Week 1
A Model of Scientific Research in Psychology
Dit hoofdstuk beschrijft een algemeen model van wetenschappelijk onderzoek in de
psychologie. Het model is cyclisch van aard, waarbij nieuw onderzoek leidt tot nieuwe
vragen, die vervolgens weer leiden tot nieuw onderzoek.
De stappen in dit model zijn als volgt:
• Het formuleren van een onderzoeksvraag.
• Het uitvoeren van een empirisch onderzoek dat is ontworpen om de vraag te
beantwoorden.
• Het analyseren van de resulterende data.
• Het trekken van conclusies over het antwoord op de vraag.
• Het publiceren van de resultaten, zodat deze deel gaan uitmaken van de
wetenschappelijke literatuur in dat vakgebied.
De wetenschappelijke literatuur is een van de primaire bronnen voor nieuwe
onderzoeksvragen. Onderzoeksvragen kunnen echter ook ontstaan buiten deze
cyclus, bijvoorbeeld door informele observaties of praktische problemen die
opgelost moeten worden. Zelfs in deze gevallen zal de onderzoeker de bestaande
literatuur raadplegen om te zien of de vraag al beantwoord is en om de vraag te verfijnen
op basis van eerdere bevindingen.
Het hoofdstuk geeft twee voorbeelden om dit model te illustreren:
• Het onderzoek van Mehl en zijn collega's naar de vraag of vrouwen meer praten
dan mannen. Hun onderzoeksvraag kwam voort uit stereotypen en claims in de
literatuur. Ze ontdekten dat deze vraag niet adequaat wetenschappelijk was
onderzocht, voerden een empirische studie uit, analyseerden de resultaten
(waarbij ze weinig verschil vonden), trokken conclusies en publiceerden hun
werk. Dit werk leidde vervolgens tot nieuwe vragen over de betrouwbaarheid van
de resultaten en mogelijke culturele verschillen.
• Het onderzoek naar de invloed van mobiel telefoongebruik op rijden. Toen
mobiele telefoons in de jaren negentig wijdverspreid raakten, ontstond de vraag
naar de effecten hiervan op rijden. Onderzoekers vergeleken de rijprestaties van
mensen met en zonder mobiel telefoongebruik en vonden dat reactietijd en
controle over het voertuig werden beïnvloed. Dit onderzoek werd gepubliceerd
en droeg bij aan de groeiende literatuur over dit onderwerp. Vervolgonderzoek
toonde aan dat gesprekken via de mobiele telefoon een groter risico vormen
dan gesprekken met een passagier.
,Kortom, dit hoofdstuk beschrijft het fundamentele proces van wetenschappelijk
onderzoek in de psychologie als een cyclische activiteit die:
- begint met een onderzoeksvraag
- leidt tot empirisch onderzoek
- data-analyse en conclusies
- en eindigt met publicatie
- waarna het proces opnieuw kan beginnen met nieuwe vragen.
→ Uitleg met een voorbeeld:
Stel, de onderzoeksvraag is: Hebben influencers invloed op het koopgedrag van
jongeren?
Volgens het model van wetenschappelijk onderzoek in de psychologie zou dit als volgt
kunnen verlopen:
1 Onderzoeksvraag:
Onderzoekers formuleren de vraag of influencers het koopgedrag van jongeren
beïnvloeden. Deze vraag kan voortkomen uit informele observaties (zien dat
jongeren producten kopen die door influencers worden gepromoot) of praktische
problemen (bedrijven willen weten of influencer marketing werkt). De
onderzoekers zouden eerst de bestaande literatuur raadplegen om te zien wat er
al bekend is over reclame, sociale invloed en koopgedrag van jongeren.
2 Empirisch onderzoek:
De onderzoekers ontwerpen een studie om deze vraag te beantwoorden. Dit kan
bijvoorbeeld een experiment zijn waarbij een groep jongeren advertenties met
influencers te zien krijgt en een andere groep niet, waarna hun koopintentie wordt
gemeten. Of het kan een survey zijn waarin jongeren wordt gevraagd naar hun
kijkgedrag van influencers en hun aankoopbeslissingen.
