Probleem 7
1. Waar dien je een beroep in te stellen en waar dien je hoger beroep in te stellen?
Eerste aanleg bij de rechtbank
Beroep in eerste aanleg dient ingediend te worden bij de bestuursrechter. De absolute bevoegdheid
van de rechtbanken wordt geregeld in hoofdstuk 8 Awb. De bestuursrechter is alleen bevoegd om te
oordelen over besluiten (art. 8:1 Awb).
Relatieve bevoegdheid
Welke rechtbank moet oordelen wordt bepaald door art. 8:7 en 8:8 Awb. Deze relatieve bevoegdheid
wordt bepaald door:
- De zetel van het bestuursorgaan
o Wanneer er beroep wordt ingesteld tegen een besluit van een lokaal
bestuursorgaan, dan is de zetel van het bestuursorgaan bepalend.
- De woonplaats van de indiener
o Wanneer er tegen een besluit van een centraal bestuursorgaan beroep wordt
ingesteld is de woonplaats (zie art. 1:10 BW) van de indiener bepalend (art. 8:7 lid 2
Awb).
- Soms heeft de wetgever bepaalt dat er maar één specifieke rechtbank bevoegd is voor
bepaalde geschillen (art. 8:7 Awb).
- Wanneer er meerdere belanghebbenden in een zaak zijn kan er een conflict ontstaan tussen
bevoegde rechtbanken. Art. 8.8 Awb bepaalt dan dat de rechtbank waarbij het eerste beroep
is ingediend de andere beroepen ook op zicht neemt. Wanneer beroep tegelijk wordt
ingediend neem de rechtbank die het eerst wordt genoemd in de Wet op de rechterlijke
indeling de behandeling op zich.
Hoger beroep
Er zijn drie colleges die hoger beroep behandelen, de competentie van de hogerberoepsrechter
wordt besproken in art. 8:104 en 8:105 Awb:
- De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS)
Volgens art. 8:105 lid 1 Awb is de ABRvS de algemene hoogste bestuursrechter. Het beroep wordt bij
haar ingesteld tenzij de wetgever een ander college heeft aangewezen. De institutionele bepalingen
van de Afdeling bestuursrechtspraak zijn te vinden in de Wet op de Raad van State (Wet Rvs).
- De Centrale Raad van Beroep (CRvB) -> bijzondere bestuursrechtspraak
De Centrale Raad van Beroep beslist over sociale zekerheidskwesties en ambtenarenzaken. De Raad
is gevestigd in Utrecht. Onder ambtenarenzaken vallen sinds de invoering van de Wet normalisering
rechtspositie ambtenaren alleen nog politie-, defensie en rechterlijke ambtenaren (art. 3 Wnra). Voor
andere ambtenaren geldt het gewone arbeidsrecht.
- Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) -> bijzondere bestuursrechtspraak
De CBb beslist over economische bestuurszaken. De competentie van de CBb blijkt uit art. 8:105 Awb
en de bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak. In art. 11 van de bevoegdheidsregeling staat over
welke wetten de CBb zich uitspreekt.
Bijzondere bestuursrechtspraak
Bij bijzondere bestuursrechtspraak gaan de partijen niet eerst naar de rechtbank, maar gaan zij direct
met hun geschil naar de appelcolleges (art. 8:6 lid 1 Awb). In hoofdstuk 2 van de
1. Waar dien je een beroep in te stellen en waar dien je hoger beroep in te stellen?
Eerste aanleg bij de rechtbank
Beroep in eerste aanleg dient ingediend te worden bij de bestuursrechter. De absolute bevoegdheid
van de rechtbanken wordt geregeld in hoofdstuk 8 Awb. De bestuursrechter is alleen bevoegd om te
oordelen over besluiten (art. 8:1 Awb).
Relatieve bevoegdheid
Welke rechtbank moet oordelen wordt bepaald door art. 8:7 en 8:8 Awb. Deze relatieve bevoegdheid
wordt bepaald door:
- De zetel van het bestuursorgaan
o Wanneer er beroep wordt ingesteld tegen een besluit van een lokaal
bestuursorgaan, dan is de zetel van het bestuursorgaan bepalend.
- De woonplaats van de indiener
o Wanneer er tegen een besluit van een centraal bestuursorgaan beroep wordt
ingesteld is de woonplaats (zie art. 1:10 BW) van de indiener bepalend (art. 8:7 lid 2
Awb).
- Soms heeft de wetgever bepaalt dat er maar één specifieke rechtbank bevoegd is voor
bepaalde geschillen (art. 8:7 Awb).
- Wanneer er meerdere belanghebbenden in een zaak zijn kan er een conflict ontstaan tussen
bevoegde rechtbanken. Art. 8.8 Awb bepaalt dan dat de rechtbank waarbij het eerste beroep
is ingediend de andere beroepen ook op zicht neemt. Wanneer beroep tegelijk wordt
ingediend neem de rechtbank die het eerst wordt genoemd in de Wet op de rechterlijke
indeling de behandeling op zich.
Hoger beroep
Er zijn drie colleges die hoger beroep behandelen, de competentie van de hogerberoepsrechter
wordt besproken in art. 8:104 en 8:105 Awb:
- De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS)
Volgens art. 8:105 lid 1 Awb is de ABRvS de algemene hoogste bestuursrechter. Het beroep wordt bij
haar ingesteld tenzij de wetgever een ander college heeft aangewezen. De institutionele bepalingen
van de Afdeling bestuursrechtspraak zijn te vinden in de Wet op de Raad van State (Wet Rvs).
- De Centrale Raad van Beroep (CRvB) -> bijzondere bestuursrechtspraak
De Centrale Raad van Beroep beslist over sociale zekerheidskwesties en ambtenarenzaken. De Raad
is gevestigd in Utrecht. Onder ambtenarenzaken vallen sinds de invoering van de Wet normalisering
rechtspositie ambtenaren alleen nog politie-, defensie en rechterlijke ambtenaren (art. 3 Wnra). Voor
andere ambtenaren geldt het gewone arbeidsrecht.
- Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) -> bijzondere bestuursrechtspraak
De CBb beslist over economische bestuurszaken. De competentie van de CBb blijkt uit art. 8:105 Awb
en de bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak. In art. 11 van de bevoegdheidsregeling staat over
welke wetten de CBb zich uitspreekt.
Bijzondere bestuursrechtspraak
Bij bijzondere bestuursrechtspraak gaan de partijen niet eerst naar de rechtbank, maar gaan zij direct
met hun geschil naar de appelcolleges (art. 8:6 lid 1 Awb). In hoofdstuk 2 van de
