Hoorcolleges Restauratie 1
Klassenindeling van caviteiten volgens Black
In de afzonderlijke gebitselementen blijken voorkeursplaatsen, predilectieplaatsen, te bestaan voor
het optreden van cariës:
- Fissuren en putjes;
- Approximale gebieden direct cervicaal van de contactgebieden;
- Gebieden van de vestibulaire en linguale vlakken die dicht bij de marginale gingiva liggen.
Deze predilectieplaatsen kenmerken zich doordat daar de tandplaque vaak langdurig aanwezig is en
de bereikbaarheid voor de tandenborstel minder goed.
Op grond van de predilectieplaatsen heeft G.V. Black de volgende klassenindeling ontworpen, die tot
op heden internationaal wordt gehanteerd:
Klasse I Caviteiten die in fissuren of putjes beginnen, ongeacht in welk vlak van het element
deze zich manifesteren.
Klasse II Caviteiten die in de approximale vlakken van premolaren en molaren beginnen.
Klasse III Caviteiten die in de approximale vlakken van de incisieven of cuspidaten beginnen
en waarvoor het verwijderen en restaureren van de incisale hoek niet noodzakelijk
is.
Klasse IV Caviteiten die in de approximale vlakken van de incisieven beginnen en waarbij het
verwijderen en restaureren van de incisale hoek noodzakelijk is.
Klasse V Caviteiten die in het gingivale derde deel van de vestibulaire of linguale vlakken
beginnen (voor zover het geen caviteiten in pitjes of fissuren zijn).
HC | Ergonomie 1
Ergonomie gaat over de omgeving aanpassen aan de mens.
Voordelen van ergonomisch werken:
- Efficiënter werken;
- Beroep langer kunnen uitoefenen;
- Langere tijd ontspannen kunnen werken;
- Nauwkeurige verrichtingen beter kunnen uitvoeren;
- Tegengaan van pijn, slijtage en afwijkingen;
- Beperken van fysieke overbelasting, vermoeidheid en concentratieverlies.
Weinig bewegen weinig metabolisme
Bij werken in de onderkaak dient de kin van de patiënt op de borst te liggen.
Basishouding:
1
, - Voeten plat op de grond;
- Rechte rug/nek met een buiging vanuit de heupen;
- Juiste afstand tot de mond (‘boek lezen’) (35-40 cm). Het hoofd dient maximaal 25° gebogen
te zijn. Ga recht zitten voor het te behandelen object, hierdoor wordt een draaiing van de
nek en rug voorkomen;
- Ontspannen schouders en bovenarmen, die zoveel mogelijk langs het lichaam moeten
worden gehouden;
- Toepassen van de gemodificeerde pengreep.
Overbelasting van de schouder door:
- Boven de schouderhoogte te werken;
- Repeterende bewegingen te maken;
- Ver van het lichaam te werken;
- Grote krachten te zetten.
HC | Ergonomie 2
Wederom de vijf basiscriteria voor een goede basishouding:
- Voeten plat op de grond. Bij het niet plat positioneren van de voeten wordt er teveel
spanning opgebouwd.
- Rechte rug/nek met een buiging vanuit de heupen:
o Hoek bovenbenen-heup 105-110°
o Kijkafstand 35-40 cm
- Recht zitten voor het object dat je gaat behandelen. Hiermee wordt een draaiing van de nek
en rug voorkomen.
- Ontspannen schouders/bovenarmen, zoveel mogelijk langs het lichaam.
- Toepassen van de gemodificeerde pengreep.
Het bewegingsapparaat bestaat uit banden, pezen, spieren, gewrichten en zenuwen.
De ‘houdingsspieren’ (tonische spieren) houden de gewrichten op de juiste plek. Ze vormen een
fixerend systeem. Dan zijn er ook nog de bewegingsspieren (fasische spieren), die een bewegend
systeem vormen.
Het menselijk lichaam is niet gemaakt voor statische arbeid.
Een disbalans op de spieren zorgt niet direct voor klachten; deze uiten zich pas na een wat langere
tijd.
De spieren in de vingers zijn klein en daarom snel overbelast.
Het eerste verschijnsel van overbelasting is vermoeidheid, daarna, in een later stadium, komt de pijn
pas.
De m. trapezius is heel gevoelig voor statische belasting door:
- Lang en ver werken van het lichaam;
- Lang buigen en draaien van de nek;
- Langdurig de schouders optrekken;
- Ook gevoelig voor stress en mentale spanning.
De van nature aanwezige holling in de nek en rug maakt beweeglijkheid mogelijk.
