Kraamverpleegkunde
Rode loper
Solutio placentae
Begripsbepaling
Een placentaloslating wordt ook wel solutio placentae of abruptio placentae
genoemd. Een solutio placentae is een spoedsituatie waarbij de placenta van de
uterus loslaat.
(Nederlandse Encyclopedie, 2021)
Epidemiologie
Een solutio placentae kan ontstaan vanaf de 16de zwangerschapsweek tot aan de
bevalling. Het komt gelukkig vrij weinig voor. Het ontstaat bij ongeveer 4 op de 1000
normale zwangerschappen.
(Nv, 2019)
Anatomie en fysiologie
Anatomie:
Na de innesteling van de bevrucht eicel in de baarmoederwand vormt de decidua
zich als binnenste bekleding van de baarmoederwand rondom de plaats waar het
embryo zich zal gaan ontwikkelen. De decidua basilaris (= gedeelte onder de foetus
gelegen) zal uitgroeien tot het moederlijk deel van de placenta. De chorionvilli
rondom de chorionholte waarin de foetus zich bevindt groeien uit tot het foetale
deel van de placenta. De verder groeiende villi dringen door in de decidua basilaris.
Hierdoor blijven een aantal septa in de decidua over die de foetale placenta in 15 tot
30 cotyledonen (lobben) gaan verdelen. Deze zijn aan de moederlijke zijde van de
placenta perfect goed te zien.
In normale omstandigheden treedt er geen vermenging op van moederlijk en foetaal
bloed: het foetaal bloed circuleert binnen de villi, het moederlijk bloed circuleert
erbuiten namelijk in de intervilleuze ruimte. Het moederlijk bloed komt in de
intervilleuze ruimte via de spiraalarteriën in het endometrium. Deze spiraalarteriën
staan heel nauw in contact met de wand van de villi en op die plaats zal de
uitwisseling van gassen, stofwisselingsproducten en andere stoffen met het
zuurstofarme bloed van de foetus dat via de navelarteriën de villi bereikt en daar in
nauw contact komt met de villuswand.
Na de uitwisseling is het foetaal bloed zuurstofrijk geworden en gaat via de
navelvene naar de foetus. Het zuurstofarme moederlijk bloed komt via de venen in
het endometrium terug in de moederlijke cirulatie.
(Nv, 2015)
Fysiologie:
In de eerste weken van je zwangerschap ontwikkelt de moederkoek zich om de groei
van de foetus te kunnen ondersteunen. Vanaf ongeveer 12 weken is de placenta
volledig ontwikkeld en vervult het al haar functies:
De placenta vormt een scheiding tussen de bloedsomloop van jou en je baby:
Rode loper
Solutio placentae
Begripsbepaling
Een placentaloslating wordt ook wel solutio placentae of abruptio placentae
genoemd. Een solutio placentae is een spoedsituatie waarbij de placenta van de
uterus loslaat.
(Nederlandse Encyclopedie, 2021)
Epidemiologie
Een solutio placentae kan ontstaan vanaf de 16de zwangerschapsweek tot aan de
bevalling. Het komt gelukkig vrij weinig voor. Het ontstaat bij ongeveer 4 op de 1000
normale zwangerschappen.
(Nv, 2019)
Anatomie en fysiologie
Anatomie:
Na de innesteling van de bevrucht eicel in de baarmoederwand vormt de decidua
zich als binnenste bekleding van de baarmoederwand rondom de plaats waar het
embryo zich zal gaan ontwikkelen. De decidua basilaris (= gedeelte onder de foetus
gelegen) zal uitgroeien tot het moederlijk deel van de placenta. De chorionvilli
rondom de chorionholte waarin de foetus zich bevindt groeien uit tot het foetale
deel van de placenta. De verder groeiende villi dringen door in de decidua basilaris.
Hierdoor blijven een aantal septa in de decidua over die de foetale placenta in 15 tot
30 cotyledonen (lobben) gaan verdelen. Deze zijn aan de moederlijke zijde van de
placenta perfect goed te zien.
In normale omstandigheden treedt er geen vermenging op van moederlijk en foetaal
bloed: het foetaal bloed circuleert binnen de villi, het moederlijk bloed circuleert
erbuiten namelijk in de intervilleuze ruimte. Het moederlijk bloed komt in de
intervilleuze ruimte via de spiraalarteriën in het endometrium. Deze spiraalarteriën
staan heel nauw in contact met de wand van de villi en op die plaats zal de
uitwisseling van gassen, stofwisselingsproducten en andere stoffen met het
zuurstofarme bloed van de foetus dat via de navelarteriën de villi bereikt en daar in
nauw contact komt met de villuswand.
Na de uitwisseling is het foetaal bloed zuurstofrijk geworden en gaat via de
navelvene naar de foetus. Het zuurstofarme moederlijk bloed komt via de venen in
het endometrium terug in de moederlijke cirulatie.
(Nv, 2015)
Fysiologie:
In de eerste weken van je zwangerschap ontwikkelt de moederkoek zich om de groei
van de foetus te kunnen ondersteunen. Vanaf ongeveer 12 weken is de placenta
volledig ontwikkeld en vervult het al haar functies:
De placenta vormt een scheiding tussen de bloedsomloop van jou en je baby: