HOOFDSTUK 14 – INTERNATIONAAL BELASTINGRECHT
14.2 Buitenlandse belastingplichtige op basis van de wet IB
Natuurlijke personen dien niet in Nederland wonen maar wel inkomen in Nederland genieten, zijn
op basis van art. 2.1 wet IB belasting verschuldigd over hun binnenlandse inkomen. Dit zijn
buitenlandse belastingplichtigen.
Box 1: werk en woning
Box 2: aanmerkelijk belang inkomen uit een niet tot het ondernemingsvermogen
behorend aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde vennootschap.
Box 3: sparen en beleggen. er wordt uitgegaan van de rendement grondslag van
Nederland
Buitenlandse belastingplichtige hebben geen recht op persoonsgebonden aftrek, hefngskortingen
en het hefngsvrije vermogen in box 3 (art. 7.8 wet IB)
Er is sprake van een kwalificecendc buitcenlaendec bclaetienplliittipc als de belastingplichtige
in een van de lidstaten van de EU woont en zijn inkomen voor 90% of meer in Nederland is
onderworpen aan de IB of LB.
- Komt wel in aanmerking voor persoonsgebonden aftrek, hefngskortingen en het
hefngsvrije vermogen in box 3
14.3 Buitenlandse belastingplichtige op basis van de wet VPB
Een lichaam is buitenlands belastingplichtig (dus in NL) als het:
- In het buitenland is gevestigd
- Nederlands inkomen geniet (art. 17 lid 3 wet VPB)
- Genoemd staat in art. 3 wet VPB
Een buitenlandse onderneming die een vestiging heeft in Nederland, moet in Nederland belasting
betalen over het inkomen dat een directe band heeft met Nederland. Dus bijvoorbeeld het resultaat
van die vestiging. Dit kan echter alleen als er in Nederland sprake is van een vaste inrichting. Het
deel dat in Nederland moet worden belast, wordt op zakelijke wijze bepaald. Er wordt dus gedaan
alsof het om een “normale” vennootschap gaat. Dit kan voor problemen zorgen omdat
belastingplichtigen door interne verrekeningen (teaenefce leiiienp) proberen winst te laten ontstaan
in een land waar zij relatief weinig belasting hoeven te betalen. (zie ook 14.9)
14.2 Buitenlandse belastingplichtige op basis van de wet IB
Natuurlijke personen dien niet in Nederland wonen maar wel inkomen in Nederland genieten, zijn
op basis van art. 2.1 wet IB belasting verschuldigd over hun binnenlandse inkomen. Dit zijn
buitenlandse belastingplichtigen.
Box 1: werk en woning
Box 2: aanmerkelijk belang inkomen uit een niet tot het ondernemingsvermogen
behorend aanmerkelijk belang in een in Nederland gevestigde vennootschap.
Box 3: sparen en beleggen. er wordt uitgegaan van de rendement grondslag van
Nederland
Buitenlandse belastingplichtige hebben geen recht op persoonsgebonden aftrek, hefngskortingen
en het hefngsvrije vermogen in box 3 (art. 7.8 wet IB)
Er is sprake van een kwalificecendc buitcenlaendec bclaetienplliittipc als de belastingplichtige
in een van de lidstaten van de EU woont en zijn inkomen voor 90% of meer in Nederland is
onderworpen aan de IB of LB.
- Komt wel in aanmerking voor persoonsgebonden aftrek, hefngskortingen en het
hefngsvrije vermogen in box 3
14.3 Buitenlandse belastingplichtige op basis van de wet VPB
Een lichaam is buitenlands belastingplichtig (dus in NL) als het:
- In het buitenland is gevestigd
- Nederlands inkomen geniet (art. 17 lid 3 wet VPB)
- Genoemd staat in art. 3 wet VPB
Een buitenlandse onderneming die een vestiging heeft in Nederland, moet in Nederland belasting
betalen over het inkomen dat een directe band heeft met Nederland. Dus bijvoorbeeld het resultaat
van die vestiging. Dit kan echter alleen als er in Nederland sprake is van een vaste inrichting. Het
deel dat in Nederland moet worden belast, wordt op zakelijke wijze bepaald. Er wordt dus gedaan
alsof het om een “normale” vennootschap gaat. Dit kan voor problemen zorgen omdat
belastingplichtigen door interne verrekeningen (teaenefce leiiienp) proberen winst te laten ontstaan
in een land waar zij relatief weinig belasting hoeven te betalen. (zie ook 14.9)