Samenvattingen extra literatuur
Internationaal- en Europees recht
Week 2
4.4: Lidmaatschap
Lidmaatschap is essentieel voor het functioneren van internationale organisaties, en de leden hebben
een bepalende invloed op het beleid en de beslissingen van de organisatie.
4.4.1: Wie kan lid worden?
Lid worden van een internationale organisatie. Dit wordt meestal bepaald door de
oprichtingsverdragen van de organisatie. Sommige organisaties staan open voor alle staten, terwijl
andere gesloten zijn en slechts bepaalde staten toelaten. Een voorbeeld van een open organisatie is
de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
4.4.2: Procedure
De procedure voor toelating van nieuwe leden varieert per organisatie. Bij de Verenigde Naties (VN)
vereist toelating de aanbeveling van de Veiligheidsraad en een tweederde meerderheid in de
Algemene Vergadering. Bij de Europese Unie (EU) beslist de Raad na raadpleging van de Europese
Commissie en goedkeuring door het Europees Parlement.
4.4.3: Opschorting en beëindiging van lidmaatschap
Internationale organisaties kunnen in reactie op schendingen van verplichtingen door lidstaten
bepaalde rechten van deze lidstaten opschorten of het lidmaatschap beëindigen.
4.4.4: Verhouding tussen organisatie en leden
Hoewel internationale organisaties zelfstandige rechtssubjecten zijn, blijven de lidstaten een
dominante rol spelen. Er is een spanning tussen de juridische zelfstandigheid van de organisatie en
de invloed van de lidstaten.
4.5: Financiering
Internationale organisaties hebben aanzienlijke financiële middelen nodig om hun functies te
vervullen, zoals het onderhouden van gebouwen, het betalen van personeel en het organiseren van
activiteiten, waaronder bijeenkomsten en vredesmissies. De financiering komt voornamelijk uit
bijdragen van lidstaten, aangezien internationale organisaties zelf geen belasting kunnen heffen.
De hoogte van deze bijdragen varieert afhankelijk van de organisatie. Zo draagt Nederland 1,48
procent bij aan het budget van de Verenigde Naties, terwijl Verenigde Staten 22 procent betalen.
Sommige organisaties baseren de bijdragen op de bevolkingsgrootte van de lidstaten.
Binnen de Europese Unie (EU) komt de financiering niet alleen uit bijdragen van lidstaten maar ook
uit eigen middelen zoals douane- en landbouwheffingen. De bijdragen van de lidstaten maken
momenteel ongeveer 75 procent van de totale middelen van de EU uit.
4.6: Bevoegdheden
Bevoegdheden van internationale organisaties, met nadruk op hun beperkingen en basisprincipes
zoals het attributie- en specialiteitsbeginsel.
4.6.1: Beperkingen van Bevoegdheden:
- Internationale organisaties hebben beperkte bevoegdheden in vergelijking met staten. Dit is
gebaseerd op het concept van soevereiniteit van de lidstaten die de organisaties oprichten.
- De bevoegdheden van een organisatie zijn vastgelegd in haar oprichtingsverdrag en zijn
beperkt tot de doelen waarvoor de organisatie is opgericht.
, 4.6.2: Attributie- en Specialiteitsbeginsel:
- Het attributiebeginsel houdt in dat internationale organisaties alleen die bevoegdheden
hebben die expliciet zijn toegekend door de oprichtende staten.
- Het specialiteitsbeginsel betekent dat deze bevoegdheden specifiek gericht/beperkt zijn tot
de doelen en functies die in het oprichtingsverdrag zijn vastgelegd.
4.6.3: Impliciete Bevoegdheden:
- Naast expliciete bevoegdheden, kunnen internationale organisaties ook impliciete
bevoegdheden hebben die noodzakelijk zijn voor de vervulling van hun taken.
- Deze impliciete bevoegdheden zijn die welke logisch voortvloeien uit de expliciete
bevoegdheden en essentieel zijn voor het functioneren van de organisatie.
4.6.4: Voorbeelden van Bevoegdheden:
- Voorbeelden van deze bevoegdheden zijn het vaststellen van een begroting en de
goedkeuring daarvan door het vertegenwoordigende orgaan van de organisatie.