2
Klassenindeling van caviteiten volgens Black
In de afzonderlijke gebitselementen blijken voorkeursplaatsen, predilectieplaatsen, te bestaan voor
het optreden van cariës:
- Fissuren en putjes;
- Approximale gebieden direct cervicaal van de contactgebieden;
- Gebieden van de vestibulaire en linguale vlakken die dicht bij de marginale gingiva liggen.
Deze predilectieplaatsen kenmerken zich doordat daar de tandplaque vaak langdurig aanwezig is en
de bereikbaarheid voor de tandenborstel minder goed.
Op grond van de predilectieplaatsen heeft G.V. Black de volgende klassenindeling ontworpen, die tot
op heden internationaal wordt gehanteerd:
Klasse I Caviteiten die in fissuren of putjes beginnen, ongeacht in welk vlak van het element
deze zich manifesteren.
Klasse II Caviteiten die in de approximale vlakken van premolaren en molaren beginnen.
Klasse III Caviteiten die in de approximale vlakken van de incisieven of cuspidaten beginnen
en waarvoor het verwijderen en restaureren van de incisale hoek niet noodzakelijk
is.
Klasse IV Caviteiten die in de approximale vlakken van de incisieven beginnen en waarbij het
verwijderen en restaureren van de incisale hoek noodzakelijk is.
Klasse V Caviteiten die in het gingivale derde deel van de vestibulaire of linguale vlakken
beginnen (voor zover het geen caviteiten in pitjes of fissuren zijn).
HC | Ergonomie 1
Ergonomie gaat over de omgeving aanpassen aan de mens.
Voordelen van ergonomisch werken:
- Efficiënter werken;
- Beroep langer kunnen uitoefenen;
- Langere tijd ontspannen kunnen werken;
- Nauwkeurige verrichtingen beter kunnen uitvoeren;
- Tegengaan van pijn, slijtage en afwijkingen;
- Beperken van fysieke overbelasting, vermoeidheid en concentratieverlies.
Weinig bewegen weinig metabolisme
Bij werken in de onderkaak dient de kin van de patiënt op de borst te liggen.
Basishouding:
1
, - Voeten plat op de grond;
- Rechte rug/nek met een buiging vanuit de heupen;
- Juiste afstand tot de mond (‘boek lezen’) (35-40 cm). Het hoofd dient maximaal 25° gebogen
te zijn. Ga recht zitten voor het te behandelen object, hierdoor wordt een draaiing van de
nek en rug voorkomen;
- Ontspannen schouders en bovenarmen, die zoveel mogelijk langs het lichaam moeten
worden gehouden;
- Toepassen van de gemodificeerde pengreep.
Overbelasting van de schouder door:
- Boven de schouderhoogte te werken;
- Repeterende bewegingen te maken;
- Ver van het lichaam te werken;
- Grote krachten te zetten.
HC | Ergonomie 2
Wederom de vijf basiscriteria voor een goede basishouding:
- Voeten plat op de grond. Bij het niet plat positioneren van de voeten wordt er teveel
spanning opgebouwd.
- Rechte rug/nek met een buiging vanuit de heupen:
o Hoek bovenbenen-heup 105-110°
o Kijkafstand 35-40 cm
- Recht zitten voor het object dat je gaat behandelen. Hiermee wordt een draaiing van de nek
en rug voorkomen.
- Ontspannen schouders/bovenarmen, zoveel mogelijk langs het lichaam.
- Toepassen van de gemodificeerde pengreep.
Het bewegingsapparaat bestaat uit banden, pezen, spieren, gewrichten en zenuwen.
De ‘houdingsspieren’ (tonische spieren) houden de gewrichten op de juiste plek. Ze vormen een
fixerend systeem. Dan zijn er ook nog de bewegingsspieren (fasische spieren), die een bewegend
systeem vormen.
Het menselijk lichaam is niet gemaakt voor statische arbeid.
Een disbalans op de spieren zorgt niet direct voor klachten; deze uiten zich pas na een wat langere
tijd.
De spieren in de vingers zijn klein en daarom snel overbelast.
Het eerste verschijnsel van overbelasting is vermoeidheid, daarna, in een later stadium, komt de pijn
pas.
De m. trapezius is heel gevoelig voor statische belasting door:
- Lang en ver werken van het lichaam;
- Lang buigen en draaien van de nek;
- Langdurig de schouders optrekken;
- Ook gevoelig voor stress en mentale spanning.
De van nature aanwezige holling in de nek en rug maakt beweeglijkheid mogelijk.
2