samenvatting medische kennis 1.2

Medische kennis lesweek 1
Kennisclips
Wat is gezondheid en ziekte?
Het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele
en sociale uitdagingen van het leven.
Handhaven van gezondheid door middel van daadkracht en draaglast
Draagkracht: wat je aan kunt
Draaglast: wat je voor je kiezen krijgt
Als de draagkracht/last uit evenwicht is spreek je van decompensatie

Ziekte oorzaken (etiologie)

Draagkracht wordt bepaald door:
 Aanleg (constitutie)
 Conditie
 Psychische en sociale factoren
Draaglast:
 Endogeen (van binnen uit)
Erfelijk, congenitaal (tijdens ontwikkeling in de baarmoeder)
 Exogeen (van buiten)
Fysisch, chemisch, microbiologisch, immunologisch, voeding etc.
Endogene ziekte oorzaken
 Onmiddellijk zichtbaar (down syndroom)
 Ontwikkelen zich later (hielprik)
Exogene ziekte oorzaken
 Fysisch (mechanisch, straling, thermisch)
 Chemisch (alcohol, roken en geneesmiddelen etc.)
 Microbiologisch (bacteriën, virus, schimmel of wormen)
 Immunologisch (allergie, eczeem, auto-immuun) is endogeen en exogeen
 Voeding (te weinig, teveel of disbalans)
 Psychosociaal (stress)
Ziekte oorzaken- multifactoriële aandoeningen: aandoeningen door optelsom van verschillende
factoren
 Genetisch
 Voeding

,  Leefstijl
 Leeftijd


Ziektebeloop
Hoe ontwikkelt een ziekte zich in de tijd?
Van klachten naar genezing?


Subklinische infectie: Je merkt nog niet dat je een infectie hebt, maar hij is al in het lichaam
Prodroom: voortekenen (vermoeidheid)
Manifest: Het is duidelijk, verkouden zijn

Acuut ziekteverloop: in korte tijd nemen symptomen toe, maar ook snel weer af
Self- limiting: lichaam kan het goed aan
Complicatie: voorbeeld, als een verkoudheid niet goed overgaat, kun je een bijholte ontsteking
krijgen

Voorbeelden: longontsteking, griep en keelontsteking.




Chronisch ziekteverloop: Ziekte is langere tijd aanwezig en gaat niet zomaar weg (maanden/jaren)
Verergering chronisch ziektebeeld: exacerbatie
Vermindering chronisch ziektebeeld: remissie
Voorbeelden: artrose, reuma, DM of anorexia

,Progressieve aandoening: Ziekte wordt met de tijd steeds erger (aftakelen), bijvoorbeeld alzheimer
en MS
Infaust prognose: leid tot de dood
Voorbeelden: Alzheimer of Parkinson




Recidief: na korte tijd weer een zelfde ziekte optreed (bijvoorbeeld blaasontsteking) > hoort bij een
acuut ziektebeloop

Voorbeelden: verslavingen, kanker of blaasontstekingen

Therapie: gunstig beïnvloeden van het beloop
 Causaal, gericht op wegnemen van de oorzaak (antibiotica)
 Symptomatisch (slechts) wegnemen van de verschijnselen (paracetamol)

Curatief: bedoeld om te genezen (lukt niet altijd, maar is wel de intentie)
Palliatief: gericht op verlichten van lijden, levensverlenging

Operatief: m.b.v. operatieve greep (been vastzetten met schroeven en plaatjes) beide curatief
Conservatief: chirurgisch, maar zonder operatie (bijvoorbeeld gips bij een breuk)

Woordenlijst

,  Subklinisch
 Manifest
 Prodromen
 Acuut
 Chronisch
 Exacerbatie
 Remissie
 Recidief
 Complicatie
 Progressief
 Terminaal
 Causaal- symptomatisch
 Curatief- palliatief
 Operatief- conservatief



Farmacokinetiek: wat doet het lichaam met een geneesmiddel
MEC: minimale effectieve concentratie van een geneesmiddel (gevolg> middel werkt niet)
MVC: maximaal veilige concentratie (gevolg> middel wordt toxisch)
Therapeutische breedte: Zit tussen de MEC en MVC
Tmax: Hoeveel tijd kost het, voordat de concentratie in het bloed maximaal mogelijk is
T 1/2 : Hoeveel tijd kost het voordat de helft van het medicijn uit het bloed is




Samenvatting boeken:
Farmacologie
Farmaca kunnen op 4 eiwitten ingrijpen
 Receptoren
 Ion kanalen
 Enzymen
 Transporteiwitten
Geneesmiddelen kunnen hier aan binden