- Binnen de Verenigde Naties wordt de begroting goedgekeurd door de Algemene Vergadering,
terwijl in de Europese Unie het Europees Parlement en de Raad de begroting gezamenlijk
goedkeuren.
4.7 Besluitvorming binnen Internationale Organisaties
De besluitvorming binnen internationale organisaties is ontworpen om de taken die hen zijn
toebedeeld effectief te kunnen vervullen. Dit omvat oprichting van nieuwe organen, vaststelling van de
begroting, en toelating van nieuwe leden. De regels en procedures voor besluitvorming zijn essentieel
voor het waarborgen van de zelfstandigheid van de organisatie en de effectiviteit van haar operaties.
Lidstaten behouden echter vaak aanzienlijke invloed binnen deze processen, wat de dynamiek tussen
nationale soevereiniteit en internationale samenwerking weerspiegelt.
4.8 Verdragen en Internationale Organisaties
Internationale organisaties kunnen gebonden zijn aan internationale verdragen indien zij partij zijn bij
deze verdragen of deze eenzijdig aanvaarden. Dit betekent dat zij bepaalde verplichtingen moeten
naleven die in deze verdragen zijn vastgelegd. Bovendien zijn zij ook gebonden aan hun eigen
oprichtingsverdragen, en de verplichtingen hierin opgenomen gelden alleen tegenover de leden van
de organisatie. Dit juridisch kader is essentieel voor het functioneren van de organisaties en de
naleving van internationale normen en standaarden.
4.9: Checks and om balances
Internationaal recht laat de interne organisatie van internationale organisaties over aan hun eigen
regels. Dit betekent dat er geen dwingende 'checks and balances' zijn voorgeschreven door het
internationaal recht. De vraag naar checks and balances is relevant omdat internationale organisaties
soms tekortschieten in hun taken. Voorbeelden hiervan zijn de MH17 ramp en de coronapandemie. In
meer ontwikkelde regionale organisaties zoals de EU is er een evenwicht tussen de organen dat
politieke en juridische controle mogelijk maakt.
Week 3
NYT Artikel Samenvatting: Rusland Verliest Zetel in de VN-Mensenrechtenraad
Internationaal- en Europees recht
Week 2
4.4: Lidmaatschap
Lidmaatschap is essentieel voor het functioneren van internationale organisaties, en de leden hebben
een bepalende invloed op het beleid en de beslissingen van de organisatie.
4.4.1: Wie kan lid worden?
Lid worden van een internationale organisatie. Dit wordt meestal bepaald door de
oprichtingsverdragen van de organisatie. Sommige organisaties staan open voor alle staten, terwijl
andere gesloten zijn en slechts bepaalde staten toelaten. Een voorbeeld van een open organisatie is
de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO).
4.4.2: Procedure
De procedure voor toelating van nieuwe leden varieert per organisatie. Bij de Verenigde Naties (VN)
vereist toelating de aanbeveling van de Veiligheidsraad en een tweederde meerderheid in de
Algemene Vergadering. Bij de Europese Unie (EU) beslist de Raad na raadpleging van de Europese
Commissie en goedkeuring door het Europees Parlement.
4.4.3: Opschorting en beëindiging van lidmaatschap
Internationale organisaties kunnen in reactie op schendingen van verplichtingen door lidstaten
bepaalde rechten van deze lidstaten opschorten of het lidmaatschap beëindigen.
4.4.4: Verhouding tussen organisatie en leden
Hoewel internationale organisaties zelfstandige rechtssubjecten zijn, blijven de lidstaten een
dominante rol spelen. Er is een spanning tussen de juridische zelfstandigheid van de organisatie en
de invloed van de lidstaten.
4.5: Financiering
Internationale organisaties hebben aanzienlijke financiële middelen nodig om hun functies te
vervullen, zoals het onderhouden van gebouwen, het betalen van personeel en het organiseren van
activiteiten, waaronder bijeenkomsten en vredesmissies. De financiering komt voornamelijk uit
bijdragen van lidstaten, aangezien internationale organisaties zelf geen belasting kunnen heffen.
De hoogte van deze bijdragen varieert afhankelijk van de organisatie. Zo draagt Nederland 1,48
procent bij aan het budget van de Verenigde Naties, terwijl Verenigde Staten 22 procent betalen.
Sommige organisaties baseren de bijdragen op de bevolkingsgrootte van de lidstaten.
Binnen de Europese Unie (EU) komt de financiering niet alleen uit bijdragen van lidstaten maar ook
uit eigen middelen zoals douane- en landbouwheffingen. De bijdragen van de lidstaten maken
momenteel ongeveer 75 procent van de totale middelen van de EU uit.
4.6: Bevoegdheden
Bevoegdheden van internationale organisaties, met nadruk op hun beperkingen en basisprincipes
zoals het attributie- en specialiteitsbeginsel.
4.6.1: Beperkingen van Bevoegdheden:
- Internationale organisaties hebben beperkte bevoegdheden in vergelijking met staten. Dit is
gebaseerd op het concept van soevereiniteit van de lidstaten die de organisaties oprichten.
- De bevoegdheden van een organisatie zijn vastgelegd in haar oprichtingsverdrag en zijn
beperkt tot de doelen waarvoor de organisatie is opgericht.
, 4.6.2: Attributie- en Specialiteitsbeginsel:
- Het attributiebeginsel houdt in dat internationale organisaties alleen die bevoegdheden
hebben die expliciet zijn toegekend door de oprichtende staten.
- Het specialiteitsbeginsel betekent dat deze bevoegdheden specifiek gericht/beperkt zijn tot
de doelen en functies die in het oprichtingsverdrag zijn vastgelegd.
4.6.3: Impliciete Bevoegdheden:
- Naast expliciete bevoegdheden, kunnen internationale organisaties ook impliciete
bevoegdheden hebben die noodzakelijk zijn voor de vervulling van hun taken.
- Deze impliciete bevoegdheden zijn die welke logisch voortvloeien uit de expliciete
bevoegdheden en essentieel zijn voor het functioneren van de organisatie.
4.6.4: Voorbeelden van Bevoegdheden:
- Voorbeelden van deze bevoegdheden zijn het vaststellen van een begroting en de
goedkeuring daarvan door het vertegenwoordigende orgaan van de organisatie.
- Binnen de Verenigde Naties wordt de begroting goedgekeurd door de Algemene Vergadering,
terwijl in de Europese Unie het Europees Parlement en de Raad de begroting gezamenlijk
goedkeuren.
4.7 Besluitvorming binnen Internationale Organisaties
De besluitvorming binnen internationale organisaties is ontworpen om de taken die hen zijn
toebedeeld effectief te kunnen vervullen. Dit omvat oprichting van nieuwe organen, vaststelling van de
begroting, en toelating van nieuwe leden. De regels en procedures voor besluitvorming zijn essentieel
voor het waarborgen van de zelfstandigheid van de organisatie en de effectiviteit van haar operaties.
Lidstaten behouden echter vaak aanzienlijke invloed binnen deze processen, wat de dynamiek tussen
nationale soevereiniteit en internationale samenwerking weerspiegelt.
4.8 Verdragen en Internationale Organisaties
Internationale organisaties kunnen gebonden zijn aan internationale verdragen indien zij partij zijn bij
deze verdragen of deze eenzijdig aanvaarden. Dit betekent dat zij bepaalde verplichtingen moeten
naleven die in deze verdragen zijn vastgelegd. Bovendien zijn zij ook gebonden aan hun eigen
oprichtingsverdragen, en de verplichtingen hierin opgenomen gelden alleen tegenover de leden van
de organisatie. Dit juridisch kader is essentieel voor het functioneren van de organisaties en de
naleving van internationale normen en standaarden.
4.9: Checks and om balances
Internationaal recht laat de interne organisatie van internationale organisaties over aan hun eigen
regels. Dit betekent dat er geen dwingende 'checks and balances' zijn voorgeschreven door het
internationaal recht. De vraag naar checks and balances is relevant omdat internationale organisaties
soms tekortschieten in hun taken. Voorbeelden hiervan zijn de MH17 ramp en de coronapandemie. In
meer ontwikkelde regionale organisaties zoals de EU is er een evenwicht tussen de organen dat
politieke en juridische controle mogelijk maakt.
Week 3
NYT Artikel Samenvatting: Rusland Verliest Zetel in de VN-Mensenrechtenraad
