ZSO 1: Klinisch redeneren; tools
Doel van klinisch redeneren:
Het doel van klinisch redeneren is het garanderen van patiëntveiligheid en het minimaliseren van fouten in de
zorg. Dit gebeurt door:
• Situaties snel en accuraat in te schatten,
• Relevante informatie te verzamelen en te interpreteren,
• Juiste conclusies te trekken,
• Doelen te formuleren,
• En effectieve acties te ondernemen.
Klinisch redeneren helpt verpleegkundigen om complexe situaties methodisch aan te pakken en beslissingen te
nemen die bijdragen aan kwaliteitsvolle, veilige en doelgerichte zorg.
De vijf principes van klinisch redeneren zijn uitlegbaar met een voorbeeld:
1. Gegevensverzameling: Dit is het proces van het verzamelen van relevante gegevens over de patiënt,
zowel objectieve (zoals bloeddruk) als subjectieve gegevens (zoals pijnklachten).
Voorbeeld: Een patiënt met buikpijn wordt gevraagd naar de locatie, aard en duur van de pijn, en je meet
de vitale parameters.
2. Informatie interpreteren: Dit betekent analyseren of verzamelde gegevens normaal of afwijkend zijn en
verbanden leggen tussen symptomen en mogelijke oorzaken.
Voorbeeld: Buikpijn in combinatie met koorts en verhoogde witte bloedcellen kan wijzen op een infectie
zoals appendicitis.
3. Problemen identificeren: Het vaststellen van actuele en potentiële verpleegkundige problemen op basis
van de verzamelde en geïnterpreteerde gegevens.
Voorbeeld: Een patiënt met een blaasontsteking heeft het actuele probleem van pijn bij het plassen en
het risico op een nierinfectie.
4. Doelen formuleren: Specifieke, meetbare, haalbare, relevante en tijdsgebonden (SMART) doelen
bepalen die gericht zijn op het verbeteren van de situatie.
Voorbeeld: "De pijnscore van de patiënt moet binnen 2 uur afnemen tot ≤4/10 na toediening van
pijnstilling."
5. Acties ondernemen: Het uitvoeren van interventies om de doelen te bereiken.
Voorbeeld: Antibiotica toedienen, de patiënt adviseren over voldoende vochtinname en regelmatig
controleren op verbetering.
1
, FVV2
ISHAPED-tool en doel; in eigen woorden:
De ISHAPED-tool wordt gebruikt voor het gestructureerd en veilig overdragen van patiëntinformatie tussen
zorgverleners, zoals bij een shiftwissel. Het acroniem staat voor:
• I: Introduceer jezelf en de patiënt.
• S: Beschrijf de situatie (zoals diagnose en actuele zorgstatus).
• H: Huidige status van de patiënt (vitale parameters, symptomen, behandelingen).
• A: Acties die zijn ondernomen (zoals toediening van medicatie).
• P: Planning en prioriteiten (zoals vervolgobservaties of behandelingen).
• E: Evaluatie en vragen (zoals bijzonderheden of aandachtspunten).
• D: Documenteer alle belangrijke informatie.
Deze tool voorkomt fouten door belangrijke informatie gestructureerd en volledig over te brengen.
Een briefing over patiëntenzorg kan worden genoteerd op basis van een casus of zorgsituatie voor de
volgende shift:
Casus Marx, 21-jarige patiënt met een scooterongeval:
"Goedemiddag, ik geef een briefing over patiënt Marx. Hij heeft een femurfractuur en een schouderluxatie na een
scooterongeval. De situatie is stabiel, maar hij ervaart pijn met een score van 6/10. We hebben pijnstilling
toegediend om 10:00 uur, en de volgende dosis staat gepland om 16:00 uur.
Hij heeft lichte koorts (38,2°C), en we monitoren hem op tekenen van infectie. Voor mobilisatie zal fysiotherapie
langskomen. Let tijdens je shift op zijn hydratatie en urineproductie, en controleer zijn vitale parameters om 14:00
uur. Verder heeft hij wat angst om te bewegen, dus wees geduldig en ondersteun hem. Alle details staan in het
dossier."
De onderdelen van de ABCDEF-tool kunnen worden benoemd met bijbehorende observaties:
1. A (Airway): Controleer of de luchtwegen vrij zijn.
Observaties: Kan de patiënt praten? Zijn er obstructies of vreemde geluiden zoals stridor?
2. B (Breathing): Evalueer de ademhaling.
Observaties: Frequentie, diepte, symmetrie, gebruik van hulpademhalingsspieren.
3. C (Circulation): Beoordeel de bloedcirculatie.
Observaties: Hartslag, bloeddruk, capillaire refill, huidkleur en -temperatuur.
4. D (Disability): Controleer de neurologische toestand.
Observaties: Bewustzijnsniveau (AVPU of GCS), pupilreacties, spierkracht.
5. E (Exposure): Inspecteer het volledige lichaam.
Observaties: Zoek naar verwondingen, huidafwijkingen, of tekenen van infectie.
6. F (Full set of signs): Verzamel aanvullende parameters.
Observaties: Temperatuur, zuurstofsaturatie, glucosewaarden, urineproductie.
2
, FVV2
ABCDEF-tool toepassen op een casus of zorgsituatie:
Casus Marx:
• A (Airway): De luchtwegen zijn vrij. Marx kan spreken zonder tekenen van obstructie.
• B (Breathing): Zijn ademhaling is snel en oppervlakkig (24/min), mogelijk door pijn of stress.
• C (Circulation): De hartslag is verhoogd (120/min), en hij heeft een bleke huid, wat kan wijzen op pijn of
stress.
• D (Disability): Hij is alert (AVPU: A), maar klaagt over pijn met een score van 7/10.
• E (Exposure): Blauwe plekken zichtbaar aan de rechterflank. Geen actieve bloedingen of
huidafwijkingen.
• F (Full set of signs): Temperatuur 38,2°C (verhoogd), saturatie 94% (laag-normaal), bloeddruk stabiel.
Acties: Observeren op verdere afwijkingen, pijnstilling toedienen, en infectiesignalering starten.
Op basis van een casus kunnen ontbrekende ABCDEF-gegevens worden geïdentificeerd en uitgelegd:
In de casus van Marx ontbreken gegevens over:
• Urineproductie: Belangrijk om de hydratatiestatus en nierfunctie te beoordelen, gezien de verhoogde
hartslag en mogelijke uitdroging.
• Gedetailleerde pijnlocatie: Noodzakelijk om mogelijke complicaties of andere verwondingen te
evalueren.
• Glucosewaarden: Relevant als hij tekenen van hypoglykemie of stresshyperglykemie vertoont.
• Saturatietrends: Meer metingen zijn nodig om een dalende trend in de zuurstofsaturatie tijdig te
signaleren.
Vier instrumenten om bewustzijn en/of neurologische uitval te observeren kunnen worden opgesomd en
uitgelegd:
1. Glasgow Coma Scale (GCS): Beoordeelt het bewustzijnsniveau door te scoren op drie gebieden: ogen
openen, verbale respons, en motorische respons (max. score 15, minimaal 3).
Gebruik: Bij patiënten met hoofdletsel of verminderd bewustzijn.
2. AVPU-schaal: Snelle inschatting van alertheid: Alert, Verbal response, Pain response, Unresponsive.
Gebruik: Bij acute situaties om snel bewustzijn te beoordelen.
3. Pupilreactietest: Meet de reactie van de pupillen op licht.
Gebruik: Evalueert hersenfunctie en mogelijke neurologische schade.
4. NIH Stroke Scale: Meet neurologische uitval bij beroertes, zoals spraakproblemen, motoriek en
bewustzijnsniveau.
Gebruik: Bij verdenking op een beroerte om de ernst te bepalen.
3
, FVV2
Uitleg F van de ABCDEF-tool & dit toepassen op een casus:
De F (Full set of signs) omvat het verzamelen van aanvullende gegevens zoals vitale parameters (temperatuur,
zuurstofsaturatie, glucosewaarden).
Toepassing Casus Marx:
Zijn temperatuur is 38,2°C, wat wijst op een mogelijke infectie. Dit vereist verder onderzoek naar de oorzaak,
zoals bloedonderzoek en controle op wondinfecties.
Het informatieproces na gegevensverzameling kan correct worden uitgevoerd en opgeschreven:
1. Interpretatie: Koorts, snelle hartslag, en blauwe plekken wijzen op ontsteking en letsel.
2. Discriminatie: Koorts kan wijzen op infectie; snelle hartslag kan ook een gevolg zijn van pijn.
3. Relaties leggen: Koorts kan door infectie bij de femurfractuur komen. Pijn kan ademhaling en circulatie
beïnvloeden.
4. Conclusies: Patiënt heeft infectiepreventie en pijnbestrijding nodig, evenals observatie op complicaties
zoals sepsis.
Doel/nut van een conceptweb:
Een conceptweb is een visueel hulpmiddel dat verbanden en interacties tussen problemen, observaties en acties
in kaart brengt. Het helpt verpleegkundigen om prioriteiten te stellen en overzicht te bewaren in complexe
zorgsituaties.
Zelf een conceptweb bedenken en uitwerken:
Voor Marx kan een conceptweb als volgt worden uitgewerkt:
• Centraal probleem: "Herstel na ongeval."
• Tak 1: "Pijn."
o Blauwe plekken, fractuur, pijnscore 7/10.
o Acties: pijnstilling, observatie pijnniveau.
• Tak 2: "Koorts."
o Temperatuur 38,2°C, mogelijke infectie.
o Acties: infectiepreventie, bloedafname.
• Tak 3: "Mobiliteit."
o Angst om te bewegen, risico op complicaties.
o Acties: fysiotherapie, motiverende gespreksvoering.
(N)EWS toepassen op een casus; National Early Warning Score:
Bij Marx:
• Nieuwsparameters: Temp 38,2°C (+2), HR 120/min (+3), RR 24/min (+2), saturatie 94% (+1).
• Score: 8 (ernstige afwijkingen).
Actie: arts onmiddellijk waarschuwen, intensieve monitoring opstarten, en gericht onderzoek naar
mogelijke infectie of pijncrisis.
4