 2: H4
Box 3: H5
Week 1.1: Formeel belastingrecht
Stel, je bent een belastingadviseur en een cliënt van jou heeft zijn eigen aangifte ingediend. Hij
ontvangt een definitieve belastingaanslag IB 2020 met daarop een te betalen bedrag van €1.200. Hij had
een teruggave verwacht van €800. Wat is het eerste dat je gaat doen?

De vraag is waarom er sprake is van een verschil van €2.000. Is hierbij de wet Inkomstenbelasting
verkeerd toegepast waardoor een verschil ontstaat onder aan de streep of heeft de Belastingdienst een
andere fout gemaakt? Specifieke fiscaal inhoudelijke bepalingen (wet IB) en algemene regels (de regels
over bezwaren) komen bij elkaar.

Het ligt voor de hand om de Belastingdienst te vragen het standpunt, in de vorm van een belastingaanslag,
te heroverwegen. Dit doe je door middel van een bezwaarschrift. De volgende vragen kunnen hierbij
worden gesteld:
- Binnen welke termijn moet het bezwaar zijn ingediend?
- Aan welke voorwaarden dient een bezwaarschrift te voldoen?

Onderscheid materieel en formeel belastingrecht
Materieel belastingrecht Formeel belastingrecht
Bijvoorbeeld: IB, Vpb, OB en LB Bijvoorbeeld: Awb en AWR
Ontstaan belastingplicht Ondersteunend aan het opleggen en invorderen van
Wie is er belastingplichtig en waarover is de juiste belastingschuld; algemene regels en
belasting verschuldigd. procedures
Als gevolg van deze wetten moet de Er zijn hierin ook gedragsregels vastgesteld waaraan
verschuldigde belasting worden afgedragen aan de Belastingdienst zich dient te houden.
de Belastingdienst

Voorbeeld 1
Kees Smit is werkzaam in loondienst en een geniet een inkomen van €60.000. Hij woont in een eigen
woning in Enschede met een WOZ-waarde van € 380.000. Daarnaast bezit hij een vakantiewoning ter
waarde van € 220.000.

De wet IB bepaald dat Kees Smit belasting is verschuldigd over het inkomen uit loondienst en dat de
eigen woning moet worden aangegeven in de fiscale aangifte. Daarnaast is sprake van een box 3 saldo
dat moet worden aangegeven.

Stel dat Kees geen aangifte hoeft te doen, heeft het weinig zin dat de wet IB bepaald dat Kees
belastingplichtig is. Voor onder andere deze reden is in het formele belastingrecht opgenomen dat er
een aangifteverplichting geldt voor Kees waardoor de Belastingdienst uiteindelijk een juiste aanslag op
kan leggen.


Verhouding Awb en AWR
Awb AWR
Les generalis (algemene wet) Lex specialis (bijzondere wet)
De wet waarin veel algemene bepalingen zijn Een bijzondere bepaling gaat voor op een algemene
opgenomen die het verkeer tussen een bepaling. Zo wordt ook naar de Awb en AWR
bestuursorgaan en natuurlijke personen regelt. gekeken.
Stel dat je bij de gemeente een aanvraag hebt
ingediend voor een bouwvergunning en deze De stelregel is: de Awb is van toepassing, tenzij de
wordt afgewezen kan je in de Awb vinden wat je AWR iets anders bepaalt. In de praktijk is het handig
hiertegen kan doen. om eerst de AWR te raadplegen. Biedt dit geen
Geldt voor bijv. gemeenten maar ook het aanknopingspunten voor een antwoord op vragen
waterschap. waar je tegenaan loopt, dan val je terug op de Awb.



1

,Het belastingrecht maakt onderdeel uit van het bestuursrecht. Het bestuursrecht gaat over het handelen
van het openbaar bestuur in relatie tot natuurlijke- en rechtspersonen. Dat betekent voor nu het verkeer
tussen de belastinginspecteur, werkzaam binnen de Belastingdienst (bestuursorgaan) en de
belastingplichtige of diens adviseur.

Verhouding met EVRM, IIVBPR
Hogere en lagere wetgeving
Op het nationale belastingrecht is ook wetgeving, afkomstig vanuit Europa, van toepassing. Voorbeelden
daarvan zijn het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het internationaal verdrag inzake
burgerrechten en politieke rechten.




2

,De aanslagbelasting en aangiftebelasting
Wanneer niet wordt voldaan aan de verplichting bestaan er mogelijkheden om een sanctie op te leggen.

