FA-BA303
Lymfatisch systeem
Lymfatisch systeem = lymfevaten + lymfeknopen
- Lymfevaten: opnemen interstitieel vloeistof vanuit weefsel
o Interstitieel vloeistof: filtraat uit plasma van bloedcapillairen
- Lymfeknopen
o Secundaire lymfoïde organen
o Start adaptieve respons tegen pathogenen; instroom via lymfe
o Lymfe flow: afferente lymfevat → subcapsulaire sinus → medullaire sinus → efferente lymfevat
o Opbouw lymfeknoop
▪ Kapsel
▪ Subcapsulaire sinus macrofagen; fagocytose micro-organismen
▪ Cortex B-cellen in follikels
• Primaire follikels: geen germinaal centrum naïeve B-cellen
• Secundaire follikels: germinaal centrum geactiveerde B-cellen
▪ Paracortex T-cel zones
▪ HEVs: high endothelial venules; instroom naïeve B- en T-cellen
• Chemokines reguleren aantrekking van B- en T-cellen
vanuit bloed via HEVs naar juiste plaats in lymfeknoop
• B-cellen en T-cellen hebben verschillende receptoren voor
chemokines; verschillende bestemming in lymfeknoop
▪ Medulla: filter voor efferente lymfevaten
- Lymfe naar lymfeknopen d.m.v. peri-lymfatisch glad spierweefsel
- Verzameling lymfe in ductus thoracicus borstbuis, thoracic duct
- Lymfe terug in circulatie via superior vena cava bovenste holle ader
Primaire lymfoïde organen: beenmerg en thymus
- Tot expressie brengen van antigeen-receptoren
- Maturatie
Secundaire lymfoïde organen: milt, lymfeknopen, mucosa-geassocieerd lymfeweefsel
- Initiatie lymfocytenreacties (adaptief immuunsysteem) tegen lichaamsvreemde antigenen
1 - 87
,Immuuncellen
Figuur 1 Ontwikkeling immuuncellen uit hematopoëtische stamcellen
2 - 87
, Immuuncel Oorsprong Maturatie Effectorcel?
Monocyten/macrofagen Beenmerg
Mestcellen Beenmerg
Neutrofielen Beenmerg
Basofielen Beenmerg
Eosinofielen Beenmerg
Hematopoëtische stamcel in beenmerg
Dendritische cellen Beenmerg
B lymfocyten Beenmerg Ja
T lymfocyten Thymus Ja
Natural killer cellen Beenmerg
Innate lymfoïde cellen Beenmerg
Monocyten/macrofagen
- In circulatie: monocyten
o Klassieke/inflammatoire monocyten
▪ Productie inflammatoire mediatoren, fagocytose, snelle verplaatsing naar geïnfecteerd weefsel
▪ Hoge expressie CD14, lage expressie CD16, expressie chemokine receptor CCR2
o Non-klassieke monocyten
▪ Aantrekking in weefsels na infectie, bijdrage aan herstel
▪ Lage expressie CD14, hoge expressie CD16, expressie chemokine receptor CX3CR1
- In weefsel: macrofagen
o Aangeboren en adaptieve immuniteit
o Fagocytose microben en necrotische cellen → degradatie
o Aantrekken immuuncellen naar plaats van infectie via uitscheiding cytokines
o Antigen-presentatie voor activatie T-cellen
o Stimuleren angiogenese en fibrose (synthese collageen-rijk extracellulair materiaal) voor
weefselherstel
o Receptoren voor activatie
▪ TLRs: Toll-like receptoren
▪ Receptoren voor opsonins; complement receptoren, IgG Fc-receptoren
• Opsonin: moleculen op microben/antigenen als tag voor fagocytose
o Soorten
▪ Klassieke activatie – M1 macrofagen
• Activatie door cytokines; stimulatie tot doden van microben
▪ Alternatieve activatie – M2 macrofagen
• Activatie door cytokines; stimulatie tot promoten weefselherstel
3 - 87
, Figuur 2 Maturatie fagocyten
Figuur 3 Abbas 10.10 - Klassieke en alternatieve macrofagen-activatie
Mestcellen
- Aanwezig in huid, mucosaal epitheel (longen, maagdarmkanaal, urogenitaal kanaal)
- Receptoren voor IgE antilichamen
- Mestcellen gecoat met IgE antilichamen
- Binding van IgE antilichaam aan antigen → activatie mestcel
- Afgifte inflammatoire mediatoren (granules)
o Granules: histamine
- Bescherming tegen parasiet infecties & symptomen van allergie
Granulocyten
- Neutrofielen
o Aanwezig in bloedcirculatie
o Fagocytose microben en necrotische cellen → degradatie in fagolysosomen
o Aantrekken immuuncellen naar plaats van infectie via uitscheiding cytokines
o Specifieke granules – in cytoplasma – gevuld met: lysozym, collagenase, elastase
o Azurofiele granules – in cytoplasma – gevuld met: defensines en cathelicidines
- Basofielen
o Aanwezig in bloedcirculatie
4 - 87