Samenvatting Grieks theater

LES 43: GRIEKS THEATER
Dionysus God van de wijn, oorsprong Grieks theater
Thymele altaar
Dithyramben Strofische beurtzangen rond thymele
Dramatis personae Personages die optreden in toneelstuk
- Protagonist: hoofdrolspeler
- Antagonist: tegenspeler
- Tritagonist: veroorzaakt conflict, zelf niet
actief
- Koor: ideale toeschouwer
- Bode: boodschapper
- Deus ex machina: personage buiten
handeling, lost probleem op
Dramatisch conflict Ontstaat uit tegenstelde opvattingen/handelingen
van acteurs
Thespis Voegde als eerste een protagonist toe
Agora Marktplein
Theatron Theater
Orchestra Dansplaats voor het koor
Proskenion Lang en smal verhoog
Skene Houten gebouw met deuren achter proskenion
Parodoi Doorgangen (links en rechts)
Komedies Satiren die spot dreven met ijdelheid en dwaasheid
leidende figuren
Tragedies Behandelen grote thema’s (liefde, verlies, trotes,
machtsmisbruik, relaties, …
Saterspel Kort stuk tussen bedrijven tragedie door
Aischylos - Theaterschrijver Oresteia
- Invoering antagonist
- Groot aandeel koor
- Eenvoudige verhaallijn (mens en lot)
- Eenvoudige karaktertekening
Sophocles - Theaterschrijver Oedipus Rex
- Invoering tritagonist
- Evenwicht koor en solist
- Complexere verhaallijn (mens en goden)
- Uitgewerkte psychologische
karaktertekening
Euripides - Theaterschrijver Medea
- Invoering deus ex machina
- Koor op achtergrond
- Complexere verhaallijn (mensen)
- Uitgediepte psychologische
karaktertekening
Bokkenzangen Griekse tragedies
Poetica - Aristoteles
- Structuur Griekse tragedie
Structuur/ schemaGriekse tragedie 1. Expositie (epeisodia)
2. Motorisch moment (tragische held maakt
fout)
a. Hybris = haat/overmoed
b. Hamartia = tragische fout
c. Climax/crisis = hoogtepunt