Funbio samenvatting H.48
Perifere zenuwstelsel: sensorische neuronen en de axonen van motor neuronen.
Centrale zenuwstelsel: inter neuronen en motor neuronen.
De sensorische (inter) neuronen kunnen in het geval van de kniepees reflex een inhiberend
signaal doorgeven. Zodat de hamstrings niet samentrekt maar de quadriceps wel.
Opbouw neuronen
Neuronen bestaan uit een cellichaam met dendrieten en met een lange uitloper: hun axon. In
het membraan van het axon zitten natrium en kalium kanalen en natrium/kalium pompen. In
het axoplasma is er veel kalium en eiwitten en buiten de axon is er juist weer veel natrium en
chloor.
De rustpotentiaal van het axon is de verzameling van de nerstpotentialen van alle ionen die
permeabel zijn over het membraan. Deze Nerst potentiaal wordt bepaald door twee gradiënten
die elkaar tegenwerken totdat een evenwicht ontstaat. :
Chemische: [K+] in > [K+] uit: K+ lekt de cel uit door K+ kanalen
, Elektrisch: door outflow van K+: negatieve lading in cel
Eion= 62 mV (log[ion]outside/[ion]inside)
(de rustpotentiaal is niet -90 maar -70 mV omdat er is
rust nog wel een select aantal natrium kanalen open is,
waardoor er toch wat natrium ionen in de cel stromen,
en de rustpotentiaal iets hoger is, maar de
rustpotentiaal is wel dichter bij Ek dan Ena omdat er
wel veel meer kalium kanalen open staan)
De rustpotentiaal ligt tussen de -80 en -60 mV (-70
mV). De binnenkant van het axon is negatief en de buitenkant is positief. Dit rustpotentiaal
wordt in stand gehouden door de natrium/kalium pomp. Deze pomp pompt elke keer 3
natrium-ionen uit de axon en 2 kalium ionen erin. Dit gaat tegen de gradiënt in en kost dus
ook ATP.
Maar het meeste wordt de rustpotentiaal bepaalt door de outflow van kalium. Tijdens de
rustpotentiaal staan er namelijk wel ‘leaking’ kaliumkanalen open, maar bijna tot geen
natrium. De outlflow is niet super groot omdat de kalium ionen ook weer terug worden
getrokken door de negatieve lading (elektrisch, chemische in evenwicht)
Ionkanalen reguleren de membraanpotentiaal door met hun elektrochemische gradiënt mee
de cel in of uit te kunnen stromen. Ionen zijn selectief permeabel en laten dus meestal maar 1
soort ion door. Je hebt verschillend ion kanalen:
Passief (lek, K+>>Na+): -80<rustpotentiaal<-60mV Maar ook: Na+ / K+ ATPase
Chemically (ligand) gated (chemisch gereguleert)
Voltage gated (stroom gereguleert)
Verschillende stimulussen kunnen de membraanpotentiaal veranderen:
Signaal dat kalium kanalen open gaan er vindt hyperpolarisatie plaats (binnenkant
wordt nog negatiever, komt dichter bij nerst potentiaal kalium)
Signaal dat natrium kanalen op gaan er vindt depolarisatie plaats (binnenkant wordt
positiever, komt dichter bij nerst potentiaal kalium)’
Nog sterker signaal, nog meer natrium kanalen gaan open meer depolarisatie, boven
drempelwaarde actiepotentiaal. (gaat dan niet meer geleidelijk)
Perifere zenuwstelsel: sensorische neuronen en de axonen van motor neuronen.
Centrale zenuwstelsel: inter neuronen en motor neuronen.
De sensorische (inter) neuronen kunnen in het geval van de kniepees reflex een inhiberend
signaal doorgeven. Zodat de hamstrings niet samentrekt maar de quadriceps wel.
Opbouw neuronen
Neuronen bestaan uit een cellichaam met dendrieten en met een lange uitloper: hun axon. In
het membraan van het axon zitten natrium en kalium kanalen en natrium/kalium pompen. In
het axoplasma is er veel kalium en eiwitten en buiten de axon is er juist weer veel natrium en
chloor.
De rustpotentiaal van het axon is de verzameling van de nerstpotentialen van alle ionen die
permeabel zijn over het membraan. Deze Nerst potentiaal wordt bepaald door twee gradiënten
die elkaar tegenwerken totdat een evenwicht ontstaat. :
Chemische: [K+] in > [K+] uit: K+ lekt de cel uit door K+ kanalen
, Elektrisch: door outflow van K+: negatieve lading in cel
Eion= 62 mV (log[ion]outside/[ion]inside)
(de rustpotentiaal is niet -90 maar -70 mV omdat er is
rust nog wel een select aantal natrium kanalen open is,
waardoor er toch wat natrium ionen in de cel stromen,
en de rustpotentiaal iets hoger is, maar de
rustpotentiaal is wel dichter bij Ek dan Ena omdat er
wel veel meer kalium kanalen open staan)
De rustpotentiaal ligt tussen de -80 en -60 mV (-70
mV). De binnenkant van het axon is negatief en de buitenkant is positief. Dit rustpotentiaal
wordt in stand gehouden door de natrium/kalium pomp. Deze pomp pompt elke keer 3
natrium-ionen uit de axon en 2 kalium ionen erin. Dit gaat tegen de gradiënt in en kost dus
ook ATP.
Maar het meeste wordt de rustpotentiaal bepaalt door de outflow van kalium. Tijdens de
rustpotentiaal staan er namelijk wel ‘leaking’ kaliumkanalen open, maar bijna tot geen
natrium. De outlflow is niet super groot omdat de kalium ionen ook weer terug worden
getrokken door de negatieve lading (elektrisch, chemische in evenwicht)
Ionkanalen reguleren de membraanpotentiaal door met hun elektrochemische gradiënt mee
de cel in of uit te kunnen stromen. Ionen zijn selectief permeabel en laten dus meestal maar 1
soort ion door. Je hebt verschillend ion kanalen:
Passief (lek, K+>>Na+): -80<rustpotentiaal<-60mV Maar ook: Na+ / K+ ATPase
Chemically (ligand) gated (chemisch gereguleert)
Voltage gated (stroom gereguleert)
Verschillende stimulussen kunnen de membraanpotentiaal veranderen:
Signaal dat kalium kanalen open gaan er vindt hyperpolarisatie plaats (binnenkant
wordt nog negatiever, komt dichter bij nerst potentiaal kalium)
Signaal dat natrium kanalen op gaan er vindt depolarisatie plaats (binnenkant wordt
positiever, komt dichter bij nerst potentiaal kalium)’
Nog sterker signaal, nog meer natrium kanalen gaan open meer depolarisatie, boven
drempelwaarde actiepotentiaal. (gaat dan niet meer geleidelijk)