100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Hoofdstukken recht voor niet-juristen

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
37
Subido en
20-12-2025
Escrito en
2024/2025

Samenvatting van het boek Hoofdstukken recht voor niet-juristen voor het vak Introductie Ethiek en Recht

Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

¿Un libro?
No
¿Qué capítulos están resumidos?
Desconocido
Subido en
20 de diciembre de 2025
Número de páginas
37
Escrito en
2024/2025
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Introductie Ethiek en Recht
Hoofdstukken recht voor niet-juristen

Hoofdstuk 1: Grondslagen en structuur van het Nederlandse recht

Recht en belangenafweging:
Er moeten in de moderne maatschappij allerlei belangen van verschillende organisaties tegen elkaar
afgewogen worden. In de wet zijn de algemene regels vastgelegd. Het recht is dus het resultaat van
belangenafwegingen die door wetgever en rechterlijke macht op een abstracte manier zijn uitgevoerd.
Bij concreet niveau gaat het om de implementaties in het maatschappelijk verkeer.

Rechtsstaat:
Verschillende kenmerken:
1. Grondrechten:
 Klassieke grondrechten: fundamentele rechten van burgers waar overheid in beginsel geen
inbreuk op mag maken. Kan op beroepen worden.
 Sociale grondrechten: Verplichtingen voor de overheid om actief op te treden ten behoeve van
de welvaart en het welzijn van burgers. Kan geen beroep op worden gedaan.
Verschillende grondrechten kunnen zich op een spanningsveld bevinden. Rechter oordeelt dan
uiteindelijk welk grondrecht meer gewicht krijgt.

2. Legatiteitseis:
Beschermt net als klassieke grondrechten de burgers tegen de overheid. Houdt in dat een
overheidsoptreden waarbij vrijheden of eigendommen van burgers worden ingeperkt een wettelijke
grondslag moeten hebben.

3. Trias politica:
Ontwikkelt door Franse filosoof Montesquieu, vervolgens door Thorbecke verwerkt in de Nederlandse
grondwet. Streeft naar een scheiding tussen de wetgevende, uitvoerende en de rechtsprekende macht
om machtsmisbruik tegen te gaan. Soms is de scheiding discutabel, hoog gerechtshof beslist
uiteindelijk.

4. Gebondenheid aan de wet
Iedereen heeft zich te houden aan de in Nederland geldende wettelijke regelingen. Als dit niet wordt
gehandhaafd door de overheid wat leidt tot negatieve gevolgen, kan de overheid aangeklaagd worden
door de burger.

5. Onafhankelijke rechtspraak
Burgers en particuliere organisaties hebben de mogelijkheid om zich tot een onafhankelijke rechter te
wenden als zij van oordeel zijn dat een andere partij bepaalde wettelijke voorschriften of contractuele
afspraken in onvoldoende mate is nagekomen.

6. Vervolging en bestraffing van wetsovertredingen
Personen of organisaties die zich schuldig hebben gemaakt aan wetsovertredingen die te kwalificeren
zijn als strafbare feiten kunnen worden vervolgd door het Openbaar Ministerie en vervolgens kunnen
worden bestraft door de rechter. Overheidsinstanties hebben echter wel tot op zekere hoogte
strafrechtelijke immuniteit. Bij exclusieve overheidstaken wordt de overheid niet gecontroleerd door de
strafrechter, maar via volk vertegenwoordigende organen.

, 7. Rechtszekerheid
De wettelijke regelingen moeten voldoende duidelijk en begrijpelijk zijn voor degenen voor wie ze zijn
bedoeld.

Rechtsbegrip en rechtsbronnen:
Positieve recht: algemene, voor herhaalde toepassing vatbare, normen die op een bepaald tijdstip
binnen een bepaald territoriaal gebied gelden en waarvan de naleving kan worden afgedwongen via de
rechter. Te vinden in de wet, jurisprudentie en internationale verdragen.
Natuurrecht: wetten die niet aan tijd of gebied gebonden zijn (doden is slecht). Zouden het ideale recht
vormen om te dienen als maatstaf volgens sommige filosofen.

 Regels binnen maatschappelijke organisaties hebben zich te houden aan het Nederlandse
positieve recht.
 Interne regelingen kerkgenootschappen heeft een hogere juridische status dan de interne
regelgeving van andere maatschappelijke organisaties. Betekent echter niet dat de kerk altijd
gelijk krijgt.

Bronnen van het positieve recht:
1. Wetgeving:
- Wet in materiële zin: algemene en burgers bindende regeling die door een
overheidsinstantie is vastgesteld op basis van een haar daartoe expliciet verleende
bevoegdheid
- Wet in de formele zin: regeling die door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk is
vastgesteld. Deel van wetgeving in materiële zin valt hieronder.
2. Verdragen en algemene besluiten van internationale organisaties:
Meest relevant= Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele
vrijheden (EVRM)
3. Jurisprudentie:
Uitspraken van rechters, waarbij uitspraken van hogere rechterlijke colleges sneller gebruikt worden als
leidraad.
4. Ongeschreven recht:
- Gewoonterecht: regels die in de loop van de tijd innen een bepaalde beroepsgroep of
gemeenschap zijn gegroeid en door de leden van die beroepsgroep of gemeenschap
worden gevolgd omdat ze als bindend worden ervaren
- Ongeschreven rechtsbeginselen: buitenwettelijke juridische uitgangspunten die door de
rechter zijn aanvaard als rechtsnorm
5. Rechtsvinding: hoe het positieve recht in een concreet geval uitwerkt
Subsumptie: het concrete geval wordt onder een algemene rechtsnorm gebracht en deze rechtsnorm
wordt vervolgens toegepast. Soms lastig te achterhalen hoe een zaak juridisch in elkaar zit, dan andere
mogelijkheden, zie hieronder

Voorrangsregels:
- Hoog gaat voor laag (lex superior derogat lefi inferiori): internationale besluiten en
verdragen gaan boven nationale wetgeving. Binnen nationale wetgeving hebben wetten in
formele zin voorrang op wetten in materiële zin.
- Bijzonder gaat voor algemeen (lex specialis derogat legi generali): gaat op als wettelijke
regelingen zelfde juridische status hebben. Meest specifieke regeling krijgt voorrang.
- Nieuw gaat voor oud (lex posterior derogat legi priori): in praktijk weinig betekenis,
aangezien bij wetswijzigingen doorgaans precies wordt aangegeven wanneer een wet
vervalt/ingaat.

,Interpretatie methoden:
Soms maar 1 wettelijke regeling van toepassing, maar de daarin vervatte normstelling onvoldoende
duidelijk is en daarom nader moet worden geïnterpreteerd.
- Grammaticale interpretatiemethode: ook wel taalkundig genoemd. Wordt onderzoek
gedaan naar de letterlijke of gebruikelijke betekenis van een bepaald woord
- Wetshistorische interpretatiemethode: bedoeling van wetgever wordt gepoogd te
achterhalen.
- Systematische interpretatiemethode: wettelijke bepaling in kwestie wordt geplaatst in
geheel van wettelijke bepalingen die alle over hetzelfde onderwerp of dezelfde thematiek
gaan.
- Teleologische of doelgerichte interpretatiemethode: wordt gekeken naar de functie die de
beplaing zou moeten vervullen in de huidige maatschappelijke context.
- Rechtshistorische interpretatiemethode: wettelijke bepaling wordt geïnterpreteerd in het
licht van de maatschappelijke context waarin de bepaling destijds tot stand is gekomen.
- Anticiperende interpretatiemethode: wordt vooruitgelopen op de inhoud van een
toekomstige wet die op afzienbare termijn in werking zal treden en dan de huidige zal
vervangen.
Er kan ook gekozen worden voor een combinatie van bovenstaande interpretatiemethoden.

Redeneerwijzen:
Als er geen wettelijke bepaling is die toepasbaar is, dan geen interpretatie maar aanvulling van de
wetgeving.
- Analogie-redenering: wettelijke bepaling wordt toegepast op een geval waarvoor het niet
bedoeld lijkt te zijn, met als reden dat het geval gelijkenis vertoont met de gevallen
waarvoor de bepaling wel is bedoeld.
- A contrario-redenering: wettelijke bepaling wordt niet toegepast, omdat de regeling niet is
bedoeld voor dergelijke gevallen

6. Juridische basisbegrippen
Rechtsfieten en rechtsgevolgen: bepaalde feiten die aan bepaalde gevolgen worden verbonden door
het recht. Deze begrippen hangen onlosmakelijk met elkaar samen; rechtsfeit leidt tot rechtsgevolgen

Blote rechtsfeiten en handelingen met rechtsgevolg:
Onderscheid tussen:
- Blote feiten met rechtsgevolg/blote rechtsfeiten: resulteren uit een gebeurtenis (niet
menselijk gedrag)
- Handelingen met rechtsgevolg: resulteren uit menselijk handelen

Feitelijke handelingen met rechtsgevolg en rechtshandelingen:
Onderscheid tussen:
- Feitelijke handelingen met rechtsgevolg: rechtsgevolgen niet beoogd, niet nagestreeft (bijv
ongeluk)
- Rechtshandelingen: wel sprake van 1 of meerdere rechtsgevolgen

Publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtshandelingen:
Onderscheid tussen:
- Publiekrechtelijke rechtshandelingen: kunnen alleen door overheidsinstanties die daartoe
op grond van een wet in materiële zin zijn bevoegd, worden verricht.

, - Privaatrechtelijke rechtshandelingen: kunnen ook door burgers en bedrijven (en
overheidsinstanties) worden verricht

Rechtssubjecten: natuurlijke personen en rechtspersonen:
Rechtshandelingen worden verricht door een rechtssubject, waardoor rechtsgevolgen gecreëerd
worden. Onderscheid tussen:
- Rechtspersoon: juridische constructie waardoor een organisatie op dezelfde wijze als een
natuurlijk persoon kan deelnemen aan het rechtsverkeer. Kunnen net als natuurlijke
personen bezit, etc. hebben
- Natuurlijke personen: van vlees en bloed

Publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen:
- Publiekrechtelijke rechtspersonen: Nederlandse Staat, provincies en gemeenten
- Privaatrechtelijke rechtspersonen: verenigingen, stichtingen, besloten vennootschappen,
e.d.

Hoofdindelingen van het recht:
 Nationaal en internationaal recht
 Materieel en formeel recht:
- Materiële recht: geeft weer in algemene zin welke rechten en verplichtingen de deelnemers
van het maatschappelijk verkeer tegenover elkaar hebben
- Formele recht: effectuering van materiële recht, gaat om normen die procedures bepalen.
Rechtsnormen die procedureel van aard zijn, noemen we procedurerecht. Je hebt echter
ook procesrecht: juridische procedures die burgers, particuliere instanties en/of
overheidsorganisaties bij de rechter kunnen starten indien zij van mening zijn dat 1 of meer
materieelrechtelijke normen zijn overtreden
 Publiekrecht en privaatrecht:
- Publiekrecht: heeft betrekking op de organisatie en bevoegdheden van de overheid en op
de relatie tussen overheid en burgers voor zover de overheid een exclusieve overheidstaak
uitvoert
- Privaatrecht: ook wel civiele of burgerlijke recht genoemd. Heeft betrekking op relatie
tussen burgers onderling en relatie tussen overheid en burgers voor zover de overheid
geen exclusieve overheidstaak uitvoert.
Er zijn verschillende gebieden te onderscheiden bij bijv. publiekrecht en privaatrecht. (strafrecht, etc.)


Hoofdstuk 2 Het gebruik van digitale rechtsbronnen
Om het zoekproces naar relevante rechtsbronnen te vereenvoudigen en kosten te besparen, vindt er de
laatste jaren een toenemende digitalisering van rechtsbronnen plaats.

Gebruik van de wettenbundel:
Kan via de inhoudsopgave voorin of via trefwoordenregister aan het eind van elk deel. Ook helpen
tabjes en markeringen om het zoeken te bevorderen.

Informatie van en over de overheid:
Overheid.nl is algemene toegangspoort tot veel verschillende soorten overheidsinformatie. Site richt
zich op het onderdeel: Beleid & regelgeving. Verschillende onderdelen van de site komen later aan bod.

Nationale wet- en regelgeving:
5,99 €
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
carolinemulder

Conoce al vendedor

Seller avatar
carolinemulder Rijksuniversiteit Groningen
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
0
Miembro desde
8 meses
Número de seguidores
0
Documentos
7
Última venta
-

0,0

0 reseñas

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes