Kosten-Batenanalyse Samenvatting hoofdstuk 11 t/m 14.
Hoorcollege week 2.1
Hoofdstuk 11.
Management control: zekerheid bieden dat de door het management gestelde doelen
worden bereikt. Dit kan betrekking hebben op:
- Het stellen van doelen en het bewaken van de realisatie daarvan.
- Het geven van richtlijnen voor de inrichting van het management controlesysteem en
het bewaken van de werking en naleving daarvan.
Controller: medewerker die speciaal verantwoordelijk is voor management control.
Planning & control cyclus: vorm en inhoudgeving van management control.
Definitie P&C cyclus
Op een systematische manier inhoud geven aan het proces van richting geven (het
besturen/ planning) en het op koers houden (beheersen/control) van de organisatie.
Kostencalculaties
Waarom kostencalculaties?
- Je hebt inzicht in de kosten nodig om beslissingen te kunnen nemen in een
organisatie (intern) en om aan het einde van een boekingsperiode de balans op te
kunnen stellen (extern).
Bij beslissingen kun je denken aan vragen als:
- Moeten we deze incidentele order wel accepteren?
- Verdienen we wel aan ons contract met AH?
- Moeten wij wel tv/internet/bellen via glasvezel gaan aanbieden, als we tenminste
€45,00 per maand zouden moeten vragen?
- Kunnen we niet beter vierkante meters huren buiten ons bedrijf?
Kosten: de geldswaarden van de in het productieproces noodzakelijk opgeofferde
productiemiddelen.
Productiemiddelen: bijv. personeel, materiaal en machines.
Kostenindelingen.
- Vast/variabel. (toename productieomvang bij vaste/proportioneel variabel)
Totale kosten Kosten per eenheid
Vaste kosten Blijven gelijk Dalen
Variabele kosten Stijgen Blijven gelijk
Je hebt proportioneel, degressief en progressief.
1
, Direct/indirect.
Directe kosten: bijzondere kosten van de kostendrager. Dat zijn kosten die duidelijk horen
bij een bepaald product/dienst. Er is een oorzakelijk gevolg tussen de kosten en de
kostendrager. (bijv. grondstofkosten)
Indirecte kosten: er is geen 1-op-1 oorzakelijk verband tussen de kosten en de
kostendrager. De kosten zijn niet direct toewijsbaar aan een kostendrager.
Kostensoorten:
- Kosten van de grond- en hulpstoffen.
- Kosten van de menselijke arbeid
- Kosten van de duurzame productiemiddelen
- Kosten van de grond
- Kosten van de diensten van derden.
- Belastingen
- Kosten van het vermogen
Hoorcollege week 2.2
Hoofdstuk 11.
Hoog-laagmethode
Bij deze methode worden van kostengegevens uit het verleden de kosten van de periode
met de laagste productieomvang vergeleken met die met de hoogste productieomvang.
Het verschil in kosten wordt geacht veroorzaakt te zijn door proportioneel variabele
kosten.
Bijv. totale kosten= vaste kosten + aantal eenheden x variabele kosten per eenheid
200.000= vaste kosten + 5000 x vk per eenheid
95.000= vaste kosten + 1500 x vk per eenheid
105.000= vaste kosten + 3500 x vk per eenheid
105.000= 3500 x vk per eenheid
105.000/3500= 30 euro aan vk per eenheid
Vaste kosten= totale kosten – variabele kosten
200.000 – (5000*30)= 50.000 euro aan vaste kosten.
Break-evenanalyse
Break-evenafzet: de afzet waarbij de opbrengst gelijk is aan de kosten = geen winst
Break-evenomzet: de omzet waarbij de opbrengst gelijk is aan de kosten = geen winst
Break-evenanalyse: TO=TK
TO = q x p C= constante kosten v= variabele kosten
TK = C + q x v q= hoeveelheid p= verkoopprijs
C= constante kosten
P= verkoopprijs
V= variabele kosten
2
Hoorcollege week 2.1
Hoofdstuk 11.
Management control: zekerheid bieden dat de door het management gestelde doelen
worden bereikt. Dit kan betrekking hebben op:
- Het stellen van doelen en het bewaken van de realisatie daarvan.
- Het geven van richtlijnen voor de inrichting van het management controlesysteem en
het bewaken van de werking en naleving daarvan.
Controller: medewerker die speciaal verantwoordelijk is voor management control.
Planning & control cyclus: vorm en inhoudgeving van management control.
Definitie P&C cyclus
Op een systematische manier inhoud geven aan het proces van richting geven (het
besturen/ planning) en het op koers houden (beheersen/control) van de organisatie.
Kostencalculaties
Waarom kostencalculaties?
- Je hebt inzicht in de kosten nodig om beslissingen te kunnen nemen in een
organisatie (intern) en om aan het einde van een boekingsperiode de balans op te
kunnen stellen (extern).
Bij beslissingen kun je denken aan vragen als:
- Moeten we deze incidentele order wel accepteren?
- Verdienen we wel aan ons contract met AH?
- Moeten wij wel tv/internet/bellen via glasvezel gaan aanbieden, als we tenminste
€45,00 per maand zouden moeten vragen?
- Kunnen we niet beter vierkante meters huren buiten ons bedrijf?
Kosten: de geldswaarden van de in het productieproces noodzakelijk opgeofferde
productiemiddelen.
Productiemiddelen: bijv. personeel, materiaal en machines.
Kostenindelingen.
- Vast/variabel. (toename productieomvang bij vaste/proportioneel variabel)
Totale kosten Kosten per eenheid
Vaste kosten Blijven gelijk Dalen
Variabele kosten Stijgen Blijven gelijk
Je hebt proportioneel, degressief en progressief.
1
, Direct/indirect.
Directe kosten: bijzondere kosten van de kostendrager. Dat zijn kosten die duidelijk horen
bij een bepaald product/dienst. Er is een oorzakelijk gevolg tussen de kosten en de
kostendrager. (bijv. grondstofkosten)
Indirecte kosten: er is geen 1-op-1 oorzakelijk verband tussen de kosten en de
kostendrager. De kosten zijn niet direct toewijsbaar aan een kostendrager.
Kostensoorten:
- Kosten van de grond- en hulpstoffen.
- Kosten van de menselijke arbeid
- Kosten van de duurzame productiemiddelen
- Kosten van de grond
- Kosten van de diensten van derden.
- Belastingen
- Kosten van het vermogen
Hoorcollege week 2.2
Hoofdstuk 11.
Hoog-laagmethode
Bij deze methode worden van kostengegevens uit het verleden de kosten van de periode
met de laagste productieomvang vergeleken met die met de hoogste productieomvang.
Het verschil in kosten wordt geacht veroorzaakt te zijn door proportioneel variabele
kosten.
Bijv. totale kosten= vaste kosten + aantal eenheden x variabele kosten per eenheid
200.000= vaste kosten + 5000 x vk per eenheid
95.000= vaste kosten + 1500 x vk per eenheid
105.000= vaste kosten + 3500 x vk per eenheid
105.000= 3500 x vk per eenheid
105.000/3500= 30 euro aan vk per eenheid
Vaste kosten= totale kosten – variabele kosten
200.000 – (5000*30)= 50.000 euro aan vaste kosten.
Break-evenanalyse
Break-evenafzet: de afzet waarbij de opbrengst gelijk is aan de kosten = geen winst
Break-evenomzet: de omzet waarbij de opbrengst gelijk is aan de kosten = geen winst
Break-evenanalyse: TO=TK
TO = q x p C= constante kosten v= variabele kosten
TK = C + q x v q= hoeveelheid p= verkoopprijs
C= constante kosten
P= verkoopprijs
V= variabele kosten
2