3 Data-analyse:
De verzamelde gegevens (bijvoorbeeld de meetresultaten van de koopintentie of
de antwoorden op de survey) worden geanalyseerd om te kijken of er een
significant verschil is tussen de groepen of een verband tussen het bekijken van
influencers en koopgedrag.
4 Conclusies trekken:
Op basis van de analyse trekken de onderzoekers conclusies. Bijvoorbeeld: "Onze
resultaten suggereren dat influencers inderdaad een significante invloed hebben
op het koopgedrag van jongeren" of "We vonden geen significant bewijs voor een
directe invloed".
5 Publicatie:
De resultaten van het onderzoek worden gepubliceerd in een wetenschappelijk
tijdschrift, zodat ze deel uitmaken van de onderzoeksliteratuur. Deze publicatie
kan dan weer leiden tot nieuwe onderzoeksvragen, bijvoorbeeld over welke
soorten influencers de meeste invloed hebben of via welke mechanismen deze
invloed werkt.
,Finding a Research Topic
Dit hoofdstuk behandelt het begin van het onderzoeksproces in de psychologie. Het
beschrijft hoe goede onderzoeksvragen worden geformuleerd, wat vaak als moeilijk en
stressvol wordt ervaren door beginnende onderzoekers.
Het hoofdstuk stelt dat het vinden van een goede onderzoeksvraag een creatief proces
is dat gebaseerd is op gewone denkstrategieën en doorzettingsvermogen.
Het hoofdstuk bespreekt verschillende bronnen van inspiratie voor onderzoeksideeën:
• Informele observaties: Dit omvat directe observaties van gedrag en indirecte
observaties uit niet-wetenschappelijke bronnen zoals kranten, boeken en blogs.
Het onderzoek van Stanley Milgram naar gehoorzaamheid is een voorbeeld dat
voortkwam uit journalistieke verslagen.
• Praktische problemen: Onderzoeksideeën kunnen ook ontstaan uit praktische
problemen in domeinen als wet, gezondheid en onderwijs, wat vaak leidt tot
toegepast onderzoek. Voorbeelden hiervan zijn vragen over het effect van
handgeschreven notities op examenresultaten of de effectiviteit van
psychotherapie.
• Vorige onderzoek: Dit wordt beschouwd als de meest gebruikelijke
inspiratiebron. Wetenschap is een collaboratieve activiteit waarbij onderzoekers
elkaars werk lezen en daarop voortbouwen. Zowel ervaren als beginnende
onderzoekers kunnen inspiratie vinden door professionele tijdschriften te lezen.
Vervolgens behandelt het hoofdstuk het reviewen van de onderzoeks literatuur, wat
essentieel is in het vroege stadium van het onderzoeksproces. De onderzoeks
literatuur wordt gedefinieerd als alle gepubliceerde onderzoeken in een bepaald veld.
Het reviewen omvat het vinden, lezen en samenvatten van relevant gepubliceerd
onderzoek. Dit helpt niet alleen bij het ontdekken van nieuwe onderzoeksvragen, maar
ook bij:
• Bepalen of een onderzoeksvraag al is beantwoord.
• Evalueren van de interessantheid van een onderzoeksvraag.
• Genereren van ideeën voor het uitvoeren van een eigen studie.
• Plaatsen van de eigen studie binnen de bestaande literatuur.
Het hoofdstuk benadrukt dat de onderzoeks literatuur voornamelijk bestaat uit:
• Artikelen in professionele tijdschriften: Dit zijn periodieken die originele
onderzoeksartikelen publiceren. De meeste artikelen zijn empirische
onderzoeksrapporten (beschrijven nieuwe studies) of review artikelen (vatten
eerder onderzoek samen). Review artikelen kunnen ook theoretische artikelen
, (presenteren een nieuwe theorie) of meta-analyses (statistische samenvattingen
van eerdere resultaten) zijn. De meeste professionele tijdschriften hanteren een
double-blind peer review proces om de kwaliteit van publicaties te waarborgen.
Sommige nieuwere open access tijdschriften gebruiken een open peer review
proces.
• Wetenschappelijke boeken: Dit zijn boeken geschreven door onderzoekers en
professionals voor een publiek van andere onderzoekers en professionals.
