1 Elektronenoverdracht
Redoxreacties
► Een metaalatoom kan de edelgasconfiguratie bereiken door zijn valentie-
elektronen (buitenste schil) vrij in het metaalrooster te laten bewegen. Dit
veroorzaakt elektrische geleidbaarheid van metalen.
► In een chemische reactie kunnen metaalatomen (een deel van) hun valentie-
elektronen zelfs helemaal afstaan.
▪ Vb: K ® K+ + e-
► Metaalatoom kan alleen valentie-elektronen afstaan als een ander deeltje de
elektronen op kan nemen. Bij voorkeur een deeltje dat door opnemen de
edelgasconfiguratie bereikt, zoals een halogeen. Zo kan uit een
metaal/moleculaire stof een zout ontstaan.
▪ Vb: 2 K(s) + Cl2(g) -> 2 KCl(s) Er zijn 2 elektronen van K naar Cl
gegaan.
▪ Macroniveau: metaal (vaste stof) en moleculaire stof (geel gas) wordt
een zout (witte vaste stof). Microniveau: er worden elektronen overgedragen
van een metaalatoom naar een niet-metaalatoom, waardoor er uit neutrale
deeltjes ionen ontstaan.
► Kenmerk redoxreacties: deeltjes veranderen van lading (dus ook van Fe 3+ naar
Fe2+).
Oxidatoren en reductoren
► De elektronegativiteit van een element laat zien of het elektronen zal
opnemen of afstaan.
► Hoge elektronegativiteit = negatieve ionen. Lage elektronegativiteit =
positieve ionen.
► Oxidator: deeltje dat elektronen op kan nemen.
► Reductor: deeltje dat elektronen kan afstaan.
► Als een deeltje als oxidator reageert, ontstaat een deeltje dat als reductor kan
reageren. Deze deeltjes vormen samen een redoxkoppel (K en K+ ; Cl2 en 2 Cl-
zijn een redoxkoppel).
Reactiviteit van metalen
► Onedele metalen (Na, Ca, etc.) reageren gemakkelijker dan edelmetalen,
doordat onedele metalen veel stabiliteit winnen door elektronen af te geven =>
sterke reductoren (kunnen reageren met zwakke oxidator zoals water).
Edelmetalen zijn altijd zwakke reductoren.
▪ Goudionen ontstaan alleen in aanwezigheid van een sterke oxidator.
► Metaalionen kunnen als oxidator reageren. Ionen van edelmetalen zijn
sterkere oxidatoren dan ionen van onedele metalen.
▪ Een sterke oxidator heeft een zwakke geconjugeerde reductor.
Reactiviteit van niet-metalen
► Halogenen (groep 17)zijn sterke oxidatoren (winnen stabiliteit door opnemen
van elektronen).
► Negatieve ionen (Cl-, Br-) kunnen als reductor reageren.
► Soms reageert een aantal deeltjes gezamenlijk als reductor/oxidator: in reactie
, tussen natrium en water ontstaan uit 2 watermoleculen na opname van 2
elektronen 2 hydroxide-ionen en 1 waterstofmolecuul.
Redoxreacties
► Een metaalatoom kan de edelgasconfiguratie bereiken door zijn valentie-
elektronen (buitenste schil) vrij in het metaalrooster te laten bewegen. Dit
veroorzaakt elektrische geleidbaarheid van metalen.
► In een chemische reactie kunnen metaalatomen (een deel van) hun valentie-
elektronen zelfs helemaal afstaan.
▪ Vb: K ® K+ + e-
► Metaalatoom kan alleen valentie-elektronen afstaan als een ander deeltje de
elektronen op kan nemen. Bij voorkeur een deeltje dat door opnemen de
edelgasconfiguratie bereikt, zoals een halogeen. Zo kan uit een
metaal/moleculaire stof een zout ontstaan.
▪ Vb: 2 K(s) + Cl2(g) -> 2 KCl(s) Er zijn 2 elektronen van K naar Cl
gegaan.
▪ Macroniveau: metaal (vaste stof) en moleculaire stof (geel gas) wordt
een zout (witte vaste stof). Microniveau: er worden elektronen overgedragen
van een metaalatoom naar een niet-metaalatoom, waardoor er uit neutrale
deeltjes ionen ontstaan.
► Kenmerk redoxreacties: deeltjes veranderen van lading (dus ook van Fe 3+ naar
Fe2+).
Oxidatoren en reductoren
► De elektronegativiteit van een element laat zien of het elektronen zal
opnemen of afstaan.
► Hoge elektronegativiteit = negatieve ionen. Lage elektronegativiteit =
positieve ionen.
► Oxidator: deeltje dat elektronen op kan nemen.
► Reductor: deeltje dat elektronen kan afstaan.
► Als een deeltje als oxidator reageert, ontstaat een deeltje dat als reductor kan
reageren. Deze deeltjes vormen samen een redoxkoppel (K en K+ ; Cl2 en 2 Cl-
zijn een redoxkoppel).
Reactiviteit van metalen
► Onedele metalen (Na, Ca, etc.) reageren gemakkelijker dan edelmetalen,
doordat onedele metalen veel stabiliteit winnen door elektronen af te geven =>
sterke reductoren (kunnen reageren met zwakke oxidator zoals water).
Edelmetalen zijn altijd zwakke reductoren.
▪ Goudionen ontstaan alleen in aanwezigheid van een sterke oxidator.
► Metaalionen kunnen als oxidator reageren. Ionen van edelmetalen zijn
sterkere oxidatoren dan ionen van onedele metalen.
▪ Een sterke oxidator heeft een zwakke geconjugeerde reductor.
Reactiviteit van niet-metalen
► Halogenen (groep 17)zijn sterke oxidatoren (winnen stabiliteit door opnemen
van elektronen).
► Negatieve ionen (Cl-, Br-) kunnen als reductor reageren.
► Soms reageert een aantal deeltjes gezamenlijk als reductor/oxidator: in reactie
, tussen natrium en water ontstaan uit 2 watermoleculen na opname van 2
elektronen 2 hydroxide-ionen en 1 waterstofmolecuul.