Geschiedenis 1.1, 1.2, 1.3
1.1
Geallieerden Centralen
-Verenigd koninkrijk -Duitsland
-Frankrijk -Oostenrijk-Hongarije
-Rusland (tot 1917) -Ottomaanse/Turkse rijk
-V.S. (vanaf 1917) -Bulgarije
-Italië (vanaf 1917)
-België
-Servië
1914-1918 -> eerste wereldoorlog
1.2
Nieuws kon zich snel verspreiden door nieuwe communicatiemiddelen. Door
uitvindingen als de lopende band, produceerden de fabrieken steeds sneller en
chemische industrie en de productie van elektrische apparaten groeide snel,
samen met nieuwe industrieeën. Kolonies bleven belangrijk, de europeanen
haalde er naast traditionele producten haalden ze er ook grondstoffen
vandaan (rubber, tin en aardolie). Door wetgeving verbeterde ook de werk- en
woonomstandigheden van de arbeiders, er kwam riolering, de lonen stegen en
leerplicht maakte een eind aan kinderabreid. De industriele revolutie had voor
een moderne samenleving.
De moderne samenleving had ook schaduwkanten. In 1906 stond het
oorlogschip Dreadnought in 19006 symbool voor de snelle technische
vooruitgang in Engeland. De chemise industrie leverde een bijlage aan de
ontwikkeling van nieuwe wapens.
De spanningen in europa
-de frans duitse oorlog (1871).
Duitsland werd een groot land, en veroverde het franse mijn- en
industriegebied Elzas-Lotharingen. De fransen voelde zich vernederd en wilde
vraag nemen op Duitsland. Na de oorlog had Duitsland de snelst groeiende en
modernste economie van Europa.
, -nationalisme/modern imperialisme
De duitsers vonden dat als sterk land Duitsland ook recht hadop kolonies, het
hebben van kolonies maakte de europese landen trots. Duitsland mengde zich
ook in de strijd om kolonies. Met name Engeland en Frankrijk werden daar
nerveus van omdat hun grote kolonialen rijken in azië en Afrika bezeten.
-wapenwedloop
De duitse keizer (Wilhem 2) liet een sterke vloot bouwen om ook een rol te
spelen in de wedloop om kolonies. Engeland had de sterkste vloot en voelde
zich bedrijgt en breidde daarom zijn oorlogsvloot uit. Zo ontsond tussen
duitsland en engeland een wapenwedloop.
-spanningen in de balkan (Zuidoost-Europa)
Het zwakke Ottomaanse rijk voor grote instabiliteit. Het Ottomaanse rijk
brokkelde steeds verder af omdat Grieken, Roemenen, Bulgaren en serven in
opstand kwamen en zelfstandige staten uit riepen. Rusland steunde Servië en
andere volken tegen de ottomanen, om zo de Russische invloed op de balkan
strategisch gelegen zeestraat tussen de Zwarte zee en de Middellandse zee te
vergroten. Veel inwoners van Bosnië waren serven en wilden zich aansluiten
bij Servië. Oosterijk-Hongarije was een veelvolkerenstaat.
-bondgenootschappen
Veel Europese landen wilden zich indekken tegen een mogelijke oorlog en
sloten bondgenootschappen.
In 1882 spraken Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië af elkaar te steunen
in geval van oorlog. -> De Triple Alliantie.
Het bondgenootschap was vooral gericht tegen Frankrijk. Duitsland was het
sterkste land in het bondgenootschap. De italianen zochten vooral manieren
om hun gebied uit te breiden. De alliantie leek op papier sterker dan in het
echt.
Vanaf 1890 zochten Rusland en Frankrijk steeds meer toenadering tot elkaar.
Ook engeland en frankrijk zochten door de duitse reiging steun bij elkaar. In
1907 sloten Frankrijk, Engeland en Rusland het bondgenootschap -> De Triple
Entente af. Dit bondgenootschap was vooral gericht tegen Duitsland.
Door de bongenootschappen was Europa verdeelt in 2 vijandige kampen. Als
een land aangevallen zou worden zou er direct een europese oorlog ontstaan.