Verschil aanslagbelasting en aangiftebelasting
Hierbij is het verschil hoe de Belastingdienst het verwerkt. Dit is te zien in onderstaand pijlenschema.

Aanslagbelasting: bijv. inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting
Belastingdienst
Indiener Belastingdienst Aanslagbiljet naar
Aangifte Verwerking belastingplichtige
(betalen/ontvangen)


Aangifteverplichting (aanslagbelasting)
Het initiatief ten aanzien van het doen van de aangifte ligt doorgaans bij de Belastingdienst. De
Belastingdienst reikt een aangiftebiljet uit aan de belastingplichtige (of vermoedelijk belastingplichtige) en
daarmee ontstaat er een aangifteverplichting.

De uitnodiging tot het doen van de aangifte kan worden verstrekt ingevolge art. 6 lid 1 AWR. Op basis van
art. 8 lid 1 AWR kun je stellen dat er na de uitnodiging een verplichting is ontstaan om de aangifte ook
daadwerkelijk in te dienen.

Situatie
Een startende IB-ondernemer die nooit een aangifte inkomstenbelasting heeft ingediend is over het eerste
boekjaar €8.000 belasting verschuldigd, maar de Belastingdienst heeft geen uitnodiging gestuurd.

Kan de belastingplichtige achteroverleunen totdat de inspecteur wellicht een keer een uitnodiging stuurt tot
het doen van de aangifte? Nee, er ontstaat een inspanningsverplichting voor de belastingplichtige (net
zoals wanneer iemand een erfenis ontvangt). Art. 6 lid 3 en 2 lid 1 uitv. reg. AWR gelden hierbij. In art. 2 lid
1 uitv. reg. AWR is te vinden dat ingeval van een aanslagbelasting de belastingplichtige die niet binnen zes
maanden na het tijdstip waarop de belastingschuld is ontstaan, is uitgenodigd tot het doen van de aangifte
zelf initiatief moet gaan nemen. Voor de erfbelasting is die termijn 8 maanden (art. 2 lid 2 uitv. reg. AWR).

Uitreikingsverzoek
Een uitreikingsverzoek is mogelijk volgens art. 6 lid 3 AWR Jo. art. 2 lid 1 uitv. reg. AWR. In art. 11 lid 4
AWR is te zien op welk moment de belastingschuld ontstaat. De wijze van het doen van aangifte is nader
uitgewerkt in art. 2, 3, 4, 4a, 20 en 22 uitv. reg. AWR.

Aangiftetermijn
Voor het indienen van de aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting krijg je ten minste één
maand de tijd (art. 9 AWR). Wanneer de aangifte buiten deze termijn wordt ingediend bestaat de kans dat
je te maken krijgt met een sanctie.

Mogelijke sancties:
• Een bestuurlijke boete (art. 67a AWR)
Dit is pas mogelijk nadat iemand geen gehoor heeft gegeven aan een aanmaning.
(art. 67a lid 1 Jo. art. 9 lid 3 AWR) De belastingplichtige is pas in verzuim als niet binnen de termijn
aangifte is gedaan en er ook geen gehoor is gegeven aan de aanmaning
• Strafrechtelijke vordering (art. 69 AWR) (wordt bijna nooit toegepast).

Uitstel
Wanneer je de aangifte niet tijdige kunt doen, is het verstandig om uitstel aan te vragen en zodoende
mogelijke boetes te voorkomen. Zo’n verzoek kan worden aangevraagd bij de Belastingdienst. Dit kan
individueel, maar ook collectief. Voor accountants- en belastingadvieskantoren is er de uitstelregeling
belastingconsulenten. Als consulent vraag je uitstel aan voor jouw klanten. Er volgt dan een soort van
inleverschema. Maandelijks dient voor een bepaald percentage van de klanten de fiscale aangifte te
worden ingediend. Eén van de gevolgen van het feit dat je uitstel hebt gekregen, los van het feit dat de
aangifte later mag worden ingediend, is dat de Belastingdienst langer de tijd heeft om een definitieve
belastingaanslag op te leggen.
3

, Periode tot 1 mei (IB/PVV), respectievelijk 1 juni (Vpb) ≠ uitstel.
Uitstel in relatie tot art. 11 lid 3 en lid 4 AWR. Er is alleen sprake van uitstel wanneer dit duidelijk kenbaar is
voor de belastingplichtige (het verleende uitstel).

