Week 1.......................................................................................................................................................... 2
Van Hattum, pagina 1-14.....................................................................................................................................2
Van Yperen, pagina 17-34....................................................................................................................................7
Weisz, pagina 501-519.......................................................................................................................................11
Zwaanswijk, pagina 750-755..............................................................................................................................13
Week 2........................................................................................................................................................ 14
Boer, pagina 89-110...........................................................................................................................................14
Van Rooijen, pagina 6-21...................................................................................................................................22
Braet, pagina 711-736........................................................................................................................................28
Week 3........................................................................................................................................................ 35
Hermens, pagina 1207-1218..............................................................................................................................35
Van Rooijen, pagina 6-23...................................................................................................................................37
Diamond, pagina 595-610..................................................................................................................................46
Weisz, pagina 66-82...........................................................................................................................................49
Week 4........................................................................................................................................................ 53
Dowell, pagina 151-162......................................................................................................................................53
Powell, hoofdstuk 5: pagina 85-109...................................................................................................................56
Powell, hoofdstuk 12: pagina 285-321...............................................................................................................66
Week 5........................................................................................................................................................ 77
Cohen, pagina 3-26.............................................................................................................................................77
Bernard, pagina 623-636....................................................................................................................................86
Braet, hoofdstuk 16: pagina 643-670.................................................................................................................89
Week 6........................................................................................................................................................ 98
Cortese, pagina 444-455....................................................................................................................................98
Sonuga-Barke, pagina 275-289..........................................................................................................................99
The national institute of mental health............................................................................................................100
Week 7...................................................................................................................................................... 103
Schroeder, hoofdstuk 10: pagina 349-388.......................................................................................................103
Literatuurlijst............................................................................................................................................. 108
, Week 1
Van Hattum, pagina 1-14
Werkzame factoren in de jeugdhulpverlening: alliantie, cliëntfactoren en
professionalfactoren
Alliantie
Een alliantie is een soort verdrag. Het is belangrijk om een goede alliantie tussen cliënt en
professional te hebben, dit zorgt voor het realiseren van positieve hulpverleningsprocessen
en -resultaten. Een alliantie ontwikkelt zich gedurende het hulpverleningsproces. Deze groei
zorgt mede voor een positievere hulpverleningsprocessen en -resultaten. Als er een grote
mate van overeenstemming tussen cliënt en professional over hun alliantie aanwezig is, kan
dit bijdragen aan betere hulpverleningsresultaten. De resultaten zijn het best als cliënt en
professional positief zijn over hun alliantie. De resultaten zijn minder goed als een of beide
niet zo positief zijn over de alliantie.
Het meten van alliantie moet op meerdere momenten gedurende de hulpverlening
uitgevoerd worden. Daarnaast ook uit verschillende perspectieven (cliënt, hulpverlener) en
die te bespreken, tot slot op basis van de opgedane inzicht het hulpverleningsproces
eventueel bij sturen. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen vragenlijsten en observatie-
instrumenten:
Vragenlijsten:
o TASC-NL: Therapeutic Alliance Scale for Children. Meet de alliantie a.d.h.v.
rapportage door kinderen vanaf 11 jaar met hun hulpverlener.
o WAV-12: Werkalliantievragenlijst. Meet de alliantie vanuit het perspectief van
de cliënt (kinderen/ouders) en/of de hulpverlener (of
leerkracht/groepsleider).
o SRS: Session Rating Scale. Meet de alliantie gerapporteerd door de cliënt
(kinderen vanaf 4 jaar en/of ouders) met hun hulpverlener(s).
o Alliantiemonitor voor vaktherapeuten. Speciaal voor vaktherapeuten
ontwikkeld. Deze meet de alliantie tussen de jongere en de vaktherapeut
vanuit beide perspectieven.
Observatie-instrumenten:
o TPOCS-A: Therapy Process Observational Coding System for child
psychotherapy Alliance scale. Deze meet de alliantie tussen de jeugdige cliënt
en de hulpverlener.
o SOFTA: System for Observing Family Therapy Alliances. Meet de allaintie
tussen het cliëntsysteem en de hulpverlener(s).
Cliëntfactoren
Er is niet veel samenhang gevonden tussen cliëntfactoren (zoals leeftijd, geslacht, etniciteit
en gezinskenmerken) enerzijds en alliantie, hulpverleningsprocessen en -resultaten
anderzijds. Op basis van alleen achtergrondkenmerken van cliënten lijkt er geen kant-en-
klaar recept te zijn voor goede allianties en hulpverleningsresultaten. Er zijn veel
instrumenten om cliëntfactoren te meten. De keuze van een geschikt instrument is onder
meer afhankelijk van de doelgroep, behandeldoel en type behandeling. Sommige
instrumenten zijn specifiek ontwikkeld voor diagnostiek (bijvoorbeeld om vast te stellen of
iemand autisme heeft), andere instrumenten zijn geschikt voor effectmetingen (bijvoorbeeld
2