Hoofstuk 2,3, 33 t/m 38 (SE week januari) domein A & F
Hoofdstuk 33 Absorption costing (integrale methode)
Absorption costing = zowel de constante als variabele kosten opnemen in de kostprijs
33.1 Verkoopprijs
Kostprijs = variabele en constante kosten
Verkoopprijs = kostprijs x winstopslag
Consumentenprijs = verkoopprijs x omzetbelasting
Andersom:
Verkoopprijs – btw – winstopslag = kostprijs
Verkoopprijs – btw – kostprijs = winstopslag
33.2 Voorcalculatie
Verwacht verkoopresultaat = verwachte afzet x (verkoopprijs – omzetbelasting – kostprijs)
Kostprijs = C/N + V/B
Bezettingsresultaat = (B-N) x C/N (hoort bij budgetresultaat)
Bedrijfsresultaat = verkoopresultaat -/+ budgetresultaat OF totale opbrengst – totale kosten
33.3 Nacalculatie met werkelijke gegevens
Nacalculatorische bedrijfsresultaat:
Gerealiseerd verkoopresultaat = werkelijke afzet x (verkoopprijs – kostprijs) of omzet –
belasting en daar de winstopslag van nemen
+/- Gerealiseerd budgetresultaat = werkelijke afzet x kostprijs – werkelijke kosten van de
afzet of per onderdeel toegestane en werkelijke kosten
Of
Totale werkelijke opbrengsten – werkelijke totale kosten (makkelijker!)
33.4 Nacalculatorisch budget, analyse en beleid
Nacalculatorisch budget = achteraf bepalen wat de kosten mochten zijn bij werkelijke
productie en afzet
Budget = taakstellende begroting (wat de doelen zijn met productie en kosten), vast, variabel
of gemengd budget
Efficiency resultaat = (sh x sp) – (wh x sp)
Prijs resultaat = (sp x wh) – (wp x wh)
Budgetresultaat = bezettings- + efficiency- + prijs-
Kostenanalyse:
- Grondstoffen efficiency voordelig: kleinere hoeveelheid voortaan
- Loonkosten efficiency en prijs nadelig: teveel uren, dure overuren, loonstijging, stijging
sociale lasten
- Variabele machine kosten prijs nadelig: teveel olie, onderhoud
- Constante machine kosten nadelig: afzet of productie of rentekosten stijging
33.5 Nacalculatie, analyse en beleid bij opslagen
, Verschillenanalyse:
- Nacalculatorische winstopslag: nacalculatorische bedrijfsresultaat in een percentage van de
werkelijke kosten. Als dit veel minder is dan de voorcalculatorische winstopslag dan komt
dat door nadelige budgetresultaten. Winstopslag verhogen, als dit weinig omzetverlies geeft.
- Variabele materiaalkosten nadelig: efficiency of prijs: verbruik ingeschat, prijsstijgingen,
verliesgevende order
Absorption costing = zowel de constante als variabele kosten opnemen in de kostprijs
Hoofdstuk 34 Direct costing
34.1 Dekkingsbijdrage en bedrijfsresultaat
Variabele kostencalculatie:
Begrote verkoopprijs pp – toegestane variabele kosten pp = dekkingsbijdrage/
contributiemarge pp
Totale dekkingsbijdrage – totale toegestane constante kosten = begroot
bedrijfsresultaat
34.2 Nacalculatie, analyse en beleid
Bereken begrote winst = dekkingsbijdrages – totale constante kosten
Bereken werkelijke winst = begrote winst + nadelige en voordelige budgetresultaten OF
omzet – variabele kosten = dekkingsbijdrage per project, totale dekkingsbijdrage – totale
kosten
34.3 Hulpmiddel naar keuze
Naarmate een groter deel van de kosten variabel is, kan het management beter sturen met
dekkingsbijdragen en dan neemt de kans op een hoger bedrijfsresultaat toe. Het werken met
flexwerkers in plaats van vast personeel neemt hierdoor toe.
34.4 Verschil absorption costing en direct costing
Verschil in voorraadwaardering want bij absorption costing worden de constante kosten ook
verdeeld over de afzet.
Wijziging in voorraad = (eindvoorraad – beginvoorraad) x constante kosten per stuk
Hoofdstuk 35 accrual-accounting en matchingprincipe
35.1 Kosten en uitgaven
Permanentie: als een onderneming een aantal keren per jaar een balans en winst-en-
verliesrekening opstelt (voor de kosten en opbrengsten).
Transitorische posten: uitstelposten links (vooruitbetaalde bedragen), anticipatieposten
rechts (nog te betalen bedragen).
Debet kant: vorderingen/bezittingen
Credit kant: schulden
Accrual-accounting = gevolgen van transacties verwerken we wanneer ze zich voordoen en
niet wanneer uitgaven worden gedaan / middelen worden ontvangen
35.2 Opbrengsten en ontvangsten
Hoofdstuk 33 Absorption costing (integrale methode)
Absorption costing = zowel de constante als variabele kosten opnemen in de kostprijs
33.1 Verkoopprijs
Kostprijs = variabele en constante kosten
Verkoopprijs = kostprijs x winstopslag
Consumentenprijs = verkoopprijs x omzetbelasting
Andersom:
Verkoopprijs – btw – winstopslag = kostprijs
Verkoopprijs – btw – kostprijs = winstopslag
33.2 Voorcalculatie
Verwacht verkoopresultaat = verwachte afzet x (verkoopprijs – omzetbelasting – kostprijs)
Kostprijs = C/N + V/B
Bezettingsresultaat = (B-N) x C/N (hoort bij budgetresultaat)
Bedrijfsresultaat = verkoopresultaat -/+ budgetresultaat OF totale opbrengst – totale kosten
33.3 Nacalculatie met werkelijke gegevens
Nacalculatorische bedrijfsresultaat:
Gerealiseerd verkoopresultaat = werkelijke afzet x (verkoopprijs – kostprijs) of omzet –
belasting en daar de winstopslag van nemen
+/- Gerealiseerd budgetresultaat = werkelijke afzet x kostprijs – werkelijke kosten van de
afzet of per onderdeel toegestane en werkelijke kosten
Of
Totale werkelijke opbrengsten – werkelijke totale kosten (makkelijker!)
33.4 Nacalculatorisch budget, analyse en beleid
Nacalculatorisch budget = achteraf bepalen wat de kosten mochten zijn bij werkelijke
productie en afzet
Budget = taakstellende begroting (wat de doelen zijn met productie en kosten), vast, variabel
of gemengd budget
Efficiency resultaat = (sh x sp) – (wh x sp)
Prijs resultaat = (sp x wh) – (wp x wh)
Budgetresultaat = bezettings- + efficiency- + prijs-
Kostenanalyse:
- Grondstoffen efficiency voordelig: kleinere hoeveelheid voortaan
- Loonkosten efficiency en prijs nadelig: teveel uren, dure overuren, loonstijging, stijging
sociale lasten
- Variabele machine kosten prijs nadelig: teveel olie, onderhoud
- Constante machine kosten nadelig: afzet of productie of rentekosten stijging
33.5 Nacalculatie, analyse en beleid bij opslagen
, Verschillenanalyse:
- Nacalculatorische winstopslag: nacalculatorische bedrijfsresultaat in een percentage van de
werkelijke kosten. Als dit veel minder is dan de voorcalculatorische winstopslag dan komt
dat door nadelige budgetresultaten. Winstopslag verhogen, als dit weinig omzetverlies geeft.
- Variabele materiaalkosten nadelig: efficiency of prijs: verbruik ingeschat, prijsstijgingen,
verliesgevende order
Absorption costing = zowel de constante als variabele kosten opnemen in de kostprijs
Hoofdstuk 34 Direct costing
34.1 Dekkingsbijdrage en bedrijfsresultaat
Variabele kostencalculatie:
Begrote verkoopprijs pp – toegestane variabele kosten pp = dekkingsbijdrage/
contributiemarge pp
Totale dekkingsbijdrage – totale toegestane constante kosten = begroot
bedrijfsresultaat
34.2 Nacalculatie, analyse en beleid
Bereken begrote winst = dekkingsbijdrages – totale constante kosten
Bereken werkelijke winst = begrote winst + nadelige en voordelige budgetresultaten OF
omzet – variabele kosten = dekkingsbijdrage per project, totale dekkingsbijdrage – totale
kosten
34.3 Hulpmiddel naar keuze
Naarmate een groter deel van de kosten variabel is, kan het management beter sturen met
dekkingsbijdragen en dan neemt de kans op een hoger bedrijfsresultaat toe. Het werken met
flexwerkers in plaats van vast personeel neemt hierdoor toe.
34.4 Verschil absorption costing en direct costing
Verschil in voorraadwaardering want bij absorption costing worden de constante kosten ook
verdeeld over de afzet.
Wijziging in voorraad = (eindvoorraad – beginvoorraad) x constante kosten per stuk
Hoofdstuk 35 accrual-accounting en matchingprincipe
35.1 Kosten en uitgaven
Permanentie: als een onderneming een aantal keren per jaar een balans en winst-en-
verliesrekening opstelt (voor de kosten en opbrengsten).
Transitorische posten: uitstelposten links (vooruitbetaalde bedragen), anticipatieposten
rechts (nog te betalen bedragen).
Debet kant: vorderingen/bezittingen
Credit kant: schulden
Accrual-accounting = gevolgen van transacties verwerken we wanneer ze zich voordoen en
niet wanneer uitgaven worden gedaan / middelen worden ontvangen
35.2 Opbrengsten en ontvangsten
