Hoofdstuk 7: Zintuigelijke waarneming
Paragraaf 1 ➙Het zintuigenstelsel:
Zintuig: orgaan dat reageert op prikkels.
Prikkel: een invloed uit het milieu op een organisme.
In zintuigen ontstaan onder invloed van prikkels impulsen.
Drempelwaarde: de kleinste prikkelsterkte die een impuls veroorzaakt.
Adequate prikkel: het type prikkel waar een zintuigcel speciaal gevoelig voor is.
Voor deze prikkel heeft de zintuigcel een lage drempelwaarde.
Elke type zintuigcel heeft een eigen specifieke adequate prikkel.
De drempelwaarde is niet altijd even hoog
o Gewenning: wanneer een prikkel enige tijd aanhoudt, ontstaan in de zintuigcellen
minder impulsen. Je voelt je kleren niet meer op je lichaam.
o De motivatie beïnvloedt de drempelwaarde. Als je aandachtig luistert, hebben
zintuigcellen in je oren een lage drempelwaarde voor geluiden.
Zintuigen Ligging Adequate prikkel
Gezichtszintuigen In de ogen Licht
Gehoorzintuigen In de oren Geluid
Evenwichtszintuigen In de oren Zwaartekracht
Reukzintuig In de neus Geur
Smaakzintuigen In de tong Smaak
Warmtezintuigen In de huid Warmte
Koude zintuigen In de huid Koude
Drukzintuigen In de huid Druk
Tastzintuigen In de huid Lichte aanraking
Paragraaf 2 ➙Voelen en proeven:
Reukzintuigen: zintuigcellen met reukharen in het neusslijmvlies.
Smaakzintuigen: smaakknopjes aan de zijkanten van groefjes in de tong
Met de smaakknopjes kun je vier smaken proeven: zout, zoet, zuur, bitter.
Bij het proeven van andere smaken speelt het reukzintuig een belangrijke rol.
Tastzintuigen: tastknopjes vlak onder de opperhuid.
Drukzintuigen: dieper in de huid.
Warmtezintuigen: reageren als je huid in aanraking komt met iets dat warmer is dan je huid.
Koudezintuigen: reageren als je huid in aanraking komt met iets dat kouder is dan je huid.
Pijn neem je waar met de uiteinden van bepaalde zenuwen ( pijnpunten).
Pijnpunten komen overal in het lichaam voor.
Paragraaf 1 ➙Het zintuigenstelsel:
Zintuig: orgaan dat reageert op prikkels.
Prikkel: een invloed uit het milieu op een organisme.
In zintuigen ontstaan onder invloed van prikkels impulsen.
Drempelwaarde: de kleinste prikkelsterkte die een impuls veroorzaakt.
Adequate prikkel: het type prikkel waar een zintuigcel speciaal gevoelig voor is.
Voor deze prikkel heeft de zintuigcel een lage drempelwaarde.
Elke type zintuigcel heeft een eigen specifieke adequate prikkel.
De drempelwaarde is niet altijd even hoog
o Gewenning: wanneer een prikkel enige tijd aanhoudt, ontstaan in de zintuigcellen
minder impulsen. Je voelt je kleren niet meer op je lichaam.
o De motivatie beïnvloedt de drempelwaarde. Als je aandachtig luistert, hebben
zintuigcellen in je oren een lage drempelwaarde voor geluiden.
Zintuigen Ligging Adequate prikkel
Gezichtszintuigen In de ogen Licht
Gehoorzintuigen In de oren Geluid
Evenwichtszintuigen In de oren Zwaartekracht
Reukzintuig In de neus Geur
Smaakzintuigen In de tong Smaak
Warmtezintuigen In de huid Warmte
Koude zintuigen In de huid Koude
Drukzintuigen In de huid Druk
Tastzintuigen In de huid Lichte aanraking
Paragraaf 2 ➙Voelen en proeven:
Reukzintuigen: zintuigcellen met reukharen in het neusslijmvlies.
Smaakzintuigen: smaakknopjes aan de zijkanten van groefjes in de tong
Met de smaakknopjes kun je vier smaken proeven: zout, zoet, zuur, bitter.
Bij het proeven van andere smaken speelt het reukzintuig een belangrijke rol.
Tastzintuigen: tastknopjes vlak onder de opperhuid.
Drukzintuigen: dieper in de huid.
Warmtezintuigen: reageren als je huid in aanraking komt met iets dat warmer is dan je huid.
Koudezintuigen: reageren als je huid in aanraking komt met iets dat kouder is dan je huid.
Pijn neem je waar met de uiteinden van bepaalde zenuwen ( pijnpunten).
Pijnpunten komen overal in het lichaam voor.