100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting organisatie en management

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
17
Subido en
22-08-2021
Escrito en
2018/2019

Dit document bevat een samenvatting passende bij het vak organisatie en management

Institución
Grado










Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

¿Un libro?
Subido en
22 de agosto de 2021
Número de páginas
17
Escrito en
2018/2019
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

H1

3 stromingen motivatie:

- Interne krachten > behoeften
Theorie van Maslow: fysiologische behoeften, veiligheidsbehoeften, sociale behoeften,
erkenningsbehoeften en zelfactualiseringsbehoeften (kennis voor zelfontplooiing)
2 uitganspunten:
Deprivatie: sprake is van tekort aan behoeften zal mens in beweging komen (activatie) en
behoeften zijn hiërarchisch geordend (om bij bovenste komen eerst 4 deficientiebehoeften)
Theorie van Alderfer: (ERG-theorie) 3 behoeften > existentiële: materiele zekerheid,
relationele: goede relaties en groei: zelfontplooiing
Theorie van McClelland: 3 behoefteprofielen > prestatie, machts- en affiliatie: goede relaties.
Wet van het effect > beloning van gedrag (vriendelijk zijn, machtsuitoefening) als het helpt >
positieve bekrachtiging, zo niet een negatieve
- Externe krachten > de situatie > gedrag bepaald door situatie. Stimuli: kenmerken van de
situatie
- Betekenisgeving aan situatie en behoeften > trekkende kracht: mensen tonen gedrag omdat
dat wordt uitgelokt door de situatie en duwende kracht: mensen worden aangezet door
gedrag door hun behoeften
Verwachtingstheorie Vroom: inspanning van mensen voor het werk (verwachting en waarde)
> overwegingen: verband tussen inspanning en prestatie, tussen prestaties en opbrengsten
(goede prestaties leiden tot succes) en waarde van de opbrengsten (loon, stress, voor-en
nadelen afwegen) > billijkheid en zelfbeeld
Attributietheorie Vroom en Kelley: attribueren is een proces waarin mensen proberen te
achterhalen wat de oorzaken zijn van hun eigen gedrag en dat van anderen. Oorzaken:
interne: oorzaak bij zichzelf zoeken, externe: oorzaak buiten zichzelf zoeken > zelfdienende
vertekening (positief aan jezelf toeschrijven, negatieve aan omgeving) leidt tot een
fundamentele attributiefout: oorzaken van gedrag bij andere personen toe te schrijven aan
de eigenschappen van die persoon ipv aan de omstandigheden

Intrinsieke en extrinsieke motivatie: goed presteren door uitdaging en plezier in werk / goed
presteren door opbrengsten zoals status, loon, goede werkomstandigheden

Big Five: persoonlijkheidstest met 5 dimensies > extraversie (spraakzaam, spontaan), vriendelijkheid,
zorgvuldigheid, emotionele stabiliteit (koelbloedig) en openheid voor ervaringen

ASE-model: intentie tot gedrag bepaald door 3 factoren > attitude, sociale invloed en eigen
effectiviteit

Cognitieve dissonantie: onrust kan door mensen worden ervaren wanneer attitudes of gedragingen
tegenstrijdig zijn

Ruilrelatie: relatie tussen individu en organisatie (levert werk of inzet, krijgt loon of leuke collega’s) >
wederzijdse afhankelijkheid: hebben elkaar nodig om doelen te bereiken

3 vormen betrokkenheid: Meyer en Allen

- Affectieve > het wij-gevoel (emotioneel)
- Normatieve > fatsoenlijkheid, niet de organisatie verlaten (emotioneel)
- Continuïteits- > veel in werk geïnvesteerd (studie, promotie) moeilijk om ergens anders te
vinden (rationeel)

,Ervaren plezier werk en werkomstandigheden: arbeidssatisfactie

- Kenmerken werk > saai of afwisselend, status
- Aard van sociale omgeving > sociale steun
- Aard van beloning > goede verhouding tussen beloning en inspanning

Billijkheid: inspanningen die mensen leveren staan in verhouding met de opbrengsten > kosten-
baten-afweging > algemeen vergelijkingsniveau (anderen) en met alternatieven (beschikbare)

In actie onbillijkheid:

- Inbreng veranderen > minder inspanning
- Opbrengsten verbeteren > meer loon
- Veranderen van waardering > meer opbrengsten dan redelijk is (overbetaling)
- Andere referentiegroep of van baan veranderen > niet vergelijken met collega’s

Het Nieuwe Werken (HNW): sturen op resultaten, onafhankelijk plaats en tijd werken, vrije toegang
tot alle informatie en flexibele arbeidsverhoudingen en contracten

H7

Aanbrengen van structuur: verdelen werkzaamheden in taken en functies > groeperen van functies >
afstemmen van werkzaamheden > bepalen bevoegdheden > ontwerpen communicatiekanalen

Werkzaamheden verdelen:

- Horizontale specialisatie > Uitvoerende werkzaamheden op hetzelfde niveau in aparte taken
en functies verdelen > reikwijdte: hoeveelheid taken een functie heeft, sterke: weinig taken,
geringe: veel taken
- Verticale specialisatie > Bestuurlijke werkzaamheden worden verdeeld in taken en functies
op verschillende niveaus > diepte van een functie: medewerkers zelf bepalen hoe zij functie
uitvoeren, sterke: taken voorgeschreven, geringe: veel zeggenschap
- Taakverruiming en taakverrijking > functies groter beroep doen op vaardigheden en
verantwoordelijkheden van medewerkers
Voordelen: Laag opgeleide + goedkope medewerkers en medewerkers snel in te werken
Nadelen: Taken zijn saai, minder verantwoordelijk en meer afstemming nodig
Voordelen geringe: taken groter beroep op kennis en vaardigheden, medewerkers meer
verantwoordelijk, meer arbeidssatisfactie
Nadelen geringe: Hoogopgeleide en dure medewerkers en meer tijd


5 onderdelen organisatie:

- Uitvoerende kern > productie, invoer, opslag
- Strategische top > managers met bestuurlijke taken
- Middenkader > managers die toezicht houden op organisatorische eenheden
- Technobestuur > specialisten die werk ontwerpen, plannen
- Ondersteunende diensten > eigen specialisatie > IT, schoonmakers, administratie

Afstemmen van werkzaamheden:

- Onderlinge aanpassing > directe communicatie met werk zelf regelen
- Direct toezicht > span of control: mensen beperkt in waarneming en vermogen alles te
overzien, bepaalt hoeveel medewerkers een leidinggevende kan overzien.

, Linkingpinstructuur: kleinere eenheden houden direct toezicht aan een kleiner aantal
organisatorische eenheden, iedere leidinggevende heeft toezicht op een aantal mensen
- Standaardisatie > van werkprocessen: volgorde werkzaamheden, van resultaten: eisen
resultaat van taakuitvoering en van kennis en vaardigheden voorgeschreven
- Formalisatie > omvat regels en voorschriften die zijn ontwikkeld over hoe te handelen in
omschreven situaties

Groepering: maakt organisatie overzichtelijker

- F groepering > functionele > alle mensen bij elkaar met gelijksoortige werkzaamheden
(administratie, inkoop)
- P groepering > product > alle werkzaamheden samen om 1 product te maken (afdelingen die
elk 1 product maken)
- M groepering > markt > producten aanbieden voor markten met verschil in benadering
- G Groepering > geografische > alle activiteiten gericht op een bepaald gebied bij elkaar
Voordelen: gemakkelijke afstemming en vaste sociale omgeving
Nadelen: afstand tussen groepen (wij-zij) en verschillen in visies en belangen

Centralisatie: sterke mate van onderschikking tussen verschillende leidinggevende lagen, de top
beslist over alle zaken > zorgt voor overzicht, er is een eenheid van leiding en een strategische
wendbaarheid. Nadelen: overbelasting (te veel taken), gebrek aan betrokkenheid (lagere eenheden),
gebrek aan inzicht, gebrek aan eenheid en vervorming info

Decentralisatie: bevoegdheden meer verspreid over verschillende organisatorische niveaus >
verticale: delegatie aan lagere leidinggevende niveaus, horizontale: aan staf- of hulpdiensten

Decentralisatie zorgt voor: snellere besluiten, meer betrokkenheid maar ook voor weinig eenheid en
organisatie kan uiteenvallen in afzonderlijke koninkrijkjes

Projectorganisatie: vertegenwoordigers van verschillende afdelingen vormen samen een
projectgroep die de opdracht krijgen een bepaald gezamenlijk probleem op te lossen

Vormen van communicatie:

- Verticale > info loopt via hiërarchische lijn via leidinggevenden van boven naar beneden
- Horizontale > info naar medewerkers en organisatorische eenheden op hetzelfde niveau
- Laterale > medewerkers en leidinggevenden van verschillende niveaus en afdelingen hebben
rechtstreeks contact met elkaar

Structuren:

- Mechanistische > beheersing en controle staat centraal, direct toezicht, standaardisatie en
formalisatie
- Organische > bevoegdheden zijn verspreid en besluiten worden op lagere niveaus genomen

Structurele vormgeving:

- Omvang > hoeveelheid medewerkers, diensten/producten
- Complexiteit > ingewikkeldheid besturing en omgeving
- Dynamiek > snelheid omgeving verandert
- Eenvoudige structuur > kleine organisatie, direct overleg en toezicht
- Functionele lijn-staf structuur > kleine organisatie die groeit, ontstaan besturings- en
ondersteuningsproblemen
$6.55
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
mrtjjansen

Documento también disponible en un lote

Conoce al vendedor

Seller avatar
mrtjjansen Hogeschool Zeeland
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
0
Miembro desde
4 año
Número de seguidores
0
Documentos
2
Última venta
-

0.0

0 reseñas

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes