VRAAG 1
Definieer de volgende 5 concepten. Geef waar gevraagd ook de Nederlandse vertaling
van de Franse concepten en de juridische grondslag.
1) Overmacht
2) La cause (juridische grondslag + vertaling)
3) L’action oblique (juridische grondslag + vertaling)
4) In pari causa turpitudinis cessat repetitio
5) La caducité (vertaling)
ANTWOORD + FEEDBACK
1) Overmacht heeft betrekking op een situatie waarbij er een niet – nakoming is en
dan rijst de vraag of de niet – nakoming toerekenbaar is. Bij overmacht is het niet
toerekenbaar want het is onmogelijk om de verbintenis na te komen
2) La cause = de oorzaak (art. 1108 e.v.) = de doorslaggevende of determinerende
beweegreden tot het sluiten van een overeenkomst of het stellen van een
rechtshandeling
3) L’action oblique = zijdelingse vordering (art. 1166 BW) = Een zijdelingse vordering
is een vordering die een schuldeiser instelt tegen de schuldenaar van zijn eigen
schuldenaar omdat zijn eigen schuldenaar nalaat om de schuldvordering die hij
heeft op zijn eigen schuldenaar te innen.
4) In pari cause = de rechter heeft de mogelijkheid om bij een absolute nietigheid te
sleutelen aan de restitutieverbintenis (indien een bepaalde partij harder moet
gestraft worden). Bij een restitutieverbintenis moet alles teruggeven worden
(absolute nietigheid is retroactief), maar in sommige gevallen is het soms niet
wenselijk om alles terug te geven.
5) La caducité = verval = heeft betrekking op het lot van de verbintenis bij het
wegvallen van het voorwerp of de oorzaak van de verbintenis of overeenkomst (vb.
schenking aan een bevriend koppel en je geeft 100 euro. Kan je die schenking
terugkrijgen als ze scheiden? Dan is de oorzaak weggevallen) (vb. auto verhuren
aan een vriend -> bliksem -> voorwerp van de ovk is weggevallen).
, VRAAG 2
A en B sluiten een ovk waarin volgend beding staat: indien een partij een wanprestatie
begaat, dan is hij enkel verantwoordelijk voor de daaruit ontstane schade indien de
wanprestatie bedrieglijk is begaan.
1) Hoe noemen juristen zo een beding?
2) Beoordeel de geldigheid van de clausule en maak desnoods diverse hypotheses.
ANTWOORD
1) Exoneratiebeding
2) Algemeen verbintenissenrecht
- Voor bedrog kan je je niet exonereren, dat is hier niet het geval dus voor zover
is de clausule geldig.
- Je mag je ook niet exonereren voor de essentie van de overeenkomst.
- Een exoneratiebeding mag ook niet indruisen tegen een regel van dwingend
recht of openbare orde
Hypotheses: A en B sluiten een ovk. Zijn dat ondernemingen of consumenten?
- Geen exoneratiebeding mogelijk voor zware schuld of opzet (voor aangestelde
of lasthebber).
Tip: verwar de geldigheid van een clausule niet met de geldigheid van de overeenkomst!
VRAAG 3
1) Kan Eddy Ryckaert aan
Irres op 1 of andere wijze een
miskenning van zijn verkooprecht
verwijten? Leg uw redenering
beknopt uit.
2) Veronderstel dat het
voorkooprecht is miskend. Wat
kan Eddy Ryckaert doen ten
aanzien van Irres en Anton?