,Inleiding
In dit verslag is de module ‘Beargumenteren van Zorg’ uitgewerkt, waarin het klinisch
redeneren centraal staat. In deze module worden de verschillende fasen van het klinisch
redeneren behandeld, met een koppeling naar zowel theoretische kennis als praktijk. Daarbij
wordt niet alleen aandacht besteed aan de patiënt, maar ook diens naasten.
Het klinisch redeneren is uitgevoerd volgens de zes stappen van het ProActive-Nursing
model van Bakker (2017). In hoofdstuk 1 wordt de casus gestructureerd weergegeven met
behulp van de SBAR-methode. Daarnaast zijn de instrumenten, zoals de MEWS-score, de
gezondheidspatronen van Gordon, het zelfredzaamheidsradar, het draagkracht-draaglast
model, het SCEGS model en de Stages of Changes toegepast om een verdiepend beeld van
de situatie te schetsen en inzicht te krijgen in het mentale welbevinden.
In hoofdstuk 2 wordt de klinische problematiek geanalyseerd met behulp van de ABCDE-
methodiek en de zorgthema’s van ProActive Nursing. Hierbij is er prioritering aangebracht
volgens het principe ‘treat first what kills first’. Zowel in hoofdstuk 1 als in hoofdstuk 2 is er
aandacht besteed aan het signaleren van disfunctionele gegevens en bijbehorende
verpleegkundige diagnoses.
Hoofdstuk 3 richt zich op aanvullend onderzoek. Na het volledig in kaart brengen van de
casus en de onderliggende problematiek, wordt in hoofdstuk 4 het klinische beleid
uitgewerkt. Hierin worden de verpleegkundige diagnoses geprioriteerd aan de hand van een
redeneerweb. Uit dit proces zijn vijf diagnoses geselecteerd, die verder worden uitgewerkt in
de zorgresultaten en de interventies. In dit hoofdstuk komt ook het gebruik van ICT-
toepassingen in de zorg aan bod.
In hoofdstuk 5 wordt de zorg geëvalueerd aan de hand van een structuur-, proces- en
productevaluatie en in hoofdstuk 6 wordt de casusbespreking beschreven.
Tijdens het klinisch redeneren wordt ook stilgestaan bij de terugkoppeling en toepassing in
de praktijk en de eigen rol hierin. De lezer krijgt hierbij inzicht in de gemaakte keuzes, de
overwegingen achter het handelen en hoe er gehandeld is, waarom er zo gehandeld is en
wat dit met de student heeft gedaan en uit geleerd is.
Tot slot zijn in de bijlagen de waarderingsformulieren en de reflectieverslagen van de tussen-
en eindevaluatie bijgevoegd. Ook zijn de zelfredzaamheidsradar en het redeneerweb in de
bijlage bijgevoegd voor de leesbaarheid van de figuren en tekst.
2
,Inhoudsopgave
Inleiding................................................................................................................................................. 2
Hoofdstuk 1: Oriëntatie op de situatie................................................................................................ 5
1.1 SBAR-methode............................................................................................................................ 5
1.2 Patronen van Gordon................................................................................................................... 9
1.3 Zelfredzaamheidsradar............................................................................................................... 14
1.4 Draagkracht-draaglast model..................................................................................................... 14
1.5 SCEGS model............................................................................................................................ 16
1.6 Stages of Changes..................................................................................................................... 18
Hoofdstuk 2: Klinische probleemstelling......................................................................................... 19
2.1 ABCDE-methodiek..................................................................................................................... 19
2.2 Zorgthema’s................................................................................................................................ 20
2.2.1 Circulatie.............................................................................................................................. 21
2.2.2 Bloed.................................................................................................................................... 22
2.2.3 Huid en afweerfuncties........................................................................................................ 23
2.2.4 Spijsverteringsfuncties......................................................................................................... 24
2.2.5 Sensorische functie en pijn.................................................................................................. 25
2.2.6 Welbevinden........................................................................................................................ 26
Hoofdstuk 3: Aanvullend onderzoek................................................................................................. 28
3.1 Functieonderzoek....................................................................................................................... 28
3.2 Beeldvormend onderzoek........................................................................................................... 28
3.2.1 X-thorax............................................................................................................................... 28
3.2.2 CT-abdomen........................................................................................................................ 28
3.3 Bloedonderzoek.......................................................................................................................... 28
Hoofdstuk 4: Klinisch beleid.............................................................................................................. 29
4.1 Verpleegkundige diagnoses....................................................................................................... 29
4.2 Zorgresultaten en interventies.................................................................................................... 30
4.3 ICT-toepassing........................................................................................................................... 35
Hoofdstuk 5: Klinisch verloop........................................................................................................... 37
Hoofdstuk 6: Casusbespreking......................................................................................................... 39
Literatuurlijst....................................................................................................................................... 40
Bijlagen................................................................................................................................................ 44
Bijlage 1: Antiplagiaatverklaring........................................................................................................ 44
Bijlage 2: Waarderingsformulier tussenevaluatie..............................................................................45
Bijlage 3: Waarderingsformulier eindevaluatie.................................................................................50
3
, Bijlage 4: Reflectie tussenevaluatie.................................................................................................. 61
Bijlage 5: Reflectie eindevaluatie...................................................................................................... 64
Bijlage 6: Zelfredzaamheidsradar..................................................................................................... 68
Bijlage 7: Redeneerweb................................................................................................................... 69
4
In dit verslag is de module ‘Beargumenteren van Zorg’ uitgewerkt, waarin het klinisch
redeneren centraal staat. In deze module worden de verschillende fasen van het klinisch
redeneren behandeld, met een koppeling naar zowel theoretische kennis als praktijk. Daarbij
wordt niet alleen aandacht besteed aan de patiënt, maar ook diens naasten.
Het klinisch redeneren is uitgevoerd volgens de zes stappen van het ProActive-Nursing
model van Bakker (2017). In hoofdstuk 1 wordt de casus gestructureerd weergegeven met
behulp van de SBAR-methode. Daarnaast zijn de instrumenten, zoals de MEWS-score, de
gezondheidspatronen van Gordon, het zelfredzaamheidsradar, het draagkracht-draaglast
model, het SCEGS model en de Stages of Changes toegepast om een verdiepend beeld van
de situatie te schetsen en inzicht te krijgen in het mentale welbevinden.
In hoofdstuk 2 wordt de klinische problematiek geanalyseerd met behulp van de ABCDE-
methodiek en de zorgthema’s van ProActive Nursing. Hierbij is er prioritering aangebracht
volgens het principe ‘treat first what kills first’. Zowel in hoofdstuk 1 als in hoofdstuk 2 is er
aandacht besteed aan het signaleren van disfunctionele gegevens en bijbehorende
verpleegkundige diagnoses.
Hoofdstuk 3 richt zich op aanvullend onderzoek. Na het volledig in kaart brengen van de
casus en de onderliggende problematiek, wordt in hoofdstuk 4 het klinische beleid
uitgewerkt. Hierin worden de verpleegkundige diagnoses geprioriteerd aan de hand van een
redeneerweb. Uit dit proces zijn vijf diagnoses geselecteerd, die verder worden uitgewerkt in
de zorgresultaten en de interventies. In dit hoofdstuk komt ook het gebruik van ICT-
toepassingen in de zorg aan bod.
In hoofdstuk 5 wordt de zorg geëvalueerd aan de hand van een structuur-, proces- en
productevaluatie en in hoofdstuk 6 wordt de casusbespreking beschreven.
Tijdens het klinisch redeneren wordt ook stilgestaan bij de terugkoppeling en toepassing in
de praktijk en de eigen rol hierin. De lezer krijgt hierbij inzicht in de gemaakte keuzes, de
overwegingen achter het handelen en hoe er gehandeld is, waarom er zo gehandeld is en
wat dit met de student heeft gedaan en uit geleerd is.
Tot slot zijn in de bijlagen de waarderingsformulieren en de reflectieverslagen van de tussen-
en eindevaluatie bijgevoegd. Ook zijn de zelfredzaamheidsradar en het redeneerweb in de
bijlage bijgevoegd voor de leesbaarheid van de figuren en tekst.
2
,Inhoudsopgave
Inleiding................................................................................................................................................. 2
Hoofdstuk 1: Oriëntatie op de situatie................................................................................................ 5
1.1 SBAR-methode............................................................................................................................ 5
1.2 Patronen van Gordon................................................................................................................... 9
1.3 Zelfredzaamheidsradar............................................................................................................... 14
1.4 Draagkracht-draaglast model..................................................................................................... 14
1.5 SCEGS model............................................................................................................................ 16
1.6 Stages of Changes..................................................................................................................... 18
Hoofdstuk 2: Klinische probleemstelling......................................................................................... 19
2.1 ABCDE-methodiek..................................................................................................................... 19
2.2 Zorgthema’s................................................................................................................................ 20
2.2.1 Circulatie.............................................................................................................................. 21
2.2.2 Bloed.................................................................................................................................... 22
2.2.3 Huid en afweerfuncties........................................................................................................ 23
2.2.4 Spijsverteringsfuncties......................................................................................................... 24
2.2.5 Sensorische functie en pijn.................................................................................................. 25
2.2.6 Welbevinden........................................................................................................................ 26
Hoofdstuk 3: Aanvullend onderzoek................................................................................................. 28
3.1 Functieonderzoek....................................................................................................................... 28
3.2 Beeldvormend onderzoek........................................................................................................... 28
3.2.1 X-thorax............................................................................................................................... 28
3.2.2 CT-abdomen........................................................................................................................ 28
3.3 Bloedonderzoek.......................................................................................................................... 28
Hoofdstuk 4: Klinisch beleid.............................................................................................................. 29
4.1 Verpleegkundige diagnoses....................................................................................................... 29
4.2 Zorgresultaten en interventies.................................................................................................... 30
4.3 ICT-toepassing........................................................................................................................... 35
Hoofdstuk 5: Klinisch verloop........................................................................................................... 37
Hoofdstuk 6: Casusbespreking......................................................................................................... 39
Literatuurlijst....................................................................................................................................... 40
Bijlagen................................................................................................................................................ 44
Bijlage 1: Antiplagiaatverklaring........................................................................................................ 44
Bijlage 2: Waarderingsformulier tussenevaluatie..............................................................................45
Bijlage 3: Waarderingsformulier eindevaluatie.................................................................................50
3
, Bijlage 4: Reflectie tussenevaluatie.................................................................................................. 61
Bijlage 5: Reflectie eindevaluatie...................................................................................................... 64
Bijlage 6: Zelfredzaamheidsradar..................................................................................................... 68
Bijlage 7: Redeneerweb................................................................................................................... 69
4