Filosofendossier
Larissa Derks | BTV5A | 2020/2021
1
,Inhoud:
Socrates ………………………………………………………. pagina 3
Plato ……………………………………………………………. Pagina 4
Aristoteles …………………………………………………… Pagina 5
John Locke …………………………………………………… Pagina 6
René Descartes ……………………………………………. Pagina 7
Immanuel Kant ……………………………………………. Pagina 8
Sigmund Freud …………………………………………….. Pagina 9
Friedrich Nietzsche ………………………………………. Pagina 10
Jean Paul Sartre ……………………………………………. Pagina 11
Simone de Beauvoir ……………………………………… Pagina 12
Bas Haring ……………………………………………………. Pagina 13
Alan Turing …………………………………………………… Pagina 14
John Searle …………………………………………………… Pagina 15
Helmuth Plessner …………………………………………. Pagina 16
Dick Swaab …………………………………………………… Pagina 17
2
, Filosoof: Socrates
Tijd: van: 469 v.Chr. - 399 v.Chr.
Biografie:
Socrates werd geboren in Athene in 469 voor Christus. Zijn vader was
beeldhouwer en zijn moeder was vroedvrouw. Zelf had hij een vrouw
Xanthippe en drie zonen. hij voerde gesprekken met mensen op straat over
filosofische onderwerpen. Veel mensen bewonderde hem, maar sommige
mensen vonden zijn manier van vragen stellen ook erg vervelend. Hierdoor
kreeg hij de bijnaam ‘de horzel van Athene’.
Toen Socrates zeventig was, werd hij aangeklaagd. Ze zeiden dat Socrates
onrecht pleegde door de goden die de stad vereerde niet te vereren en door
andere nieuwe goddelijke wezens te introduceren. Ook benoemden ze het feit
dat hij een slechte invloed had op de jeugd.
Socrates bepleitte zijn eigen rechtszaak voor een jury van vijfhonderd
Atheense mannen. Socrates legt uit hoe hij aan zijn slechte reputatie is
gekomen en hij maakte zijn aanklagers belachelijk. Hij nam de voorgestelde
straf niet erg serieus en werd met een meerderheid van stemmen veroordeeld
tot het drinken van de gifbeker.
Visie op de mens:
Hij wilde de mensen vooral kritisch leren denken en geloofde dat mensen door
het opdoen van (zelf)kennis een goed en kennisvol mens zou kunnen worden.
Hij geloofde dat de kennis al diep in de mens zat maar dat ze het zelf naar
boven moesten halen.
Visie op ethiek:
Socrates richtte zijn visie op de ethiek. Hij richtte zich vooral op de vraag over
goed en kwaad. Wat is wijsheid? Wat is het goede? Dit zijn voorbeelden van
de vragen die hij stelde.
Eigen visie: (met welke leerstellingen ben je het eens/oneens en waarom)
Ik denk wel dat veel kennis al in ons zit en dat we het door de manier van
vragen van Socrates beter leren. Al denk ik wel dat we sommige dingen ook
niet weten en dat sommige dingen wel verteld moeten worden. Het is
inderdaad wel erg frustrerend als je iets echt niet denkt te weten en je een half
uur erover ondervraagd wordt.
3
Larissa Derks | BTV5A | 2020/2021
1
,Inhoud:
Socrates ………………………………………………………. pagina 3
Plato ……………………………………………………………. Pagina 4
Aristoteles …………………………………………………… Pagina 5
John Locke …………………………………………………… Pagina 6
René Descartes ……………………………………………. Pagina 7
Immanuel Kant ……………………………………………. Pagina 8
Sigmund Freud …………………………………………….. Pagina 9
Friedrich Nietzsche ………………………………………. Pagina 10
Jean Paul Sartre ……………………………………………. Pagina 11
Simone de Beauvoir ……………………………………… Pagina 12
Bas Haring ……………………………………………………. Pagina 13
Alan Turing …………………………………………………… Pagina 14
John Searle …………………………………………………… Pagina 15
Helmuth Plessner …………………………………………. Pagina 16
Dick Swaab …………………………………………………… Pagina 17
2
, Filosoof: Socrates
Tijd: van: 469 v.Chr. - 399 v.Chr.
Biografie:
Socrates werd geboren in Athene in 469 voor Christus. Zijn vader was
beeldhouwer en zijn moeder was vroedvrouw. Zelf had hij een vrouw
Xanthippe en drie zonen. hij voerde gesprekken met mensen op straat over
filosofische onderwerpen. Veel mensen bewonderde hem, maar sommige
mensen vonden zijn manier van vragen stellen ook erg vervelend. Hierdoor
kreeg hij de bijnaam ‘de horzel van Athene’.
Toen Socrates zeventig was, werd hij aangeklaagd. Ze zeiden dat Socrates
onrecht pleegde door de goden die de stad vereerde niet te vereren en door
andere nieuwe goddelijke wezens te introduceren. Ook benoemden ze het feit
dat hij een slechte invloed had op de jeugd.
Socrates bepleitte zijn eigen rechtszaak voor een jury van vijfhonderd
Atheense mannen. Socrates legt uit hoe hij aan zijn slechte reputatie is
gekomen en hij maakte zijn aanklagers belachelijk. Hij nam de voorgestelde
straf niet erg serieus en werd met een meerderheid van stemmen veroordeeld
tot het drinken van de gifbeker.
Visie op de mens:
Hij wilde de mensen vooral kritisch leren denken en geloofde dat mensen door
het opdoen van (zelf)kennis een goed en kennisvol mens zou kunnen worden.
Hij geloofde dat de kennis al diep in de mens zat maar dat ze het zelf naar
boven moesten halen.
Visie op ethiek:
Socrates richtte zijn visie op de ethiek. Hij richtte zich vooral op de vraag over
goed en kwaad. Wat is wijsheid? Wat is het goede? Dit zijn voorbeelden van
de vragen die hij stelde.
Eigen visie: (met welke leerstellingen ben je het eens/oneens en waarom)
Ik denk wel dat veel kennis al in ons zit en dat we het door de manier van
vragen van Socrates beter leren. Al denk ik wel dat we sommige dingen ook
niet weten en dat sommige dingen wel verteld moeten worden. Het is
inderdaad wel erg frustrerend als je iets echt niet denkt te weten en je een half
uur erover ondervraagd wordt.
3
