Inhoud
Spierlengte testen: .................................................................................................................................. 2
Spierkracht testen ................................................................................................................................... 6
Gewrichtsonderzoek onderbeen en enkel: ............................................................................................. 8
Skills heup .............................................................................................................................................. 13
Skills Schouder ....................................................................................................................................... 14
Skills Elleboog ........................................................................................................................................ 16
Skills Onderarm, pols en hand ............................................................................................................... 17
Knie ........................................................................................................................................................ 19
Zenuw Lengtetesten en zenuwmobilisatie............................................................................................ 23
Zenuw Kompressie testen: (prikkeling of uitval functie)....................................................................... 26
Kennspieren: (vermindering kracht of uitval) ....................................................................................... 28
Sensibiliteitstests: (vermindering gevoel of uitval) ............................................................................... 29
Reflexen: (li-re vergelijk: vermindering of uitval) .................................................................................. 30
Extra (vanaf kw.2) .................................................................................................................................. 31
Pols .................................................................................................................................................... 31
Spierkracht ........................................................................................................................................ 31
Heup .................................................................................................................................................. 31
Schouder............................................................................................................................................ 31
Algemene testen ............................................................................................................................... 34
Elleboog ............................................................................................................................................. 34
Knie .................................................................................................................................................... 35
Wervelkolom lumbaal ....................................................................................................................... 35
, Spierlengte testen:
Welke test + uitleg: Foto:
M. Levator scapulae
Patiënt in ruglig;
Uitvoering:
De PT brengt zijn rechterhand naar de nek zodat de scapula naar
buiten wordt geroteerd. Nu omvat de FT met een hand de
occiputrand en met de andere hand pakt die craniale zijde van de
schouder. De FT beweegt nu het hoofd van de PT in lateroflexie
naar de heterolaterale zijde en voert een heterolaterale rotatie uit.
M. Trapezius pars descendens:
Patiënt in ruglig;
Uitvoering:
Fixeer met één hand het occiput, je andere hand fixeert de
schouder aan de te onderzoeken zijde. Beweeg nu het hoofd van de
PT in lateroflexie naar de heterolaterale zijde en brengt het hoofd in
homolaterale rotatie en flexie.
Bewegingsuitslag:
± 45°.
M. erector spinae cervicales:
Uitvoering:
De patiënt ligt in ruglig op de bank. Eén hand ondersteund het
occiput en de andere hand omvat de kin van de patiënt. Maak een
flexiebeweging van het hoofd door met de hand onder het hoofd
over de bank naar achter te schuiven en door met de andere hand
licht op de kin drukken.
Mm. Scaleni:
Uitvoering:
Met één hand fixeer je de thorax van de patiënt door de
homolaterale schouder vast te pakken en met de andere hand
omvat je het hoofd van de patiënt. Breng het hoofd van de patiënt in
homolaterale rotatie, heterolaterale lateroflexie en
extensie.
M. Sternocleidomastoideus:
Uitvoering:
De patiënt ligt in ruglig op bank. Omvat met beide handen het hoofd
van de patiënt. Beweeg het hoofd in links of rechts rotatie en voer
voorzichtig een flexiebeweging naar de borst uit.
Zoals op de foto: je rekt nu de sterno die je niet kan zien!
M. erector spinae lumbalis:
Uitvoering:
De patiënt ligt in ruglig op de bank. Je pakt de knieën vast van de
PT en brengt de knieën naar de borst toe. Dan pak je het sacrum
vast en til de kont omhoog.
Spierlengte testen: .................................................................................................................................. 2
Spierkracht testen ................................................................................................................................... 6
Gewrichtsonderzoek onderbeen en enkel: ............................................................................................. 8
Skills heup .............................................................................................................................................. 13
Skills Schouder ....................................................................................................................................... 14
Skills Elleboog ........................................................................................................................................ 16
Skills Onderarm, pols en hand ............................................................................................................... 17
Knie ........................................................................................................................................................ 19
Zenuw Lengtetesten en zenuwmobilisatie............................................................................................ 23
Zenuw Kompressie testen: (prikkeling of uitval functie)....................................................................... 26
Kennspieren: (vermindering kracht of uitval) ....................................................................................... 28
Sensibiliteitstests: (vermindering gevoel of uitval) ............................................................................... 29
Reflexen: (li-re vergelijk: vermindering of uitval) .................................................................................. 30
Extra (vanaf kw.2) .................................................................................................................................. 31
Pols .................................................................................................................................................... 31
Spierkracht ........................................................................................................................................ 31
Heup .................................................................................................................................................. 31
Schouder............................................................................................................................................ 31
Algemene testen ............................................................................................................................... 34
Elleboog ............................................................................................................................................. 34
Knie .................................................................................................................................................... 35
Wervelkolom lumbaal ....................................................................................................................... 35
, Spierlengte testen:
Welke test + uitleg: Foto:
M. Levator scapulae
Patiënt in ruglig;
Uitvoering:
De PT brengt zijn rechterhand naar de nek zodat de scapula naar
buiten wordt geroteerd. Nu omvat de FT met een hand de
occiputrand en met de andere hand pakt die craniale zijde van de
schouder. De FT beweegt nu het hoofd van de PT in lateroflexie
naar de heterolaterale zijde en voert een heterolaterale rotatie uit.
M. Trapezius pars descendens:
Patiënt in ruglig;
Uitvoering:
Fixeer met één hand het occiput, je andere hand fixeert de
schouder aan de te onderzoeken zijde. Beweeg nu het hoofd van de
PT in lateroflexie naar de heterolaterale zijde en brengt het hoofd in
homolaterale rotatie en flexie.
Bewegingsuitslag:
± 45°.
M. erector spinae cervicales:
Uitvoering:
De patiënt ligt in ruglig op de bank. Eén hand ondersteund het
occiput en de andere hand omvat de kin van de patiënt. Maak een
flexiebeweging van het hoofd door met de hand onder het hoofd
over de bank naar achter te schuiven en door met de andere hand
licht op de kin drukken.
Mm. Scaleni:
Uitvoering:
Met één hand fixeer je de thorax van de patiënt door de
homolaterale schouder vast te pakken en met de andere hand
omvat je het hoofd van de patiënt. Breng het hoofd van de patiënt in
homolaterale rotatie, heterolaterale lateroflexie en
extensie.
M. Sternocleidomastoideus:
Uitvoering:
De patiënt ligt in ruglig op bank. Omvat met beide handen het hoofd
van de patiënt. Beweeg het hoofd in links of rechts rotatie en voer
voorzichtig een flexiebeweging naar de borst uit.
Zoals op de foto: je rekt nu de sterno die je niet kan zien!
M. erector spinae lumbalis:
Uitvoering:
De patiënt ligt in ruglig op de bank. Je pakt de knieën vast van de
PT en brengt de knieën naar de borst toe. Dan pak je het sacrum
vast en til de kont omhoog.