Samenvatting ZHBII week5 UU

Zintuigen, hersenen en beweging II week 5
September 2020

Inhoudsopgave
HC Wervelkolom pathologie...............................................................................................................2
HC Lage rugklachten...........................................................................................................................7
WG wervelkolomaandoeningen.......................................................................................................11
IC Stoornissen van het steun- en bewegingsstelsel..........................................................................14

, HC Wervelkolom pathologie
 Meest voorkomende pathologie = low back pain
 Best wel veel zaken die direct te herleiden zijn tot de wervelkolom.
 Wervelkolom is meer dan 500 miljoen jaar geleden ontstaan
 Basispatroon van wervelkolom is altijd hetzelfde. Wervellichaam, pendikels en processi.
Tussen wervellichamen zitten tussenwervelschijven.
 Het is een boog die onder spanning staat en daardoor heel sterk is.
 We zijn van vier voeten naar twee benen gegaan. Hier begint het eerste probleem al.
Stabiliteit van de boog valt weg. Overgang van nek naar thoracale wervelkolom, overgang
van thoracaal naar lumbaal en de overgang van lumbaal naar sacraal zijn gevoelige plekken.
Op deze plekken zie je de meeste slijtage problemen ontstaan.
 Scoliose zie je ook alleen bij mensen, omdat we recht op zijn gaan staan.
 Facetgewrichten en tussenwervelschijven zorgen nu voor de stabiliteit van de wervelkolom.
Facetgewrichten begeleiden bewegingen in de wervelkolom.
Tussenwervelschijven zijn een soort veertjes.
 Tussenwervelschijf blijft tot je 20ste goed, na je 20ste zie je al het eerste verval. De nucleus
pulposis trekt water aan, hierdoor wordt de zak van binnen op spanning gehouden. Dan kan
je goed veren. Na je 20ste levensjaar wordt dat water opnemende vermogen minder, wordt
zachter. Uiteindelijk gaat hij degeneren.

Paar bijzonderheden

 C1 en C2 kunnen ontzettend veel flexie, extensie en rotatie.
Wervel C1 kan als een ringetje draaien rond de dens. Hier is een gewrichtje ontstaan. Dit
heeft te maken dat C1 los gelaten is, tijdens het vormen van de wervels uit sclerotomen.
Dens was oorspronkelijk een deel van sclerotoom C1.
 Sacrale wervels zijn gefuseerd, zodat het de hoeksteen kan vormen van de bekken.
 Ruggenmerg loopt ong tot L1/L2. Daaronder lopen de zenuwuitlopers, cauda equina.
Laatste stukje van het ruggenmerg heet de conus. Daaronder kan je veilig een
lumbaalpunctie doen.
 Spinale zenuwen op cervicaal en lumbaal niveau vormen plexussen. Daaruit vormen zich de
perifere zenuwen voor armen en benen.
 Kijk nog even naar de dermatomen
De staart/rectum is het laagste/het meest caudale gedeelte van een mens. Niet de voeten.
 Als iemand dwarslaesie heeft, is rectaal toucher belangrijk om te kijken naar S5. Is er nog
verbinding tussen hersenen en caudale deel van CZS.
 Wervelkolom is het best gevasculeerde deel van het skelet. Dit zal ook de reden kunnen zijn
waarom kanker zich vaak verspreid naar de wervelkolom.

Belangrijkste pathologieën

 Onder te verdelen in een zes tal hoofdcategorieën
1. Congenitaal
- Spina bifida
- Congenitale deformaties. Fusie van wervels bv.
2. Ontwikkeling
- Scoliose
- M. Scheuerman
3. Degeneratie grootste groep, heeft er mee te maken dat we steeds ouder worden.