Samenvatting uitleg verpleegkundig rekenen

Verpleegkundig rekenen uitleg per onderdeel
Inhoud:
 BMI
 Vochtbalans
 Zuurstof toedienen
 Oplossingen – algemeen
 Oplossingen – medicatie
 Infuustherapie



BMI
 BMI tot 18,5: te licht
 BMI tussen 18,5 en 25: gezond gewicht
 BMI tussen 25 en 30: te zwaar
 BMI boven 30: veel te zwaar
Deel het gewicht (in kilo) door de lengte (in meter) in het kwadraat. Rond het getal af op één
cijfer achter de komma.
Gewicht : (lengte x lengte) = BMI


Vochtbalans
Wanneer er meer vocht wordt opgenomen dan uitgescheiden, spreekt men over een positieve
vochtbalans en wanneer er meer vocht wordt uitgescheiden dan opgenomen van een negatieve
vochtbalans.
Het vocht dat iemand opneemt door drank en voedsel via de mond (per os), via een infuus of
via een sonde. De uitscheiding van vocht gaat voornamelijk via urine, transpiratie, uitademing
en ontlasting. Ook braaksel en het wondvocht dat via een drain het lichaam verlaat hoort
gemeten te worden voor de vochtbalans.
De hoeveelheid vocht op een vochtbalans wordt genoteerd in ml. De balans wordt om 24.00
uur opgemaakt: de hoeveelheden vocht van beide kolommen worden eerst apart opgeteld en
daarna van elkaar afgetrokken. Het verschil bepaalt of het een positieve of een negatieve
vochtbalans betreft.
Vocht in - vocht uit = verschil


Zuurstof toedienen
De druk (bar) x inhoud cilinder (liters) = aantal liters beschikbare zuurstof