onderdelen psychiatrisch onderzoek - ANSWERSpersonalia, speciale anamnese, status
mentalis, psychiatrische VG, middelengebruik, famanam, biografie, tractus anam/LO,
heteroanam, AO
trias psychica - ANSWERSCognitieve functies
Affectieve functies
Conatieve functies
samen met eerste indruk = status mentalis
zelfverwaarlozing past bij - ANSWERSalcohol, schizofrenie, dementie
niet bij: manie, ADHD, anorexia, somatisatiestoornis, OCD
cognitieve functies - ANSWERSBewustzijn, aandacht, concentratie, oriëntatie,
geheugen, intellectuele functies, waarneming, vorm van denken, inhoud van denken
bewustzijn
- somnolent
- soporeus
- subcomateus
- vernauwd - ANSWERSsomnolent: pt antwoord alleen nog adequaat na krachtg
aanspreken
soporeus: pt geeft geen antwoord maar voert wel opdrachten uit
subcomateus: pt rea alleen nog op pijnprikkels
vernauwd: pt is geconcentreerd op bepaalde ervaring en afgesloten voor
prikkelsbuitenaf
aandacht
- hypovigiliteit/hypervigiliteit
hypotenaciteit - ANSWERShypovigiliteit: rea niet of traag/kort
verminderde selectiviteit van de aandacht
verminderde verteerbaarheid van de aandacht
hyperviriliteit: overmatig oplettend
verhoogde afleidbaarheid
hypotenaciteit: raakt draad kwijt bij langere antwoorden
concentratie - ANSWERSaandacht observeer je, concentratie vraag je bij anamnese
, oriëntatie - ANSWERStijd, plaats, persoon
geheugen
- fasen
- indeling - ANSWERSfasen: inprenting, kortetermijngeheugen, langetermijngehuegen
indeling: semantisch (algemenfeiten), episodisch (gebeurtenissen geschied pt),
procedurele (herinneren, impliciet geleerde vaardigheden)
antrograde amnesie
retrograde amnesie - ANSWERSgeen herinneren aan gebeurtenis gedurende periode
na hersenaandoening
retro: kan gebeurtenissen voor schade niet herinneren.
confabulaties - ANSWERSverzint onbewust feiten over situaties of gebeurtenissen die
hij zich niet kan herinneren door amnesie
intellectuele functies - ANSWERSabstractievermogen ( spreekwoorden
executieve functies (organiseren, multitasken)
intelligentie
oordeelsvermogen (gestoord realiteitsbesef, oordeel/kritiekstoornis, decorumverlies)
ziektebesef/inzicht
waarnemen - ANSWERShallucinaties
illusionaire vervalsing
dispercepties: obs afwijkend waarnemen
misidentificatie: ziet bekend persoon voor een ander aan
dekrealisatie: gevoel dat omgeving niet echt is
sensorische hyper/hyporeactiviteit
charles bonnet syndroom - ANSWERShallucinaties ontstaan doordat een pt een
zintuigelijke beperking heeft en de hersenen zelf invullen wat er waargenomen wordt.
vorm van denken - ANSWERSbradyfrenie, geremd denken: traag spreken
gedachtenarmoede
tachyfrenie: voortdurend nieuwe gedachten
inefficient denken
neologismen: zelfbedachte woorden gebruiken
agogie: zegt weinig
tangentialiteit: antwoord langs vragen heen
ontsporing:onderbreekt verhaal
incoherent: onlogisch/onsamenhangend
gedachtenstop
gedachtenvluht/verhoogd associatief denken
concretisme
inhoud van denken - ANSWERSwanen