De Celkern
Celkern of nucleus
Bouw
Binnen in de celkern bevindt zich de chromatine.
® Een warrig netwerk van chromatinevezels
® Opgebouwd uit DNA
DNA => genetisch materiaal dat de informatie bevat om in de vellen proteïnen aan te maken.
Naast de chromatine zitten er in de celkern een of enkele donkergekleurde structuren =
nucleoli => kernlichaampjes.
Functies
- De nucleus bevat nagenoeg al het
genetisch materiaal in de vorm van
DNA.
- De replica of de verdubbeling van al
het DNA- nodig als de cel zich gaat
delen- gebeurt in de celkern.
- De nucleoli zijn de aanmaakplaatsen
van rRNA of ribosomaal RNA, dat
genoeg voor de opbouw van
ribosomen.
, De Celmembraan
Bouw
Celmembraan of plasmamembraan
= Opgebouwd uit een lipidendubbellaag van fosfolipiden en cholesterol
Tussen de lipiden bevinden zich proteïnen.
Aan de buitenkant kunnen er sacharidenketen voorkomen
Waterafstotend of hydrofoob >> apolair
Water minnend of hydrofiel >> polair
Eigenschappen
• Membranen zijn flexibel, soepel en rekbaar
Cholesterolmoleculen maken membraan stijver
• Membranen zijn zelfsluitend
Door de aanwezigheid van de fosfolipidendubbellaag is het mogelijk om een naald door een celmembraan te
steken en daarna weer terug in te trekken => het gaatje zal vanzelf sluiten
• Membranen zijn selectief doorlaatbaar of semipermeabel
Membranen laten wegens de fosfolipidendubbellaag
Functies
Het celmembraan omsluit en isoleert de cel inhoud
Het celmembraan laat selectief stoffen door in
twee richtingen, dus zowel in als uit de cel. Dikwijls
zijn het membraan proteïnen met een
transportfunctie die daarbij tussenkomen
Herkennen van stoffen buiten de cel.
Sommige membraan proteïnen hebben een
receptorfunctie
Communicatie met andere cellen. De
sacharidenketens zorgen ervoor dat ze onderling
1= eiwit => transmembraaneiwit met elkaar kunnen herkennen.
3 = suikerketen => herkenningsetiket
• Glycolipide
• Glycoproteïne
4= fosfolipiden
6 = cholesterol
Celkern of nucleus
Bouw
Binnen in de celkern bevindt zich de chromatine.
® Een warrig netwerk van chromatinevezels
® Opgebouwd uit DNA
DNA => genetisch materiaal dat de informatie bevat om in de vellen proteïnen aan te maken.
Naast de chromatine zitten er in de celkern een of enkele donkergekleurde structuren =
nucleoli => kernlichaampjes.
Functies
- De nucleus bevat nagenoeg al het
genetisch materiaal in de vorm van
DNA.
- De replica of de verdubbeling van al
het DNA- nodig als de cel zich gaat
delen- gebeurt in de celkern.
- De nucleoli zijn de aanmaakplaatsen
van rRNA of ribosomaal RNA, dat
genoeg voor de opbouw van
ribosomen.
, De Celmembraan
Bouw
Celmembraan of plasmamembraan
= Opgebouwd uit een lipidendubbellaag van fosfolipiden en cholesterol
Tussen de lipiden bevinden zich proteïnen.
Aan de buitenkant kunnen er sacharidenketen voorkomen
Waterafstotend of hydrofoob >> apolair
Water minnend of hydrofiel >> polair
Eigenschappen
• Membranen zijn flexibel, soepel en rekbaar
Cholesterolmoleculen maken membraan stijver
• Membranen zijn zelfsluitend
Door de aanwezigheid van de fosfolipidendubbellaag is het mogelijk om een naald door een celmembraan te
steken en daarna weer terug in te trekken => het gaatje zal vanzelf sluiten
• Membranen zijn selectief doorlaatbaar of semipermeabel
Membranen laten wegens de fosfolipidendubbellaag
Functies
Het celmembraan omsluit en isoleert de cel inhoud
Het celmembraan laat selectief stoffen door in
twee richtingen, dus zowel in als uit de cel. Dikwijls
zijn het membraan proteïnen met een
transportfunctie die daarbij tussenkomen
Herkennen van stoffen buiten de cel.
Sommige membraan proteïnen hebben een
receptorfunctie
Communicatie met andere cellen. De
sacharidenketens zorgen ervoor dat ze onderling
1= eiwit => transmembraaneiwit met elkaar kunnen herkennen.
3 = suikerketen => herkenningsetiket
• Glycolipide
• Glycoproteïne
4= fosfolipiden
6 = cholesterol