H1
Zelf doorbladeren. Niks belangrijk!!!
H3.1
Een kracht is iets dat wordt uitgeoefend op een voorwerp door een ander voorwerp en is
meetbaar met een veerunster.
Grootheid Symbool Eenheid Symbool
Kracht F Newton N
Om een kracht te tekenen gebruik je een krachtenschaal waarbij 1cm ≙ …N. De richting
van een kracht heeft invloed op het gevolg ervan en geef je weer met een vector, deze
bestaat uit een pijl en een aangrijpingspunt. Dat punt geeft de plaats aan op een voorwerp
waar de kracht op werkt. Door de vector mag je een lijn tekenen, je werklijn, over deze lijn
kan de kracht verschoven worden als de beweging van de kracht rechtlijnig is.
De aarde oefent zwaartekracht uit, deze is recht evenredig met de massa van een
voorwerp. De evenredigheidsconstante is de valversnelling of gravitatieversnelling. Deze
bedraagt in Nederland ongeveer 9,81 m/s2. Voor de zwaartekracht geldt:
Waarbij Fz de zwaartekracht is in N. de m is de massa in kg en g is de gravitatieversnelling
in m/ss.
Grootheid Symbool Eenheid Symbool
Zwaartekracht Fzw Newton N
Massa m Kilogram kg
Valversnelling g Meter per seconde2 Ms-2
Het aangrijpingspunt van de zwaartekracht noemen we het zwaartepunt. Dit punt is
afhankelijk van de verdeling van de massa binnen een voorwerp. De zwaartekracht is gericht
naar het zwaartepunt en daarmee het middelpunt van de aarde.
De normaalkracht is de kracht die een ondersteunend oppervlak uitoefent op een voorwerp
en is altijd loodrecht op het contactoppervlak. Bij een horizontale situatie is deze gelijk aan
de zwaartekracht. De spankracht is de kracht die uitgeoefend wordt op een gespannen
touw. Hoe harder je trekt, des te hoger de spankracht.
De veerkracht is de kracht die nodig is om een veer in te drukken. Deze kracht is recht
evenredig met de uitrekking, de afstand waarover een veer vervormd wordt.
De evenredigheidsconstante is de veerconstante van de veer en voor iedere veer uniek.
Voor de veerconstante geldt:
Hierbij is C de veerconstante in N/m. F is de uitgeoefende kracht in N en u is de uitrekking
m.
, Grootheid Symbool Eenheid Symbool
Veerkracht Fveer Newton N
Veerconstante C Newton per meter Nm-1
Uitrekking u meter m
De richting van de veer is tegengesteld aan die van de vervorming. Als voorwerpen met hun
contactoppervlakken tegen elkaar bewegen is er sprake van schuifwrijvingsweerstand (Fw,
schuif). De richting hiervan is tegengesteld aan de bewegingsrichting. Pas als geldt
bewegingskracht > schuifwrijvingsweerstand gaat een voorwerp bewegen. De
schuifwrijvingsweerstand kent dus een maximale waarde.
Op rollende voorwerpen werkt een rolweerstandskracht (Fw, rol), deze is tegengesteld aan
de voortstuwende kracht. Op een voorwerp in de lucht werkt een luchtweerstandskracht
(Fw, lucht), deze is ook tegengesteld. Opdrachten 6 en 7.
H3.2
Als je krachten samenvoegt tot één kracht, heet die kracht de resulterende kracht (Fres). Bij
eenzelfde werklijn mag je de krachten zomaar optellen. Opdracht 9.
H3.3
Als de werklijnen een hoek maken mag je de krachten niet zomaar optellen maar moet je
eerst Fres berekenen. Dit doe je door een kracht te ontbinden in een x- en y-component.
Vervolgens mag je de x-componenten en de y-componenten optellen waaruit Fres zal volgen.
Om een kracht te berekenen moet je minstens één component en een
hoek weten. In dit geval geldt voor de x-component cos(30) = x/500. Voor
de y-component geldt: sin(30) = y/500.
Bij een blokje op een helling geldt dat het blokje stil staat als Fres = 0. Fzw
is altijd recht naar beneden en is te ontbinden in Fz⊥ en Fz// waarbij
Fz⊥ gelijk is aan Fn en Fz// gelijk is aan Fw, schuif. Opdrachten 15, 16 en
17.