Hoorcolleges TOE 5 t/m 8: correlationeel

HC5. Correlationeel onderzoek

5.1 Typen correlationele data
Verschillende soorten correlationele data
 Klanttevredenheid (bijv. in de wc’s op het vliegveld met knoppen met smileys of mails van een bedrijf
na een aankoop).
 Polls (bijv. polls in de politiek).
 CBS: dataverzameling voor de overheid of instanties.

Met het digitale tijdperk groeit de hoeveelheid data exponentieel. De data kan gemakkelijk verzameld worden
door middel van technologie; steeds meer telefoons, automatische data uit bijv. tv’s of spelcomputers.

Correlationele data
Correlationele data wordt op verschillende manieren geproduceerd:
 Organic (ready made): toevallig; data die wordt geproduceerd zonder dat je er als onderzoeker moeite
voor hoeft te doen. Bijv. sociale media; hierop wordt eigenlijk automatisch data geproduceerd.
o Aspirational: je wilt iets aan de buitenwereld vertellen met datgene wat je op sociale media
plaatst.
o Transactional: data die wordt geproduceerd door je
bankpas/creditcard/bonuskaart/energiemaatschappij/etc.
 Designed (costom made): opzettelijk.
o Experiment.
o Survey.
o Administrative: bijvoorbeeld gegevens van de belastingdienst.

5.2 Doelen van data-verzameling
We ontwerpen een onderzoek en verzamelen data om:
 De sociale realiteit/werkelijkheid te beschrijven (beschrijvende statistiek).
 (Causale) relaties te onderzoeken.
 Generaliseren naar een grotere groep.

Inferentiele doelen (generaliseren)
 Beschrijven.
 Causaliteit; bijv. wat veroorzaakt een verandering in de gedachtegang van mensen.
 Voorspellen: polls over de politiek.

5.3 Methoden van dataverzameling
Soorten surveys:
 Face to face (CAPI: Computer Assistant Personal Interview).
 Post: thuisgestuurde vragenlijst.
 Telefonisch (CATI: Computer Assistant Telephone Interview).
 Internet: komt tegenwoordig het meeste voor, denk aan Google Forms.
 Mixed-mode: combinatie van twee verschillende methodes om surveys af te leggen.

Verschillen tussen de soorten
 De mate waarin de interviewer betrokken is: groot bij face to face, niet aanwezig bij internet.
 De mate waarin er interactie is met de respondent.
 De mate van privacy: als er een interviewer is er weinig privacy.
 Hoe kun je communiceren met degene die de vragenlijst moet invullen?
o Visuals: kun je een plaatje laten zien?
o Auditive: kun je een geluidsopname laten horen?
 Gebruik van technologie: filmpjes/geluidsopname/afbeeldingen/etc.

, Survey methoden in vergelijking
Attribute Face-to-face Post Telefonisch Internet
Kosten Hoog: mensen Laag: alleen kosten Gemiddeld: Laag
moeten reizen. voor papier en telefoonkosten en
verzending. loon van mensen.
Response rate Hoog: hoogste Laag: mensen Hoog Gemiddeld
respons wanneer je nemen de moeite
iemand persoonlijk niet om te
vraagt mee te doen. antwoorden.
Researcher control Hoog: je bent als Laag Gemiddeld Gemiddeld:
over interview. onderzoek doordat dit met een
persoonlijk computer gaat kun
aanwezig. je bijv. een vraag
verplicht maken, of
automatisch
doorgaan naar
bepaalde vragen.
Interviewer effects Hoog Laag Gemiddeld Laag

Survey methoden in Nederland
 Meer dan 90% van de mensen gebruiken het internet, er kan dus veel worden onderzocht aan de hand
van het internet.
 Mode mixes.
 Marktonderzoekers gebruiken online panels, hierbij wordt gebruik gemaakt van zowel selecte als
aselecte steekproeven.
 Mixed-device surveys: computer/telefoon. Er kunnen verschillende devices worden gebruikt bij het
afnemen van het onderzoek, ook de weergave is verschillend.

Types van mixed-modedesigns
 Verschillende methoden bij verschillende groepen van respondenten: de antwoorden die mensen geven
kunnen methode afhankelijk zijn. Bepaalde vragen die face to face gesteld worden zijn misschien
gevoelig waardoor je als respondent niet eerlijk antwoord.
 De ene methode wordt gebruikt om mensen voor je te winnen en de andere methode wordt gebruikt om
de survey af te nemen.
o Energiemaatschappij stuurt van tevoren een brief om te informeren over het onderzoek.
 De ene methode wordt gebruikt voor de dataverzameling, de andere methode ter herinnering van het
onderzoek.
 Twee verschillende methoden binnen een vragenlijst.
o Een face-to-face interview, maar de gevoelige vragen worden bijv. door middel van de post
beantwoord zodat de respodent wel eerlijke antwoorden geeft.
 Panel survey (cross-sectional data): onderzoekers volgen mensen over de tijd heen.

Cross-sectioneel en panel surveys
 Deze interviews worden over de tijd gehouden; de inhoud is meestal hetzelfde, maar kan verschillen.
 Voordelen:
o Je kunt verandering over de tijd beschrijven.
o Doordat je iets over tijd vraagt kom je achter het effect van achtergrondfactoren, denk aan:
leeftijd, periode, etc.
 Nadelen:
o Attrition (uitval): mensen die stoppen met het onderzoek, bijv. mensen die geen zin meer
hebben/mensen die verhuizen/mensen die overlijden/mensen vullen het onregelmatig in.
o Learning effects: doordat je de vragenlijst meerdere keren invult kan het zijn dat je op een
gegeven moment een antwoord invult omdat je je herinnert dat je dat elke keer invulde.