100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Ontwikkelingsleer TiU jaar (40 pagina's)

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
40
Subido en
04-06-2021
Escrito en
2020/2021

Dit is een uitgebreide samenvatting van de cursus Ontwikkelingsleer van Tilburg University aan eerstejaars psychologiestudenten. Met deze samenvatting mis je geen belangrijke informatie! Vind je 40 pagina's teveel? Kijk dan eens naar mijn samenvatting Ontwikkelingsleer van 20 pagina's, dezelfde stof, maar simpelweg ingekort. De gehele samenvatting is in het Nederlands, begrippen zijn onderstreept en voor verduidelijking is gebruik gemaakt van tabellen.

Mostrar más Leer menos
Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

¿Un libro?
No
¿Qué capítulos están resumidos?
Desconocido
Subido en
4 de junio de 2021
Número de páginas
40
Escrito en
2020/2021
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Samenvatting Ontwikkelingsleer
Jaar 1 Bachelor Psychologie 2020-2021
Boek: Life-Span Human Development, Sigelman, C. K. & Rider, E. A., 2018 (9th edition)

Hoorcollege 1
Wat is ontwikkelingspsychologie?
Nauwe visie op ontwikkeling
Sequentieel: verschillende stadia/niveaus/fases
Unidirectioneel: eerdere veranderingen zijn een voorwaarde voor latere
End state (eindstaat): hogere waarde dan de oorspronkelijke staat
Onomkeerbaar in de vooruitgang
Kwalitatief: structurele transformaties
Biologische groei: onafhankelijk van cultuur
Universeel: hetzelfde voor iedereen

Definitie ontwikkelingspsychologie
- Ontwikkelingspsychologie betreft de veranderingen binnen personen doorheen de levensloop, en
de verschillen en overeenkomsten tussen personen met betrekking tot de aard van de veranderingen.
- Het doel is niet alleen om deze intrapersoonlijke veranderingen en interpersoonlijke verschillen te
beschrijven, maar ook om te verklaren waarom ze plaatsvinden en om te zoeken naar manieren om
ze zo optimaal mogelijk te veranderen.

Classificatie van leeftijdsperioden
1. Prenatale periode: conceptie tot geboorte
2. Peutertijd: eerste twee jaar van het leven (eerste maand is de neonatale periode)
3. Kindertijd: twee tot vijf jaar oud
4. Schoolgaand kind: zes tot ongeveer tien jaar oud, tot de pubertijd begint
5. Adolescentie: circa tien tot achttien jaar, vanaf pubertijd tot relatieve onafhankelijkheid
6. Beginnende volwassenheid: achttien tot 25, soms tot zelfs 29 jaar; transitie tussen adolescentie en
volwassenheid
7. Midden volwassenheid: 40 tot 65 jaar
8. Late volwassenheid: 65 jaar en ouder, heeft drie subcategorieën:
- Jong-oud, vaak tussen 60-80; relatief gezond en actief
- Oud-oud, vaak tussen 80-100 jaar; toegenomen risico op fysieke en cognitieve problemen
- Heel oud, 100+ (soms jongere classificering); groot risico op problemen

Tijdschaal van ontwikkeling
- Variabiliteit: kortetermijnveranderingen die min of meer onomkeerbaar zijn
- Verandering: min of meer blijvende aanpassingen

Bij cross-sectionele designs onderzoekt men verschillen tussen individuen; bij longitudinale designs
onderzoekt men veranderingen van individuen over een langere periode.

Cohorteffecten
Cohort: iedere groep uit dezelfde culturele omgeving en hetzelfde tijdsinterval
Cohorteffect: verschillen in variabelen die relevant zijn voor de ontwikkeling, die voortkomen uit
(niet-leeftijdsgerelateerde) factoren waaraan iedere geboortecohort is blootgesteld

,Uitdagingen in onderzoek
In onderzoek naar ontwikkeling focussen we op de leeftijdsgroepen die van jonge volwassenen
kunnen verschillen in:
- Receptie en productie van spraak - Aandachtsspanne/vermoeidheid
- Sensomotorische vaardigheden - Subjectieve betekenis van concepten
- Suggestibiliteit - Etc.

Meetinstrumenten moeten aangepast worden aan de vermogens van de individuen
- Orale respons in plaats van geschreven
- Nonverbale materialen gebruiken
- Gebruik van gestructureerde observaties in plaats van verbale zelfrapportage
- Etc.

Age stereotype threat: gebruik van hetzelfde studiemateriaal maar andere instructies; “het doel van
de studie is om te kijken naar jouw…”
- Geheugenvaardigheden: “…helpt vaststellen of je geheugen normaal is”
- Leesvaardigheden: “…helpt vaststellen of je leesvaardigheid normaal is”

Experimenteel onderzoek in baby’s
Habituatie versus dishabituatie
- Oriënterend respons (baseline respons)
- Habituatie: respons op herhaald aanbieden van dezelfde stimulus wordt langzamer, verandert of
stopt
- Dishabituatie: verhoogde respons op een nieuwe stimulus of op een gehabitueerde stimulus na
introductie van een wijziging

Meten van de respons van een baby:
- Sucking preference: baby zuigt meer of minder bij een bepaalde stimulus
- Head turn preference: baby draait het hoofd in de richting van de voorkeursstimulus
- Paired visual preference: baby ontvangt twee stimuli tegelijkertijd en kan slechts naar één kijken

Principes van de levenslooppsychologie
Ontwikkeling is:
1. Levenslang
2. Multidisciplinair
3. Multidirectionaal
- Verschillende capaciteiten veranderen volgens verschillende patronen door de tijd
4. Gains and losses
- Ontwikkeling gebeurt door een samenkomst van toename (groei) en verlies (achteruitgang)
5. Plastisch
6. Ingebed in de geschiedenis
- Het verloop van leeftijd gerelateerde ontwikkeling wordt sterk gevormd door socioculturele
condities van een historische periode (cohorteffecten)
7. Gecontextualiseerd
- Drie determinanten: biologisch, omgeving en de interactie hiertussen

,Hoorcollege 2
Theorieën over de ontwikkeling
Waarom en hoe ontwikkelen wij?
De belangrijkste discussies binnen de ontwikkelingspsychologie
- Nature-Nurture: wordt de ontwikkeling voornamelijk beïnvloed door natuurlijke
(biologische) factoren, of heeft de omgeving meer invloed?
- Activity-Passivity: contribueren mensen actief aan hun ontwikkeling en omgeving, of
worden ze passief gevormd door factoren waar zij geen invloed op uitoefenen?
- Continuity-Discontinuity: veranderen mensen gradueel op een kwantitatieve manier, of
ontwikkelen zij door kwalitatief verschillende stages waardoor zij verschillende
competenties en karakteristieken vormen?
- Universality-Context Specificity: is ontwikkeling vergelijkbaar van persoon tot persoon en
van cultuur tot cultuur, of verschilt ontwikkeling afhankelijk van sociale context?

Het Nature-Nurturedebat
- Emotionele gezichtsuitdrukkingen zijn kort na de geboorte al aanwezig (Nature)
- Tweelingstudies dragen bij aan het debat als voorstander van Nature; identieke tweelingen delen
100% van hun genen en hebben dus meer overeenkomsten dan twee-eiige tweelingen of andere
familieleden
- Traditioneel behaviorisme (Nurture): kunnen we een fobie opwekken bij een emotioneel stabiel
kind (Little Albert studie)
- Kritieke periode: een periode waarin het zenuwstelsel vooral gevoelig is voor bepaalde stimuli in de
omgeving. Als een organisme niet de juiste stimulus krijgt in de nodige periode, dan is het
onmogelijk om later in het leven bepaalde vaardigheden/functies te ontwikkelen
- Inprenting: ganzen die net uit het ei komen (in een broedmachine) inprenten de eerste (geschikte)
bewegende stimulus die ze tegenkomen binnen de kritische periode (Lorenz)
- Sensitieve periode: een periode waarin specifieke ervaringen een maximaal positief of negatief
effect hebben; perioden van verhoogde plasticiteit onder invloed van specifieke factoren

Nature-Nurture interacties: gen-omgevingscorrelaties
1. Passief genotype-omgevingsfit: ouders bepalen de omgeving waarin het kind opgroeit
2. Evocatieve genotype-omgevingsfit: aangeboren karaktertrekken van het kind roepen bepaald
gedrag op uit de omgeving
3. Actief genotype-omgevingsfit: kind selecteert actief de omgeving die het best past bij de genen

Nature-Nurture interacties: Epigenetica
Omgevingsgevoelige genen: genexpressie kan gedurende de levensloop veranderd worden door
omgevingsinvloeden

Theorieën binnen de ontwikkelingspsychologie
Erikson’s Psychosociale ontwikkelingstheorie
- Persoonlijkheid ontwikkelt zich gedurende de levensloop
- Persoonlijkheidsontwikkeling wordt beïnvloed door cultuur, de samenleving en de geschiedenis
- Ontwikkeling van persoonlijkheid kan ik 8 stadia opgedeeld worden
- Iedere fase wordt gekenmerkt door een conflict dat opgelost moet worden. Dit kan op een
adaptieve manier maar ook een maladaptieve manier

De stadia van Erikson:
1. Trust vs. Mistrust: Hope (0-1,5 jaar) 5. Ego identity vs. Role confusion: Fidelity (12-18 jaar)

, 2. Autonomy vs. Shame: Will (1,5-3 jaar) 6.
Intimacy vs. Isolation: Love (18-40 jaar)
3. Initiative vs. Guilt: Purpose (3-5 jaar) 7.
Generativity vs. Stagnation: Care (40-65 jaar)
4. Industry vs. Inferiority: Competency 8.
Ego integrity vs. Despair: Wisdom (65+)
(5-12 jaar)

Leertheorieën: conditionering
Watson: Klassieke conditionering
- Ontwikkeling = leren d.m.v. associaties
- Baby’s leren te houden van hun ouders; associatie
met positieve sensaties zoals melk drinken, vastgehouden worden, gerustgesteld worden

Skinner: Operante conditionering
- Ontwikkeling = leerervaringen van het individu
- Gedrag wordt meer of minder waarschijnlijk door de consequenties die het produceert; toevoegen
of weghalen van positieve of negatieve stimuli

Leertheorieën: cognitief behaviorisme
Sociaal-cognitieve leertheorie van Bandura
- Rol van cognitie: leren en anticiperen van de consequenties van bepaald gedrag
- Mensen leren door observatie -> modelleren (kijken naar en imiteren wat anderen doen)

Bronfenbrenner: ecologisch model
- Theorie identificeert het individu en vijf systemen
- Microsysteem: familie
- Mesosysteem: relaties tussen microsystemen, bijv. thuis en school
- Exosysteem: bredere context, bijv. problemen op het werk van de ouders

- Macrosysteem: cultuur, samenleving
- Chronosysteem: socio-historisch, levensgebeurtenissen

Theorieën van Piaget
Cognitie ontwikkelt zich via:
- Universeel vaste volgorde van stadia
- Kwalitatief verschillende stadia
- Discontinue ontwikkeling
- Actieve bijdrage van het kind aan kennisontwikkeling

De stadia van Piaget
1. Sensomotorische stage 2. Pre-operationele stage
- 0-2 jaar - 2-7 jaar
- Sensorische en motorische vaardigheden - Taal en mentale representaties
- Egocentrisme
3. Concreet operationele stage 4. Formeel operationele stage
- 7-12 jaar - Vanaf 12 jaar
- Logisch redeneren en categoriseren - Wetenschappelijk redeneren
- Conservatie van getallen en massa - Hypothesetoetsing

Preguntas de práctica disponibles

$4.84
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
jamiea Tilburg University
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
242
Miembro desde
4 año
Número de seguidores
196
Documentos
19
Última venta
2 meses hace

4.5

22 reseñas

5
13
4
8
3
1
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes