100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Otro

Circulatie II | week 2 | 90 oefenvragen met antwoorden

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
29
Subido en
09-07-2021
Escrito en
2020/2021

90 oefenvragen met antwoorden over de stof uit alle onderwijsvormen van week 2 van circulatie II. Inclusief overzichten bij stollingstesten, coronairarteriën, diagnostische kenmerken ACS, infarctlokalisatie ECG, antitrombotica, calciumantagonisten en mechanisme AV-nodale re-entry.

Mostrar más Leer menos
Institución
Grado










Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
9 de julio de 2021
Archivo actualizado en
8 de marzo de 2024
Número de páginas
29
Escrito en
2020/2021
Tipo
Otro
Personaje
Desconocido

Temas

Vista previa del contenido

week 2 → vragen




Trombose en atherosclerose; perifeer vaatlijden • Interactief college 1 - Meet-
the-expert

1. Bij de ziekte van Rendu-Osler-Weber zijn blijvend verwijde bloedvaatjes vlak
onder het oppervlak van de huid zichtbaar, als rode vaattekening met
maximaal zo'n 1 millimeter doorsnede. Hoe worden deze genoemd?

2. Waarvoor is een navelstompbloeding kenmerkend?

3. Wat heeft een snellere werking?
a. Antistolling
b. Heparine

4. Welke heparine vertraagt voornamelijk de werking van factor Xa?
a. Laagmoleculairgewicht heparine
b. Ongefractioneerde heparine

5. Koppel de componenten aan de juiste interpretatie van uitslagen van het
onderzoek naar het stollingssysteem.
 aPTT verlengd/PT normaal 🄰 factordeficiëntie VIII, IX, XI

 aPTT normaal/PT verlengd 🄱 heparinegebruik

 aPTT verlengd/PT verlengd 🄲 factordeficiëntie VII

🄳 milde vitamine-K-deficiëntie

🄴 factordeficiëntie X, V, II, fibrinogeen

🄵 gebruik vitamine-K-antagonist

🄶 bloeding elders

🄷 aanwezigheid lupus anticoagulans



6. Welke criteria worden gebruikt voor het vaststellen van een diep-veneuze
trombose in het been?
a. Constance
b. Wells
c. Years

7. Hoe differentieer je tussen claudicatio intermittens en pseudo-claudicatio?




Circ II → week 2 → vragen → 20

,8. Tegen welke factor is lupus-anticoagulans een antilichaam?
a. II
b. VIII
c. X
d. XI

Angina pectoris • Hoorcollege 5

9. Wat valt onder een acuut coronair syndroom?

10. Bij angina pectoris verbruikt de hartspier tijdelijk meer zuurstof dan er wordt
aangeboden.
a. Juist
b. Onjuist

11. Na enkele seconden van ischemie ontstaan angina pectoris, ECG-afwijkingen
en soms ritmestoornissen.
a. Juist
b. Onjuist

12. Na 15 tot 30 minuten van ischemie ontstaat systolische en diastolische
dysfunctie van het getroffen gedeelte van de hartspier.
a. Juist
b. Onjuist

13. Wat is de oorzaak van angina pectoris?

14. Wat zijn risicofactoren voor atherosclerose?

15. Wat is een typische pijnpatroon bij angina pectoris?
⬜ Epigastrische regio

⬜ Kaak

⬜ Retrosternaal met uitstraling naar de rechterarm

⬜ Retrosternaal met uitstraling naar de linkerarm

⬜ Rug



16. Van welke graad is volgende de CCS (Canadian Cardiocvascular Society)
sprake als angina pectoris optreedt bij de dagelijkse activiteiten van de
patiënt?

17. Waarop let men tijdens het lichamelijk onderzoek bij angina pectoris?




Circ II → week 2 → vragen → 21

, 18. Welk beeld kan een ECG geven bij stabiele angina pectoris?

19. Bij het laboratoriumonderzoek van angina pectoris wordt de nierfunctie
gecontroleerd.
a. Juist
b. Onjuist

20.Wanneer wordt stabiele angina pectoris behandeld met percutane coronaire
interventie of coronaire bypasschirurgie?

21. Waaruit bestaat de medicamenteuze behandeling van stabiele angina
pectoris?

22. Een CABG (coronary artery bypass grafting) vindt altijd plaats met behulp van
een hart-longmachine.
a. Juist
b. Onjuist

23.Wat is een indicatie voor een CABG?
⬜ 2-vatslijden

⬜ 2-vatslijden met diabetes mellitus

⬜ 3-vatslijden

⬜ Hoofdstamstenose



24.Wat geeft de beste prognose als transplantaat?
a. Arterie
b. Vene
c. Combinatie

Myocardinfarct • Hoorcollege 6

25. Bij instabiele angina pectoris zijn troponine en CK-MB detecteerbaar.
a. Juist
b. Onjuist

26.Bij instabiele angina pectoris is sprake van een complete occlusie.
a. Juist
b. Onjuist

27. Welke verschijnselen uiten zich wel bij een acuut myocardinfarct en niet bij
stabiele angina pectoris?



Circ II → week 2 → vragen → 22
$3.62
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada


Documento también disponible en un lote

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
daanannaveld Universiteit Utrecht
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
521
Miembro desde
5 año
Número de seguidores
195
Documentos
97
Última venta
41 minutos hace

3.7

111 reseñas

5
33
4
41
3
19
2
5
1
13

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes