Inleiding Bestuursrecht. ( belanghebbende besluit en bestuursorgaan)
L1. Karakter van het bestuursrecht
De manier waarop de overheid ingrijpt op de openbare rechtsorde, het bestuursrecht regelt alles
tussen de particulier en de overheid.
Verhouding overheid en burger is verticale verhouding. Collectief belang behartiging, altijd op
dezelfde manier optreden (overheid) . Overheid komt op voor de burgers en burgers komen op van
hun eigen belang. Toestemming nodig van de overheid/ te maken met de overheid.
Het bestuursrecht regelt juridische verhoudingen tussen de overheid en particulier die daarmee te
maken krijgt
Bestuursrecht algemeen- Awb algemene wet bestuursrecht, bepaald wanneer iets een besluit is
( geld voor iedereen) Bijzonder bestuursrecht- vreemdelingen wet/woningwet zegt iets over de
inhoud. Bepalingen over een bepaald onderwerp.
Vb. verhouding gemeente/burger vergunning aanvragen voor maken eigen café.
Overheidshandelingen
Een overheidsinstelling kan geen beslissing nemen of een handeling verrichten. Gemeente = Het
openbaarlichaam de organen zijn = gem raad, bdw en burgermeester. Alleen besluiten nemen op
grond van de bestuur wet als ze een bestuursorgaan zijn. ORGAAN IS GEEN BESTUURSORGAAN. Wil
je een bestuursorgaan zijn bevoegd om besluiten te nemen, orgaan mag geen bestuursbesluiten
nemen. Niet alle organen zijn bestuursorganen.
Bestuursorganen kunnen feitelijke handelingen verrichtingen ( geen rechtsgevolg beoogd bv
grasmaaiers aanschaffen groenvoorziening, vuilnis ophalen doen ze gewoon) Feitelijke handeling
betekend simpelweg dat je voordat je iets doet niet uit bent op de juridische consequentie. VB. Je
rijd met een auto naar achteren en rijd tegen een paal, en nu is er schade. Toen je begon met rijden
was je niet uit op de juridische consequentie die mogelijk zou volgen. En dus een feitelijke handeling.
en rechtshandelingen met een rechtsgevolg ( ontstaan nieuwe situatie) niet bouwen – vergunning –
wel bouwen ( rechtsgevolg) Je beoogt de juridische consequentie die volgt na je handeling.
- Eenzijdige rechtshandeling. VB een huwelijksaanzoek, het aanzoek heeft juridische gevolgen
komt van 1 iemand af (geval van op de knienen gaan)
Bestuursorganen kunnen privaat rechtelijke handelingen = horizontale verhouding ( kopen)
publiekrechtelijke landelijk ( burger iets krijgt)
Privaatrechtelijke rechtshandeling- gericht op rechtgevolg, de handeling wordt verricht met een
bedoeling. Nieuwe rechten en plichten ontstaan. VB visvergunning je mag daar daadwerkelijk gaan
vissen ( eerst mocht ik het niet toen wel rechtsgevolg = wel mogen vissen) Publiek rechtshandeling =
dit is een rechtshandeling die door een bestuursorgaan wordt verricht om een publieke taak uit te
oefenen. (verticale verhouding = burger wilt het rechtsgevolg)
Eenzijdige besluit = als het bestuursorgaan neemt een beslissing. ( geen inspraak als burger)
beschikking is een besluit voor 1 persoon of algemeen besluit )
Dus bestuursorganen nemen besluiten namens de overheid die gevolgen hebben voor burgers, de
belanghebbende ( de burgers die de gevolgen van de beslissing van de overheid) Niet zomaar
, beslissingen nemen – wettelijke bevoegdheid nodig. Legaliteitsbeginsel, alle overheidsoptreden
MOET op WETTELIJKE grondslag berusten.
Verkrijging van bestuursbevoegdheid.
Drie manieren
- Attributie rechtstreeks toekennen van bestuursbevoegdheid. Op grond van materiele zin.
( gem verordening) nieuwe bevoegdheid gecreëerd en toegekend. APV= gemeentelijke
verordening.
- Delegatie Het overdragen van bestaande bevoegdheid aan een ander bestuursorgaan
voorwaardes, is alleen toegestaan als de wet in materiele zin dei deze bestuursbevoegdheid
heeft geattribueerd , van die bevoegdheid mogelijk maakt. (vastgelegde attributie dan pas
delegatie). Er moet wel vast staan dat de bevoegdheid mag worden overgedragen. (Gehele
verantwoordelijkheid). 156 art. gem wet.
