Examen
Structuur aanduidingen: enkel afbeeldingen van in het boek. Doorsneden geven van
de structuur, kleurencode!!
6 open vragen (elks 5 punten): 3 keer schematisch overzicht: arteries, venen,
zenuwen
Ongeveer 20 MCQ inclusief zelfstudieopdracht
Inleiding: lichaamsholten
Cavitas thoracica: de borstkastholte, bezit de longen. Het is afgesloten door het diafragma
Rond de longen en het hart zit het vlies, een dubbel cereus vat. Viscerale blad en het
pariëtale blad.
Cavitas pericardiaca en cavitas pleuralis.
In longweefsel een aantal weefsels, bronchen.
Arteriën die bloed naar de longen stuurt, is gevuld met zuurstorf arm bloed.
Venen die bloed bezitten die van de longen komt, is gevuld met zuurstof rijk bloed.
Achter het hart ligt een mediastinum
Cavitas abdominalis: werkt met een meso. Deze holte wordt ook bekleed met een cereus
blad, een deel dat op het orgaan kleeft is het visceraal blad en het deel dat aan de wand
plakt is het pariëtale blad.
Dunne darm, dikke darm en maag
De maag hangt vast aan een bindweefselstreng, zo een streng noemt men een meso.
Afhankelijk van wat er aan de streng hangt, noemt het bij de maag bv mesogastrium.
Organen hangen dus vast aan een bindweefselstreng. Artierën en venen, lymfevaten en
zeuwen gaan via deze bindweefselstrengen naar de organen toe.
Retro peritoneaal organen: liggen achter de holte, geen bindweefselstreng. Ze zijn ingebed
Examen: het verschil tussen intra peritoneaal en extra peritoneaal.
Cavitas pelvis: bekkenholte
Er is geen duidelijke scheiding tussen de cavitas abdominalis en de cavitas pelvis.
In de bekkenholte vinden we een deel van de darmen terug en de organen in de bekken.
Intraperitoneaal
Subperitoneaal = extra peritoneaal, onder de peritoneale holte
Retroperitoneaal: achter de peritoneale holte
Lymfen
Rechter bovengedeelte (vanaf de borst ongeveer): wordt afgevoerd door de ductus
lymfaticus dexter
De rest van het lichaam gaat via de ductus lymfaticus thoracicus (het belangrijkste lymfevat
want dreineerd de grote meerderheid)
Chylothorax: thorax gevuld met lymfevocht, omdat de de ductus thoracicus gescheurd is.
1