Voorbeelden zijn monografieën (door één of enkele auteurs over een coherent
onderwerp) en edited volumes (met hoofdstukken van verschillende auteurs
over hetzelfde thema). Ook wetenschappelijke boeken ondergaan doorgaans een
peer review proces.
Het hoofdstuk beschrijft verschillende literatuurzoekstrategieën:
• Gebruik van elektronische databases: De belangrijkste database voor
psychologie is PsycINFO van de American Psychological Association (APA), die
zeer uitgebreid is. Andere relevante databases zijn Academic Search Premier,
JSTOR, ProQuest, ERIC en PubMed. PsycINFO bevat records met publicatie-
informatie, abstracts en citaties, en maakt gebruik van indextermen en een
thesaurus om het zoeken te verfijnen.
• Andere zoektechnieken: Naast databases kunnen onderzoekers de
referentielijsten van relevante artikelen en boeken raadplegen, citaties van
klassieke werken in PsycINFO volgen, algemene internetzoekmachines (zoals
Google Scholar) gebruiken en experts in het veld raadplegen.
Het hoofdstuk geeft ook richtlijnen over waarop te zoeken in de literatuur:
• Recente onderzoek: De definitie van recent hangt af van het onderwerp, maar
over het algemeen is het goed om te beginnen met bronnen van de afgelopen vijf
jaar, met uitzondering van klassieke artikelen.
• Review artikelen: Deze geven een nuttig overzicht van het onderwerp, inclusief
definities, resultaten, theorieën en controverses.
• Empirische onderzoeksrapporten: Deze bieden ideeën over meetmethoden en
dataverzameling.
• Bronnen die de interessantheid van de onderzoeksvraag onderbouwen.
Ten slotte bespreekt het hoofdstuk de vraag hoeveel bronnen voldoende zijn voor een
literatuuronderzoek. Dit hangt af van de uitgebreidheid van het onderwerp en de doelen
van de onderzoeker. Gemiddeld citeren professionele tijdschriftartikelen ongeveer 50
bronnen.
A Model of Scientific Research in Psychology
Dit hoofdstuk beschrijft een algemeen model van wetenschappelijk onderzoek in de
psychologie. Het model is cyclisch van aard, waarbij nieuw onderzoek leidt tot nieuwe
vragen, die vervolgens weer leiden tot nieuw onderzoek.
De stappen in dit model zijn als volgt:
• Het formuleren van een onderzoeksvraag.
• Het uitvoeren van een empirisch onderzoek dat is ontworpen om de vraag te
beantwoorden.
• Het analyseren van de resulterende data.
• Het trekken van conclusies over het antwoord op de vraag.
• Het publiceren van de resultaten, zodat deze deel gaan uitmaken van de
wetenschappelijke literatuur in dat vakgebied.
De wetenschappelijke literatuur is een van de primaire bronnen voor nieuwe
onderzoeksvragen. Onderzoeksvragen kunnen echter ook ontstaan buiten deze
cyclus, bijvoorbeeld door informele observaties of praktische problemen die
opgelost moeten worden. Zelfs in deze gevallen zal de onderzoeker de bestaande
literatuur raadplegen om te zien of de vraag al beantwoord is en om de vraag te verfijnen
op basis van eerdere bevindingen.
Het hoofdstuk geeft twee voorbeelden om dit model te illustreren:
• Het onderzoek van Mehl en zijn collega's naar de vraag of vrouwen meer praten
dan mannen. Hun onderzoeksvraag kwam voort uit stereotypen en claims in de
literatuur. Ze ontdekten dat deze vraag niet adequaat wetenschappelijk was
onderzocht, voerden een empirische studie uit, analyseerden de resultaten
(waarbij ze weinig verschil vonden), trokken conclusies en publiceerden hun
werk. Dit werk leidde vervolgens tot nieuwe vragen over de betrouwbaarheid van
de resultaten en mogelijke culturele verschillen.
• Het onderzoek naar de invloed van mobiel telefoongebruik op rijden. Toen
mobiele telefoons in de jaren negentig wijdverspreid raakten, ontstond de vraag
naar de effecten hiervan op rijden. Onderzoekers vergeleken de rijprestaties van
mensen met en zonder mobiel telefoongebruik en vonden dat reactietijd en
controle over het voertuig werden beïnvloed. Dit onderzoek werd gepubliceerd
en droeg bij aan de groeiende literatuur over dit onderwerp. Vervolgonderzoek
toonde aan dat gesprekken via de mobiele telefoon een groter risico vormen
dan gesprekken met een passagier.
,Kortom, dit hoofdstuk beschrijft het fundamentele proces van wetenschappelijk
onderzoek in de psychologie als een cyclische activiteit die:
- begint met een onderzoeksvraag
- leidt tot empirisch onderzoek
- data-analyse en conclusies
- en eindigt met publicatie
- waarna het proces opnieuw kan beginnen met nieuwe vragen.
→ Uitleg met een voorbeeld:
Stel, de onderzoeksvraag is: Hebben influencers invloed op het koopgedrag van
jongeren?
Volgens het model van wetenschappelijk onderzoek in de psychologie zou dit als volgt
kunnen verlopen:
1 Onderzoeksvraag:
Onderzoekers formuleren de vraag of influencers het koopgedrag van jongeren
beïnvloeden. Deze vraag kan voortkomen uit informele observaties (zien dat
jongeren producten kopen die door influencers worden gepromoot) of praktische
problemen (bedrijven willen weten of influencer marketing werkt). De
onderzoekers zouden eerst de bestaande literatuur raadplegen om te zien wat er
al bekend is over reclame, sociale invloed en koopgedrag van jongeren.
2 Empirisch onderzoek:
De onderzoekers ontwerpen een studie om deze vraag te beantwoorden. Dit kan
bijvoorbeeld een experiment zijn waarbij een groep jongeren advertenties met
influencers te zien krijgt en een andere groep niet, waarna hun koopintentie wordt
gemeten. Of het kan een survey zijn waarin jongeren wordt gevraagd naar hun
kijkgedrag van influencers en hun aankoopbeslissingen.
3 Data-analyse:
De verzamelde gegevens (bijvoorbeeld de meetresultaten van de koopintentie of
de antwoorden op de survey) worden geanalyseerd om te kijken of er een
significant verschil is tussen de groepen of een verband tussen het bekijken van
influencers en koopgedrag.
4 Conclusies trekken:
Op basis van de analyse trekken de onderzoekers conclusies. Bijvoorbeeld: "Onze
resultaten suggereren dat influencers inderdaad een significante invloed hebben
op het koopgedrag van jongeren" of "We vonden geen significant bewijs voor een
directe invloed".
5 Publicatie:
De resultaten van het onderzoek worden gepubliceerd in een wetenschappelijk
tijdschrift, zodat ze deel uitmaken van de onderzoeksliteratuur. Deze publicatie
kan dan weer leiden tot nieuwe onderzoeksvragen, bijvoorbeeld over welke
soorten influencers de meeste invloed hebben of via welke mechanismen deze
invloed werkt.
,Finding a Research Topic
Dit hoofdstuk behandelt het begin van het onderzoeksproces in de psychologie. Het
beschrijft hoe goede onderzoeksvragen worden geformuleerd, wat vaak als moeilijk en
stressvol wordt ervaren door beginnende onderzoekers.
Het hoofdstuk stelt dat het vinden van een goede onderzoeksvraag een creatief proces
is dat gebaseerd is op gewone denkstrategieën en doorzettingsvermogen.
Het hoofdstuk bespreekt verschillende bronnen van inspiratie voor onderzoeksideeën:
• Informele observaties: Dit omvat directe observaties van gedrag en indirecte
observaties uit niet-wetenschappelijke bronnen zoals kranten, boeken en blogs.
Het onderzoek van Stanley Milgram naar gehoorzaamheid is een voorbeeld dat
voortkwam uit journalistieke verslagen.
• Praktische problemen: Onderzoeksideeën kunnen ook ontstaan uit praktische
problemen in domeinen als wet, gezondheid en onderwijs, wat vaak leidt tot
toegepast onderzoek. Voorbeelden hiervan zijn vragen over het effect van
handgeschreven notities op examenresultaten of de effectiviteit van
psychotherapie.
• Vorige onderzoek: Dit wordt beschouwd als de meest gebruikelijke
inspiratiebron. Wetenschap is een collaboratieve activiteit waarbij onderzoekers
elkaars werk lezen en daarop voortbouwen. Zowel ervaren als beginnende
onderzoekers kunnen inspiratie vinden door professionele tijdschriften te lezen.
Vervolgens behandelt het hoofdstuk het reviewen van de onderzoeks literatuur, wat
essentieel is in het vroege stadium van het onderzoeksproces. De onderzoeks
literatuur wordt gedefinieerd als alle gepubliceerde onderzoeken in een bepaald veld.
Het reviewen omvat het vinden, lezen en samenvatten van relevant gepubliceerd
onderzoek. Dit helpt niet alleen bij het ontdekken van nieuwe onderzoeksvragen, maar
ook bij:
• Bepalen of een onderzoeksvraag al is beantwoord.
• Evalueren van de interessantheid van een onderzoeksvraag.
• Genereren van ideeën voor het uitvoeren van een eigen studie.
• Plaatsen van de eigen studie binnen de bestaande literatuur.
Het hoofdstuk benadrukt dat de onderzoeks literatuur voornamelijk bestaat uit:
• Artikelen in professionele tijdschriften: Dit zijn periodieken die originele
onderzoeksartikelen publiceren. De meeste artikelen zijn empirische
onderzoeksrapporten (beschrijven nieuwe studies) of review artikelen (vatten
eerder onderzoek samen). Review artikelen kunnen ook theoretische artikelen
, (presenteren een nieuwe theorie) of meta-analyses (statistische samenvattingen
van eerdere resultaten) zijn. De meeste professionele tijdschriften hanteren een
double-blind peer review proces om de kwaliteit van publicaties te waarborgen.
Sommige nieuwere open access tijdschriften gebruiken een open peer review
proces.
• Wetenschappelijke boeken: Dit zijn boeken geschreven door onderzoekers en
professionals voor een publiek van andere onderzoekers en professionals.
Voorbeelden zijn monografieën (door één of enkele auteurs over een coherent
onderwerp) en edited volumes (met hoofdstukken van verschillende auteurs
over hetzelfde thema). Ook wetenschappelijke boeken ondergaan doorgaans een
peer review proces.
Het hoofdstuk beschrijft verschillende literatuurzoekstrategieën:
• Gebruik van elektronische databases: De belangrijkste database voor
psychologie is PsycINFO van de American Psychological Association (APA), die
zeer uitgebreid is. Andere relevante databases zijn Academic Search Premier,
JSTOR, ProQuest, ERIC en PubMed. PsycINFO bevat records met publicatie-
informatie, abstracts en citaties, en maakt gebruik van indextermen en een
thesaurus om het zoeken te verfijnen.
• Andere zoektechnieken: Naast databases kunnen onderzoekers de
referentielijsten van relevante artikelen en boeken raadplegen, citaties van
klassieke werken in PsycINFO volgen, algemene internetzoekmachines (zoals
Google Scholar) gebruiken en experts in het veld raadplegen.
Het hoofdstuk geeft ook richtlijnen over waarop te zoeken in de literatuur:
• Recente onderzoek: De definitie van recent hangt af van het onderwerp, maar
over het algemeen is het goed om te beginnen met bronnen van de afgelopen vijf
jaar, met uitzondering van klassieke artikelen.
• Review artikelen: Deze geven een nuttig overzicht van het onderwerp, inclusief
definities, resultaten, theorieën en controverses.
• Empirische onderzoeksrapporten: Deze bieden ideeën over meetmethoden en
dataverzameling.
• Bronnen die de interessantheid van de onderzoeksvraag onderbouwen.
Ten slotte bespreekt het hoofdstuk de vraag hoeveel bronnen voldoende zijn voor een
literatuuronderzoek. Dit hangt af van de uitgebreidheid van het onderwerp en de doelen
van de onderzoeker. Gemiddeld citeren professionele tijdschriftartikelen ongeveer 50
bronnen.