1.1
Geallieerden Centralen
-Verenigd koninkrijk -Duitsland
-Frankrijk -Oostenrijk-Hongarije
-Rusland (tot 1917) -Ottomaanse/Turkse rijk
-V.S. (vanaf 1917) -Bulgarije
-Italië (vanaf 1917)
-België
-Servië
1914-1918 -> eerste wereldoorlog
1.2
Nieuws kon zich snel verspreiden door nieuwe communicatiemiddelen. Door
uitvindingen als de lopende band, produceerden de fabrieken steeds sneller en
chemische industrie en de productie van elektrische apparaten groeide snel,
samen met nieuwe industrieeën. Kolonies bleven belangrijk, de europeanen
haalde er naast traditionele producten haalden ze er ook grondstoffen
vandaan (rubber, tin en aardolie). Door wetgeving verbeterde ook de werk- en
woonomstandigheden van de arbeiders, er kwam riolering, de lonen stegen en
leerplicht maakte een eind aan kinderabreid. De industriele revolutie had voor
een moderne samenleving.
De moderne samenleving had ook schaduwkanten. In 1906 stond het
oorlogschip Dreadnought in 19006 symbool voor de snelle technische
vooruitgang in Engeland. De chemise industrie leverde een bijlage aan de
ontwikkeling van nieuwe wapens.
De spanningen in europa
-de frans duitse oorlog (1871).
Duitsland werd een groot land, en veroverde het franse mijn- en
industriegebied Elzas-Lotharingen. De fransen voelde zich vernederd en wilde
vraag nemen op Duitsland. Na de oorlog had Duitsland de snelst groeiende en
modernste economie van Europa.
, -nationalisme/modern imperialisme
De duitsers vonden dat als sterk land Duitsland ook recht hadop kolonies, het
hebben van kolonies maakte de europese landen trots. Duitsland mengde zich
ook in de strijd om kolonies. Met name Engeland en Frankrijk werden daar
nerveus van omdat hun grote kolonialen rijken in azië en Afrika bezeten.
-wapenwedloop
De duitse keizer (Wilhem 2) liet een sterke vloot bouwen om ook een rol te
spelen in de wedloop om kolonies. Engeland had de sterkste vloot en voelde
zich bedrijgt en breidde daarom zijn oorlogsvloot uit. Zo ontsond tussen
duitsland en engeland een wapenwedloop.
-spanningen in de balkan (Zuidoost-Europa)
Het zwakke Ottomaanse rijk voor grote instabiliteit. Het Ottomaanse rijk
brokkelde steeds verder af omdat Grieken, Roemenen, Bulgaren en serven in
opstand kwamen en zelfstandige staten uit riepen. Rusland steunde Servië en
andere volken tegen de ottomanen, om zo de Russische invloed op de balkan
strategisch gelegen zeestraat tussen de Zwarte zee en de Middellandse zee te
vergroten. Veel inwoners van Bosnië waren serven en wilden zich aansluiten
bij Servië. Oosterijk-Hongarije was een veelvolkerenstaat.
-bondgenootschappen
Veel Europese landen wilden zich indekken tegen een mogelijke oorlog en
sloten bondgenootschappen.
In 1882 spraken Duitsland, Oostenrijk-Hongarije en Italië af elkaar te steunen
in geval van oorlog. -> De Triple Alliantie.
Het bondgenootschap was vooral gericht tegen Frankrijk. Duitsland was het
sterkste land in het bondgenootschap. De italianen zochten vooral manieren
om hun gebied uit te breiden. De alliantie leek op papier sterker dan in het
echt.
Vanaf 1890 zochten Rusland en Frankrijk steeds meer toenadering tot elkaar.
Ook engeland en frankrijk zochten door de duitse reiging steun bij elkaar. In
1907 sloten Frankrijk, Engeland en Rusland het bondgenootschap -> De Triple
Entente af. Dit bondgenootschap was vooral gericht tegen Duitsland.
Door de bongenootschappen was Europa verdeelt in 2 vijandige kampen. Als
een land aangevallen zou worden zou er direct een europese oorlog ontstaan.