Etiologie = oorzaak van de afwijking (onderliggende oorzaken)
Pathogenese = hoe een afwijking ontstaat (biochemische & cellulaire effecten van noxe)
Prognose = voorspelling van het verdere verloop
Letsel = abnormaliteit van het weefsel
Pathologie = reacties van cellen & weefsels op bepaalde stimuli
Systemische / orgaanpathologie = studie van de orgaanspecifieke aandoeningen
Functiepathologie = studie van functie- en regulatiestoornissen bij ziekten
Degeneratie = stoornis in stofwisseling
Ontsteking = getriggerde reactie van andere cellen op necrose
Dystrofie = ziekte veroorzaakt door stofwisselingsstoornis
Stimulus
Cel in homeostase
Schadelijke
Stress, overmatige stimulus (te veel /
stimulus weinig)
Adaptatie onmogelijk Cel functioneert slechter
ADAPTATIE CELSCHADE = degeneratie
= stofwisselingsstoornis
CELDOOD
REACTIE VAN
ANDERE CELLEN
Pathologie 1
, HET DIAGNOSTISCH PROCES
KLASSIEKE HISTOLOGIE
= Lichtmicroscopie
• Vergroten tot max 1000 x
LYSOSOMALE VERTERINGSENZYMES
FORMOL FIXATIE
→ Voor kleine weefselstukjes -> AUTOLYSE
→ bindt op aminozuren van functionele eiwitten
→ preventie van degradatie van weefsels (autolyse & rotting) BACTERIEEL -> ROTTING
VOORDELEN NADELEN
Goede & langdurige bewaring van de Maskeert epitopen
weefselstructuur -> immunoreactiviteit verlaagt
Weinig inkrimping van weefsel Toxisch
Compatibel met meeste technieken
Retrospectieve diagnostiek en onderzoek
STANDAARDOPLOSSING:
4 % formaldehyde + fosfaatbuffer = formoloplossing
10 x het weefselvolume aan oplossing gebruiken
Weeselstaal mag maximaal 0,5 cm dik zijn voor infiltratie tot de kern
Fixatie voor minstens 24u aan 20°C
KLEUREN
HAEMATOXYLINE-EOSINE-KLEURING (HE)
• Haematoxyline: blauw: DNA & RNA (kern, ribosome, mitochondriën)
• Eosine: roze: IC eiwitten (enzymes, actine, myosine) & EC eiwitten
(collageen & extracellulaire matrix)
→ Actieve kern: veel eiwitsynthese -> meer RNA: kleurt paarser
SPECIALE KLEURINGEN
• PAS: kleurt suikers dieprood
• Von Gieson: bindweefsel rood, kern blauw, cytoplasma geel
• Toluïdine blauw: zuur wordt blauw
Pathologie 2
,ENZYMHISTOCHEMIE
• Specifiek actieve enzymen kleuren
• Zure fosfatase in darmepitheel / prostaat
→ invriezen (cryocoupes) + fixeren met aceton
→ kleurt bruin
HISTOCHEMIE VOOR SPECIFIEKE SUBSTANTIES
IJZER
→ Prussiaans blauw
DNA
→ fluorescentiekleuring
IMMUNOHISTOCHEMIE
• AS kunnen gemaakt worden tegen om het even welk eiwit
1. Lichaamsvreemd eiwit bij dier inspuiten
2. Dier maakt antistoffen
3. Die AS op weefselsnede binden op eiwitten (de epitoop) waartegen ze gericht zijn
• Moet gebeuren op cryocoupes (anders worden epitopen vernietigd door enzymes)
• Directe techniek: rechtstreeks binden op AS
• Indirecte techniek: onrechtstreekse binding: AS tegenover Ig van diersoort waarop 1ste AS
werd gemaakt => hogere gevoeligheid
DIRECTE TECHNIEK
1. Weefsel ligt op draagglas, daarin epitoop dat je wilt aantonen
2. AS bindt op epitoop (gemaakt door dier) met heavy / light
chain
3. Dit wordt zichtbaar gemaakt op verschillende manieren
FLUORESCERENDE MOLECULE
• Erop schijnen met UV-licht → fluorescentie
ENZYME!
• Zet substraat (niet-gekleurd) om in reactieproduct (gekleurd) → neerslagreactie
• Techniek is gevoeliger: 1 enzyme kan veel substraten omzetten
• Peroxidase = meest courant
1. Splitst H2O2 in zuurstofradicalen (= enorm oxiderend)
2. Dan substraat erbij (diaminobenzidine) die door oxidatie kleurt & neerslaat (bruin)
NANOPARTIKELS VAN GOUD
• Goud = zwaar metaal -> EM detecteert dat als zwart puntje
Probleem: substraat aan AS koppelen lukt niet altijd -> 50 % van de bindingen zie je niet.
Pathologie 3
, INDIRECTE TECHNIEK
• Iemand laten specialiseren in het koppelen van Ag
→ Telkens dezelfde gebruiken
1. Ig van muis inspuiten bij konijn
2. Konijn maakt AS tegen Ig muis
3. F / P / G hiertegen een heel efficiënte koppeling
laten maken
= efficiëntere techniek
UNLABELED IMMUNOHISTOCHEMICAL TECHNIQUE
• Geen koppeling meer nodig
1. AS van muis tegen P en tegen Ag maken
2. AS van konijn tegen muis in overmaat toevoegen
3. Brugvorming tussen 2 muizen-AS
4. P herkent het → reactie tot PAP complex
→ P kan blijven diaminobenzidine oxideren die neerslaat
→ AS-Ag reacties hoeven geen labelling
=> je ziet het zelfs als er maar weinig epitopen zijn
IN SITU HYBRIDISATIE (FISH)
Bepaalde NZ sequentie detecteren
1. dsDNA verhitten
2. Gaan uit mekaar
3. esDNA laten hybridiseren met de door jou toegevoegde streng met label op
TUNEL TECHNIEK
• Detectie van apoptotische cellen
(DNA degradatie: vroege stadia)
TEM
Zwart-wit beeld: weggekaatste elektronenbundels zwart, niet
weggekaatst wit.
Pathologie 4