Onderzoeksfasen:
(in theorie)
Ontwerpfase
Dataverzameling
Analyse
Evaluatie
(in praktijk)
Oriëntatiefase (fase 1)
Ontwerpfase (fase 2)
Dataverzameling (fase 3)
Analyse (fase 4)
Rapportage (fase 5)
Evaluatie (fase 6)
Uitleg fasen:
Fase 1 ‘oriëntatie’
literatuurstudie en oriëntatie op project
Probleemstelling
Doelstelling
= onderzoeksvraag
Fase 2 ‘ontwerp’
‘hoe gaan we het project aanpakken?’
Onderzoeksontwerp
1.onderzoeksmethoden
2.scope (wat neem je wel en niet mee in je onderzoek)
3.validiteit en betrouwbaarheid (maatregelen zodat je antwoord echt klopt)
Karakter
Fase 3 ‘dataverzameling’
Vragen
Observatie
Bestaande gegevens
Fase 4 ‘analyse’
het combineren van bevindingen uit verschillende onderzoeksmethoden/bronnen, ten einde
antwoorden te vinden op de onderzoeksvraag.
Kwalitatieve data-analyse
Kwantitatieve data-analyse
Fase 5 ‘rapporteren’
verslaglegging
, Titelpagina
Samenvatting
Voorwoord
Inhoudsopgave
Inleiding, probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvraag
Theoretisch kader
Onderzoeksopzet, methode van onderzoek
Onderzoek- en analyseresultaten
Conclusies, aanbevelingen en reflecties
Bijlage
Oriëntatie (fase 1)
Probleemstelling
Achtergrond waaruit de onderzoeksvraag voorkomt
De probleemstelling is een kennisvraag & een beleidsvraag
Wat is het probleem?
Wie heeft het probleem?
Wanneer is het probleem ontstaan?
Waarom is het een probleem?
Waar doet het probleem zich voor?
Wat is de aanleiding?
het is niet de bedoeling dat de probleemstelling per vraag wordt beantwoord, maar dat het in één
verhaal wordt gezet.
Doelstelling
Antwoord op de vraag waarom je het onderzoek doet
Dus, ‘dit onderzoek draagt bij aan …. d.m.v. …… ‘
Het geven van aanbevelingen
Het geven van advies
Het analyseren
In kaart brengen van
Het beschrijven
Onderzoeksvraag
Vraag waarop het onderzoek antwoord moet geven
Deelvragen (minimaal 3, maximaal 5)
Sub-deelvragen
(enquête vragen)
, Ontwerp (fase 2)
Onderzoeksontwerp
Vorm
1. Kwalitatief
2. Kwantitatief
Eenheden
1. Populatie (iedereen betrekken)
2. Steekproef (selectie respondenten maken)
Kenmerken
1. Definiëren (duidelijkheid scheppen)
2. Operationaliseren
1. Onderzoeksvormen
open onderzoeksvraag (hoe en waarom) kwalitatief onderzoek & verifieerbaar
gesloten onderzoeksvraag (ja of nee) kwantitatief onderzoek & reproduceerbaar
Verifieerbaar: Duidelijk maken hoe je aan je conclusies komt. De conclusies moeten
geloofwaardig en transparant zijn (Kwalitatief onderzoek)
Reproduceerbaar: Je moet je onderzoeksvraag zo maken, dat iemand anders in staat is het
onderzoek over te doen. Dan is het duidelijk hoe je aan je respondenten kwam en welke
onderzoeksinstrumenten je gebruikte (Kwantitatief onderzoek)
Kwalitatief onderzoek: Onderzoek waarbij problemen in en van situaties, gebeurtenissen en
personen beschreven en geïnterpreteerd worden met behulp van gegevens van kwalitatieve
aard, zoals belevingen, ervaringen, betekenisverleningen die verzameld zijn via open
interviews en/of participerende observatie en/of gebruik van bestaande documenten
Kwantitatief onderzoek: Onderzoek waarbij het onderzoeksmateriaal bestaat uit cijfermatige
gegevens, die statistisch geanalyseerd worden om antwoord te geven op de
onderzoeksvraag.
2. Eenheden & kenmerken
onderzoekseenheden: over wie/wat wil je iets zeggen?
eigenschappen/kenmerken: wat wil je erover zeggen?
3. Scope
beschrijven wat je wel en niet gaat meenemen in je verslag. Dus een afbakening zodat er een
balans ontstaat tussen diepgang en uitvoerbaarheid.
4. Validiteit en betrouwbaarheid
betrouwbaarheid: onafhankelijk meten zonder toeval
toeval kan hem zitten in:
Het gebruikte instrument (homogeniteit)
De onderzochte persoon (stabiliteit)
De omstandigheden
De onderzoeker (objectiviteit)