Casus 1
Ellen van den Berg vraagt in april 2020 om uitstel voor het indienen van de aangifte IB 2019. Ze krijgt 4
maanden uitstel en moet haar aangifte vóór 1 september 2020 indienen. De Belastingdienst dient vóór 1
mei 2023 een definitieve aanslag IB 2019 op te leggen (4 maanden later dus).

Normaal gesproken dient de definitieve aanslag te worden opgelegd binnen drie jaar na het tijdstip
waarop de belastingschuld is ontstaan. Voor tijdvakbelastingen ontstaat de belastingschuld op het
tijdstip waarop het tijdvak eindigt. De belastingschuld 2019 ontstaat dus op 31 dec. 2019 om 00.00 uur.
Dat betekent dat de Belastingdienst 2020, 2021 en 2022 heeft om de aanslag vast te stellen. Volgens
artikel 11-03 AWR komt daar echter de periode van het verleende uitstel bij!

Geen aangifte voor aanslagbelasting
De belastingplichtige dient geen aangifte in voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Hoe
wordt hiermee omgegaan? Het is van belang dat de belasting dat de belastingplichtige is verschuldigd
wordt betaald. Enkel het opleggen van een boete voldoet niet. Je wilt de belasting innen + dit voor een
volgende keer voorkomen. Hierbij kan het opleggen van een boete helpen. Een vaststellen van een
belastingschuld gebeurt aan de hand van art. 11 lid 2 AWR. Op basis van deze bepaling kan de inspecteur
zelf een aanslag opleggen, gebaseerd op schatting. Daarbij is de inspecteur wel gebonden aan de
beginselen van behoorlijk bestuur, zoals bijvoorbeeld het motiveringsbeginsel (art. 3.46 Awb). Het kan
namelijk niet zo zijn dat er een aanslag wordt opgelegd op basis van een volkomen willekeurige schatting.
De inspecteur dient de wijze waarop de aanslag tot stand is gekomen dus wel te kunnen motiveren.

Daarnaast kan (mogelijk) een bestuurlijke boete worden opgelegd.

Inhoudelijke eisen ten aanzien van de aangifte
De aangifte voor de aanslagbelastingen dient te voldoen aan de in art. 8 lid 1 AWR gestelde vereisten.
Bijvoorbeeld dat als jij wordt uitgenodigd om digitaal aangifte te doen, dat die aangifte ook in beginsel
digitaal moet worden ingediend. Dat betekent niet dat er expliciet een inhoudelijke juiste aangifte moet
worden ingevuld. Bovendien is het opzettelijk indienen van een onjuiste aangifte strafbaar gesteld. Indien
geen sprake is van een ‘vereiste’ aangifte volgen er mogelijke sancties.

Aangiftebelasting: bijv. omzetbelasting, loonbelasting
Indiener; vaststellen
belastingschuld
Aangifte en betalen
a.d.h.v.
administratie


Binnen de aangifte van bijv. de omzetbelasting kan namelijk nog van alles worden gecorrigeerd. Daarom
gaan hierover de meeste boekenonderzoeken.

Aangifteverplichting
Art. 10 lid 2 AWR bepaalt dat de aangifte ten minste een maand na het einde van het tijdvak moet worden
ingediend. De ondernemer is hiervoor zelf verantwoordelijk en moet zelf hieraan denken. De ondernemer
ontvangt niet na ieder tijdvak een uitnodiging tot het doen van aangifte. De ondernemer die niet tijdig zijn of
haar aangifte OB/LB indient kan een bestuurlijke boete krijgen of kan te maken krijgen met strafrechtelijke
vervolging (art. 69 AWR). Dat laatste gebeurt zelden. De boete van art. 67b AWR wordt wel vaak opgelegd.

Geen aangifte
Ingeval de belastingplichtige geen aangifte indient kan de inspecteur een naheffingsaanslag opleggen (art.
20 AWR). Er dient ook nu te worden voldaan aan het motiveringsbeginsel. Om het verwijtbaar handelen
van de belastingplichtige te bestraffen, is er de mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen (art.
67c AWR).

4
$4.81
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Reseñas de compradores verificados

Se muestran los comentarios
3 año hace

5.0

1 reseñas

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Reseñas confiables sobre Stuvia

Todas las reseñas las realizan usuarios reales de Stuvia después de compras verificadas.

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
rv01 Saxion Hogeschool
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
74
Miembro desde
6 año
Número de seguidores
64
Documentos
25
Última venta
1 año hace

4.0

11 reseñas

5
5
4
3
3
2
2
0
1
1

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes