100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Ontwikkelingspedagogiek

Puntuación
-
Vendido
7
Páginas
22
Subido en
27-10-2014
Escrito en
2014/2015

Samenvatting studieboek Ontwikkelingspedagogiek, pedagogiek in een breder perspectief van Maryke Tieleman, Jan Willem de Graaf - ISBN: 9789059318243, Druk: 1, Uitgavejaar: 2012

Institución
Grado










Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

¿Un libro?
Subido en
27 de octubre de 2014
Número de páginas
22
Escrito en
2014/2015
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Ontwikkelingspedagogiek

Hoofdstuk 1
Mensen worden te vroeg geboren.
Co-evolutie: de hersenen moeten 20 jaar na de geboorte ontwikkelen.
Exploratie: Veilige hechting zorgt het verlangen om de omgeving te verkennen. Dankzij
exploratie werken kinderen aan hun ontwikkeling.

Opvoeding: het vermogen te ontwikkelen tot de zogenoemde zelfopvoeding van de opvoedeling
in de volwassenheid.
Persoonlijkheidsontwikkeling: er wordt rekening gehouden met de groeiende autonomie van
het kind.

Door de industrialisatie viel de sociale controle weg. Nu dit weer terug is hebben ouders meer
keuzevrijheid. Uit onderzoek blijkt dat ouders tegenwoordig steeds meer rekening houden met
de gevoelens van het kind.
STEP-programma: gelijkwaardigheid staat centraal.
SESK-programma: rechten van het kind centraal.
TRIPLE-P-programma: positieve pedagogiek.

Hyper-parenting: ouders maken zich voortdurend zorgen om de lichamelijke toestand van het
kind.

Langeveld beschouwt de opvoedingswetenschap als een analyse van een beschrijving van
opvoedingsverschijnselen. Gebeurtenissen moeten door de opvoeder worden geanalyseerd. Dit
noem je de fenomenologische benadering. Deze richten zich vooral op gebeurtenissen. Gezag is
voor Langeveld als voorwaarde.
Brezinka vind zelfstandigheid en mondigheid belangrijk in opvoeding. [Andragogie: het helpen
en begeleiden van volwassenen met als doel hun welzijnssituatie te verbeteren.]
Litt wil vooral onderzoeken of er meer kindvolgend of meer sturend gehandeld dient te worden.
Montessori heeft als visie dat degene die wordt opgevoed vooral op het juiste moment zaken
moet krijgen aangereikt waarmee hij zich kan ontwikkelen.
Rousseau: de opvoedeling wordt gegeven door de natuur, de oorspronkelijke aanleg, de mens
en de noodzaak.
Beekman: doelen en middelen worden bij elkaar gebracht.
Spiecker: Spiecker benadrukt het belang van het humaniseren in de opvoeding. Doel:
persoonswording.
Imelman: het gevoel van vertrouwen geven en geborgenheid om de opvoeding een kans van
slagen te kunnen geven.
Van ijzendoorn: waarden en normen die verband houden met opvoedingsdoelen.
Juul: ouders moeten begeleid worden bij hun introspectie. Kinderen leren door nabootsing.
Dewey: het bevorderen van de zelfstandigheid en alertheid staan centraal.
Pestalozzi: accent op de ontwikkeling van emoties.

Biopsychologen benadrukken in de opvoeding de mogelijkheden van de opvoeder om de aanleg
van de opvoedeling optimaal te ontwikkelen.

,Er zijn 3 opvoedingsmilieus te onderscheiden waarin een kind opgroeit.
 de ouders of de verzorgers van het kind, het primaire opvoedingsmilieu
 de opvoeding buitenshuis door professionals: secundaire opvoedingsmilieu
 de tertiaire opvoedingsmilieu: de straat, de buurt.
Deze hebben gezamenlijk effect op de ontwikkeling van de autonomie en de aanpassing aan de
maatschappij.

Primair vindt plaats in een kerngezin. Regels en structuur in de opvoeding zijn belangrijk om een
gezin leefbaar te houden. Het is belangrijk om in een gezin een balans te vinden tussen houvast
door middel van regels en afspraken en voldoende ontwikkelingsmogelijkheden. Gezinnen
worden gekenmerkt door verschillende mate van samenhang of cohesie. In coherente gezinnen
is er sprake van veel communicatie. Gestructureerde gezinnen leggen de regels en structuren
vast.

Sibling rivalry: als een ouder kind zich te kort voelt zich komen. Middelste kinderen worden
ontspannen opgevoed. Kinderen die enig kind zijn hebben veel aandacht en leren zelfstandig te
staan. Tweelingen worden vaak als een zij-vorm aangesproken.

Secundaire opvoedingsmilieu: de opvoeders heten ook wel beroepsopvoeders. De school is een
belangrijke opvoedende rol.

De pedagogische principes van reformonderwijs zijn:
 Het onderwijs moet een continue ontwikkeling van de leerlingen waarborgen en moet
kindvolgend zijn.
 Het onderwijs moet rekening houden met individuele verschillen tussen de leerlingen
wat betreft mogelijkheden, belangstelling en tempo.
 De creativiteit moet ook worden ontwikkeld.


Scholen zijn net als de opvoeding personeler geworden. De aanleg staat meer centraal. De
schoolopvoeding is niet waardevrij.

Tertiaire opvoedingsmilieu betreft de leeftijdsgenoten. Het is de omgeving van het kind. Virtuele
opvoedingsmilieu heeft een sterk effect op de ontwikkeling van het kind.

In ontwikkelingspsychologie staat het beschrijven en het verklaren van het begrip ontwikkeling
meer centraal. In de pedagogiek vooral de eerder genoemde reflectie over waarden, keuzen en
opvoedingsmiddelen.

Accommodatie is het vormen van een nieuw denkschema of het aanpassen of veranderen van
een bestaand denkschema in het organisme. Het gaat bij accommoderen dus om het bouwen van
een structuur.
Assimilatie is het inpassen van gebeurtenissen of feiten binnen een accommodatie. Dit
Adaptie: aanpassing aan de omgeving.

Volgens Festinger zijn mensen bijzonder gemotiveerd om hun houding bij te stellen indien hun
verwachtingen niet overeenkomen met hun ervaringen.
Cognitieve dissonantie: naar gevoel.

, Hoofdstuk 2
Samenvatting Pedagogiek

Opvoedingsdoelen, middelen en uitkomsten

Opvoedingsdoelen
- Boeke vond het belangrijk dat een kind vrij leerde ontplooien.
- Kohnstamm had als doel het innerlijk te vinden en daarmee harmonie te vinden.
- Waterink had als doel een religieus doel.

Langetermijndoelen hebben te maken met de visie van opvoeders op de mens als persoon en de
mens in de samenleving. Kant vindt de ideale opvoeding dat waar vrijheid is.
Twee langetermijndoelen voor de opvoeder zijn: het helpen en begeleiden van de ontwikkeling
van de persoonlijkheid en het helpen en begeleiden van de opvoedeling tot een aangepast lid van
de huidige maatschappij. We willen dat ons kind gelukkig word. Deze stroming noemen we het
utilitarisme.

Alle opvoedingsdoelen zijn gericht op aanpassing aan de maatschappij en op ontwikkelen van de
persoonlijkheid.

Je bent responsiever als je doet wat het kind wilt dat je doet. Dit doe je vaak als je de
ontwikkeling van het individu belangrijker vind.
Het bewust begeleiden en beïnvloeden en het handhaven van het gedrag en de houding van de
opvoedeling doen we met opvoedingsmiddelen.

Opvoeders hebben gezag nodig. Gezag is het iets te zeggen hebben. Er zijn 2 vormen van straf:
- Positieve straf: het geven van een klap
- Negatieve straf: het onthouden van een lekker koekje, of speeltijd.

Bij de eerste vorm doe je iets, bij de tweede onthoud je het kind/de jongere iets.

De motivatie om te gehoorzamen neemt af als een kind straf krijgt. Alle aandacht moet naar het
gewenste gedrag gaan. Ook opvoedingsfactoren kunnen een effect hebben op het reguleren en
internaliseren van normen en regels. Factoren zijn min of meer toevallige omstandigheden
rondom het kind. Er zijn ouders en beroepsopvoeders. Zij hebben geen expliciet
opvoedingsideaal. Opvoeden gebeurt onbewust en daarom noem je deze opvoeders ook wel
natuurlijke opvoeders.

In de opvoedingspraktijk geeft geven en nemen altijd grote rol. Biopsychologen is geven en
nemen gebaseerd op wederkerige zelfopoffering of altruïsme. Altruïsme verklaart nog niet onze
economie van geven en nemen. Wederkerig of reciproque altruïsme is stabiel, ‘voor wat hoort
wat’. Opvoeden is natuurlijk een investering die bij uitstek is gebaseerd op wederkerig
altruïsme. Het is vaak goed doen zonder daar iets voor terug te krijgen.

Onder de persoonlijkheid of identiteit wordt het interne en subjectieve concept dat iemand van
zichzelf heeft verstaan. Je kunt drie kanten aan het ‘ik’ of de identiteit onderscheiden.
- Het zelfbewustzijn: het gevoel hebben van een eigen continuïteit.
- De zelfkennis: het weet hebben van eigen capaciteiten, uiterlijk, karaktertrekken en
motieven
- Het zelfvertrouwen: dit is het vertrouwen in of op zichzelf om opgewassen te zijn tegen
de eisen die aan hem of haar gesteld worden. Deze groei komt niet goed tot ontwikkeling
als de sociale omgeving een kind het gevoel geeft dat het niet competent is.
$3.63
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
SharonBonnes Saxion Hogeschool
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
255
Miembro desde
11 año
Número de seguidores
186
Documentos
24
Última venta
3 año hace

3.9

36 reseñas

5
9
4
19
3
5
2
2
1
1

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes