100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Financiële analyse en kredieten

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
33
Subido en
18-12-2025
Escrito en
2025/2026

Samenvatting van de les Financiële analyse en kredieten, het boek 'Financieel beleid in de onderneming toegepast'. KMO-management (HoGent), jaar 2 (sem 1). Alles wat in de les overlopen en aangeduid is in het boek staat samengevat + extra slides (met oefenvragen) staan er ook in. Alle belangrijke dingen voor het examen staan aangeduid.

Mostrar más Leer menos
Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

¿Un libro?
No
¿Qué capítulos están resumidos?
Hoofdstuk 1 tem 7
Subido en
18 de diciembre de 2025
Número de páginas
33
Escrito en
2025/2026
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

4 Financiële analyse en kredieten
Bedrijfsuitgaven: als je het aan iemand betaald, bijna alle kosten zijn uitgaven (buiten 3)

 bezoldiging (je betaald het aan werkkrachten)
 aankopen HG (je betaald het aan leverancier)

Bedrijfskosten: afschrijving, voorzieningen, waardeverminderingen op voorraden of
handelsvorderingen (als klant failliet gaat), bezoldiging, aankopen HG

opbrengtsen−kosten
Winstmarge:
opbrengsten
Waar vind je de kasstromen (cashflow) terug: niet in balans en ook niet
resultatenrekening

Welke ratio’s zijn kredietversterkers (bv. banken) geïnteresseerd in: solvabiliteitsratio

Financiering bij tekort op KT: kaskrediet/ investeringskrediet

Belangrijke oorzaak faillissement (niet meer kunnen betalen): te weinig cashflow, slecht
beheren v werkkapitaal

Er kan maar 1 rekening in de - staan: overgedragen verlies


H1 Gevalstudie
Cash= liquide middel

Omzet: uurprijs * aantal uren + verkoop handelsgoederen aan kostprijs

! Nominaal bedrag v lening: financiële schuld (balans)

! Jaarlijkse interest: financiële kost (resultatenrekening)

Brutomarge: bedrijfsopbrengsten- bedrijfskosten (2.000.000+30.000) –
(800.000+400.000)

- Bedrag van lening = is een financiële schuld komt op BALANS
- Jaarlijkse interest = is een financiële kost komt op RESULTATENREKENING
- Toegevoegde waarde = BRUTOMARGE ( afschrijvingen, andere bedrijfskosten)
- Bedrijfsopbrengsten – handelsgoederen, hulp, grondstoffen – diensten en diverse g
- EBITDA = Hoeveel winst een bedrijf maakt met zijn kernactiviteiten
- brutomarge – bezoldigingen – overige bedrijfskosten
- EBIT= bedrijfsresultaat
- EBITDA – niet kaskosten ( afschrijvingen, waardeverminderingen, voorzieningen)
- Cashflow/ kasstroom = verschil tussen inkomend en uitgaand geld dat in een
bepaalde periode
 Positieve cashflow = er komt meer geld binnen dan er buitengaat
Bv. Geldontvangst v klant: €100 000, betalingen aan leveranciers: €70 000
→ €30 000
 Negatieve cashflow = er gaat meer geld buiten dan er binnenkomt
Bv. Ontvangsten: 80 000 euro, Uitgaven: 100 000 euro → kasstroom: - 20
000 euro
- Reserves = Een deel van de winst dat niet uitgekeerd wordt aan de
aandeelhouders, maar in het bedrijf blijft om de financiële positie te versterken
- Handelsvorderingen = bedragen die klanten nog moeten betalen




1

,H3 Keuze ondernemingsvorm
1 Eenmanszaak versus vennootschap
1.1 Verschillen tussen vennootschap en eenmanszaak
Eenmanszaak:

Natuurlijke persoon: activiteit als zelfstandige uitvoeren (iemand die beroepsactiviteit
uitoefent zonder gebonden te zijn aan arbeidsovereenkomst, bv. ondernemers en
vrijberoepers (architect, arts, advocaat))

 Geen onderscheid tussen vermogen v natuurlijk persoon en dat v de zaak
 Inkomsten worden opgeteld bij die v de NP, zijn onderworpen aan
personenbelasting
 Vereenvoudigde boekhouding (omzet <€500.000): financieel dagboek,
aankoop/verkoopdagboek
 Geen openbaarmakingsverplichting en is het meest logisch voor beperkte
activiteit

Vennootschap

 Rechtspersoon
 Heeft rechtspersoonlijkheid (eigen rechten, plichten en eigen vermogen)
 Vennootschapsbelasting
 Dubbele boekhouding (neerleggen jaarrekening, inschrijving bij sociale kas)
 Vennoten zijn aansprakelijk tot het bedrag dat ze geïnvesteerd hebben

Vennootschapsvormen:

1. BV (besloten vennootschap): kapitaalloze ondernemingen
2. NV (naamloze vennootschap): minimum ‘toereikend aanvangsvermogen’
met
3. CV (coöperatieve vennootschap): kapitaalloze ondernemingen rechtspersoonlijkheid
4. De maatschap (zonder rechtspersoonlijkheid)

1.2 Overdracht vennootschap naar privé
Er kan een loon uitgekeerd worden aan de aandeelhouders (BV, CV of NV 1) of de
vennoten (VOF/ CommV2) die actief zijn als zaakvoerder2 of bestuurder1: aftrekbare kost.
De vennoot/aandeelhouder die actief is als bestuurder kan mee bepalen hoeveel loon hij
uitkeert.

Vennootschapsbelasting: 25% maar voor KMO-vennootschappen 20% voor de eerste
€100.000

Een andere mogelijkheid is de uitkering van een dividend aan alle vennoten of
aandeelhouders.

 Dividend: vergoeding voor de inbreng v kapitaal (geen aftrekbare kost en geen
belastingvoordeel doordat het berekent word vanuit de winst na belastingen, enkel
30% voorheffing betalen)
 Loon: vergoeding voor geleverde prestaties

BV en CV: dividenden mogen pas uitgekeerd worden als de solvabiliteit en liquiditeit goed
zijn (nettoactief moet positief zijn en opeisbare schulden v komende 12m moet kunnen
voldaan worden (liquiditeitstest)


2

,NV: uitkering als solvabiliteitstest goed is (nettoactieftest)

De vennoot/aandeelhouder als zaakvoerder/bestuurder kan geld opnemen uit de
vennootschap (lening aan zaakvoerder/bestuurder als natuurlijk persoon: rekening-
courant)




H4 Jaarrekeningen
1 Inleiding
Grote onderneming: moet volledig model v de jaarrekening neerleggen (minstens 2 v
volgende criteria:)

 50 personeelsleden
 Omzet v 9 miljoen euro
 Balanstotaal van 4,5 miljoen euro

Jaarrekening bestaat uit 4 belangrijke onderdelen:

- Balans
- Resultatenrekeningen
- Toelichting (bij de cijfers) en waarderegels
- Jaarverslag

Kasstroomtabel: is een voorbeeld v een extra onderdeel dat we bij beursgenoteerde
ondernemingen in de jaarrekening van de groep terugvinden

2 De balans
2.1 De activa
Activa: de vermogensaanwending v de onderneming (niet alle bezittingen, gebouw is na
30j afgeschreven!)

Onderneming kan bezittingen aanhouden op LT (+1j)




- Materiele vaste activa
 Terreinen en gebouwen
 Installaties, machines en uitrusting
 Meubilair en rollend materieel (voertuigen)
- Immaterieel vaste activa: goodwill
- Financieel vaste activa: vorderingen
- Vlottende activa (activa die in de loop v het jaar veranderen)
 Voorraden
 Vorderingen
 Liquide middelen

2.2 De passiva (financiering van de vaste activa)
Passiva: de schulden en verplichtingen v een onderneming

- Inbreng


3

, - Vreemd vermogen
- Reserves
- Leveranciers

2.2.1 Eigen vermogen
Geld of andere activa door oprichters of aandeelhouders ter beschikking gesteld, blijft
eeuwig in de onderneming (LT)

2.2.2 Vreemd vermogen
- LT: bank die kredieten verleent (onderneming betaalt rente)
- KT: leveranciers ( -1j)
- Schulden tov de fiscus, de RSZ en de werknemers
- Overige schulden:
 Schulden m.b.t. de dividenden die zijn toegekend aan de aandeelhouders
 De zaakvoerders of aandeelhouders kunnen geld voorgeschoten hebben
aan de onderneming: moet nog worden terugbetaald: rekening-courant

Rekening-courant op actiefzijde: er word geld onttrokken
Rekening-courant op passiefzijde: er word geld voorgeschoten

3 Resultatenrekening
De balans kan beschouwd worden als de foto v de toestand v een onderneming met een
overzicht v alle activa en passiva op een bepaald moment.

De resultatenrekening geeft info over alle kosten en opbrengsten die in dat jaar werden
gerealiseerd.

Resultaat v de onderneming positief als de opbrengsten groter zijn dan de kosten: winst

 Overdragen naar volgend jaar
 Uitkeren aan aandeelhouders: dividenden

Resultatenrekening voorstellen op 2 manieren:

3.1 De algemene voorstelling van de resultatenrekening
3.1.1 De indeling van de kosten
- De recurrente en niet-recurrente operationele of bedrijfskosten: kosten die te
maken hebben met de operationele werking v de onderneming
 Verkochte handelsgoederen, verbruikte grondstoffen
 Diensten en goederen
 Personeelskosten
 Niet kaskosten: kosten die op KT geen gelduitgave met zich meebrengt
 Afschrijvingen (lineair): vaste activa voor 100K op 5j afschrijven:
20K per jaar
 Voorzieningen: kosten waarmee je nu al rekening moet houden, bv.
binnen 5j grote onderhoudswerken
 Waardeverminderingen: bv. verouderde activa of oninbare
handelsvorderingen
- De recurrente en niet-recurrente financiële kosten (interesten, valutaverschillen..)
- De belastingen

3.1.2 EBITDA of brutobedrijfsresultaat
‘Earnings Before Interests, Taxes, Depreciation and Amortisation’: enkel rekening houden
met operationele kosten en opbrengsten die echt worden genaakt of geïnd. (geen rekening
met niet-kasskosten)



4
10,46 €
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor
Seller avatar
catomax

Conoce al vendedor

Seller avatar
catomax Hogeschool Gent
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
2
Miembro desde
2 semanas
Número de seguidores
0
Documentos
10
Última venta
5 días hace

0,0

0 reseñas

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes