Piet Bakker en Otto Scholten – Tiende druk
Hoofdstuk 1 Kranten en nieuwsmerken (1.7 NIET)
1.1 Geschiedenis
1. Wanneer ontstaat de eerste krant? In de 17e eeuw. 1618. (enkele pagina’s in klein formaat, veel buitenlands nieuws)
2. Welke vier factoren zorgden ervoor dat er wat dagbladen betreft gedurende twee eeuwen nauwelijks iets
veranderde? Papier was duur door dagbladzegel, techniek om snel veel te drukken ontbrak, scherpe overheidscontrole,
weinig mensen konden lezen.
3. Wie lazen vooral de krant aanvankelijk? Gegoede burgerij, adel, geestelijke
4. Wat is de verzuilde pers? Elke stroming had zijn eigen spreekbuis.
5. Welke gebeurtenis in 1848 zorgde voor een grote verandering in de dagbladensector? De vrijheid van drukpers
werd in de grondwet vast gelegd.
6. Na de tweede wereldoorlog werd de pers gezuiverd. Wat hield dit in? De kranten die stiekem tijdens de oorlog bleven
verschijnen kregen een verschijningsverbod. De kranten die verboden waren of tijdig waren gestopt mochten wel weer
verschijnen.
1.2 Dagbladen
7. Noem vier landelijke dagbladen. NRC Handelsblad, Reformaties Dagblad, AD, De telegraaf, De Volkskrant, Trouw,
Nederlands Dagblad, Het Financieele dagblad, Nrc.next.
8. Wat is tabloid? Formaat van een krant dat de helft is van dat van een traditioneel dagblad. In het buitenland verschenen
vroeger vrijwel alleen boulevardbladen van de sensatiepers in dit formaat. Nu gaan steeds meer gerenommeerde kranten
in binnen- en buitenland ertoe over, omdat het zo veel handiger leest. Ook is het goedkoper om te maken.
9. Wat is een huis-aan-huisblad? Een blad dat in een bepaald gebied gratis wordt verspreid. Bijna alle huis-aan-huisbladen
verschijnen 1x per week.
10. Wat is het verschil tussen de Telegraaf/AD en de Volkskrant/NRC/Trouw? De Telegraaf en AD worden getypeerd als
populaire dagbladen. De lezerskring lijkt op een dwarsdoorsnede van de Nederlandse bevolking. Bij de lezers van de
Volkskrant, NRC en Trouw worden hogere inkomens en opleidingscategorieën vertegenwoordigd.
11. Wat is een regionaal dagblad? Edities van een krant die in een deel van het verspreidingsgebied onder een eigen naam
verschijnen met eigen regionale pagina’s.
1.4 Lezers
12. Hoe komen dagbladen traditioneel aan hun inkomsten? Ze zijn afhankelijk van lezers en adverteerders. Korte termijn
abonnementen en losse verkoop. Lange termijn advertenties.
13. Wat kun je in het algemeen zeggen over het aantal krantenlezers de afgelopen decennia? Het aantal krantenlezers
krimpt, en vooral de oudere mensen lezen de krant.
1.5 Uitgevers
14. Leg uit wat wordt bedoeld met persconcentratie. Met persconcentratie wordt bedoeld dat er minder uitgevers/redacties
zijn, er zijn nog maar een paar bedrijven door fusies.
15. Waarom wordt persconcentratie gezien als een gevaar voor de pluriformiteit? Doordat er minder bedrijven zijn, is het
ook mogelijk dat er nog maar een paar meningen/opinies worden weergegeven. En pluriformiteit is juist veel verschillende
meningen.
1.6 Digitalisering
16. Wat is een paywall? Lezers moeten voor een artikel betalen online, ‘betaal om verder te lezen’ ‘log in om te lezen’ etc.
17. Wat wordt bedoeld met ‘replica’? Een digitale kopie van de krant.
18. Kranten hebben lang getwijfeld of ze hun artikelen via Blendle zouden aanbieden. Leg de twijfel uit door een
argument voor en tegen het beschikbaar maken van dagbladartikelen via Blendle te formuleren. Artikelen worden
ook verkocht op de eigen sites van de dagbladen. Wanneer deze artikelen op Blendle gelezen worden lopen de
dagbladen hierop advertentie inkomsten mis. Maar de artikelen op Blendle kan soms veel vaker verkocht worden dan op
1