HAVO-4: scheikunde samenvatting H1 t/m H5
H1: Atoombouw
Volledige verbranding
brandstof + O2 (g)→ C02(g) + H20(l)
Reactievergelijking van fotosynthese (verbranding van glucose)
C6H12O6 + 6 O2(g) → 6 CO2(g) + 6 H20(l)
H2: Molaire berekeningen
H3: Bindingen
Metaalbinding
Het bestaat uit metaalatomen.
Hierbij houden de valantie-elektronen het positieve atoomrest bijeen.
Vanderwaalsbinding (molecuulbinding)
Het bestaat uit moleculen.
Hierbij worden moleculen door aantrekkende krachten bijeengehouden. De aantrekkende krachten
ontstaat door de moleculen tijdelijk een positieve en negatieve kant krijgen waardoor ze elkaar
kunnen aantrekken.
Waterstofbruggen
Het bestaat uit OH en/of NH groepen.
Hierbij gaan zowel O-atomen als N-atomen een binding aan met de H-atomen en ontstaan zo
waterstofbruggen.
Atoombinding (covalente binding)
Het bestaat uit niet-metaalatomen.
Hierbij ontstaan gemeenschappelijke elektronenparen die door elektrostatische kracht het positieve
atoomrest bijeenhouden.
Polaire atoombinding
Het is een binding tussen een H-atoom en Cl-atoom.
➔ Elektronegativiteit: geeft weer hoe sterk het atoom elektronen
aantrekt. Het wordt uitgedrukt in getallen. Hoe groter het getal, hoe
meer elektronen het atoom aantrekt.
➔ voorbeeld: elektronegativiteit van natrium is 0,93 en van chloor 3,16.
ECl>ENa.
Dit houdt in dat chloor meer elektronen aantrekt t.o.v. natrium. Chloor
is daardoor negatief geladen en natrium positief geladen.
➔ BiNaS tabel 40A
Ionbinding
H1: Atoombouw
Volledige verbranding
brandstof + O2 (g)→ C02(g) + H20(l)
Reactievergelijking van fotosynthese (verbranding van glucose)
C6H12O6 + 6 O2(g) → 6 CO2(g) + 6 H20(l)
H2: Molaire berekeningen
H3: Bindingen
Metaalbinding
Het bestaat uit metaalatomen.
Hierbij houden de valantie-elektronen het positieve atoomrest bijeen.
Vanderwaalsbinding (molecuulbinding)
Het bestaat uit moleculen.
Hierbij worden moleculen door aantrekkende krachten bijeengehouden. De aantrekkende krachten
ontstaat door de moleculen tijdelijk een positieve en negatieve kant krijgen waardoor ze elkaar
kunnen aantrekken.
Waterstofbruggen
Het bestaat uit OH en/of NH groepen.
Hierbij gaan zowel O-atomen als N-atomen een binding aan met de H-atomen en ontstaan zo
waterstofbruggen.
Atoombinding (covalente binding)
Het bestaat uit niet-metaalatomen.
Hierbij ontstaan gemeenschappelijke elektronenparen die door elektrostatische kracht het positieve
atoomrest bijeenhouden.
Polaire atoombinding
Het is een binding tussen een H-atoom en Cl-atoom.
➔ Elektronegativiteit: geeft weer hoe sterk het atoom elektronen
aantrekt. Het wordt uitgedrukt in getallen. Hoe groter het getal, hoe
meer elektronen het atoom aantrekt.
➔ voorbeeld: elektronegativiteit van natrium is 0,93 en van chloor 3,16.
ECl>ENa.
Dit houdt in dat chloor meer elektronen aantrekt t.o.v. natrium. Chloor
is daardoor negatief geladen en natrium positief geladen.
➔ BiNaS tabel 40A
Ionbinding