- Mandaat de bevoegdheid om in naam van het bestuursorgaan een besluit te geven.
Handelen namens de het bestuursorgaan. Machtiging zonder overdracht verantwoordelijk.
Delegatie en mandaat zijn beide afgeleide bevoegdheden (eerst attributie, geen
bevoegdheid toegekend) Schema boek h10
WETBOEK ( GELE STICKERTJES)
Algemene wet bestuursrecht centrale wet ( bestuursrecht/procesrecht) XI
Hoe kan een bestuursorgaan handhaven- boete, dwangsom.
Gaat het over een specifiek beleidssterrein is het Bijzonder bestuursrecht. X
Opgebouwd uit een gelaagde structuur van algemeen naar bijzonder.
Alle hoofdstukken nodig. 1:1 Awb 1e 1 is hoofdstuk en 1 is artikel.
Gelede normstelling = combinatie van allerlei wetten die aan elkaar hangen
Wet in formele zin – algemene maatregel van bestuur- besluit van lager bestuursorgaan
L2. Bestuursorgaan en belanghebbende
(VOORBEREIDENDE LITERATUUR)
Besluit is een beslissing van een bestuursorgaan, het gaat hier om een publiekrechtelijke
rechtshandeling. Omdat het gaat om het algemene belang, vanuit de overheid tot burger, niet
gericht op het rechtsgevolg. 3 voorwaarde voor een besluit, 1. Schriftelijke overeenkomst. 2.
Beslissing moet zijn gegeven door een bestuursorgaan. 3. Publiekrechtelijke rechtshandeling. Een
besluit is tot iets of iemand gericht gaat hier om rechtssubjecten.
L2. Bestuursorgaan en belanghebbende
/ documentje CO 5
Bestuursorgaan (art. 1.1 Awb lid 1 betreft a-organen organen die vallen onder sub a) orgaan die
bevoegd is besluiten te nemen die rechtgevolgen hebben. Voorwaarde in wetsartikel
Belanghebbende (artik 1:2 Awb) voorwaarde van belanghebbende voldoen dan kun je procederen,
niet iedereen kan het niet. Je moet belang hebben bij een besluit.
Besluit (1:3 Awb) er moet sprake zijn van een besluit gemaakt door een bestuursorgaan.
L1. Karakter van het bestuursrecht
De manier waarop de overheid ingrijpt op de openbare rechtsorde, het bestuursrecht regelt alles
tussen de particulier en de overheid.
Verhouding overheid en burger is verticale verhouding. Collectief belang behartiging, altijd op
dezelfde manier optreden (overheid) . Overheid komt op voor de burgers en burgers komen op van
hun eigen belang. Toestemming nodig van de overheid/ te maken met de overheid.
Het bestuursrecht regelt juridische verhoudingen tussen de overheid en particulier die daarmee te
maken krijgt
Bestuursrecht algemeen- Awb algemene wet bestuursrecht, bepaald wanneer iets een besluit is
( geld voor iedereen) Bijzonder bestuursrecht- vreemdelingen wet/woningwet zegt iets over de
inhoud. Bepalingen over een bepaald onderwerp.
Vb. verhouding gemeente/burger vergunning aanvragen voor maken eigen café.
Overheidshandelingen
Een overheidsinstelling kan geen beslissing nemen of een handeling verrichten. Gemeente = Het
openbaarlichaam de organen zijn = gem raad, bdw en burgermeester. Alleen besluiten nemen op
grond van de bestuur wet als ze een bestuursorgaan zijn. ORGAAN IS GEEN BESTUURSORGAAN. Wil
je een bestuursorgaan zijn bevoegd om besluiten te nemen, orgaan mag geen bestuursbesluiten
nemen. Niet alle organen zijn bestuursorganen.
Bestuursorganen kunnen feitelijke handelingen verrichtingen ( geen rechtsgevolg beoogd bv
grasmaaiers aanschaffen groenvoorziening, vuilnis ophalen doen ze gewoon) Feitelijke handeling
betekend simpelweg dat je voordat je iets doet niet uit bent op de juridische consequentie. VB. Je
rijd met een auto naar achteren en rijd tegen een paal, en nu is er schade. Toen je begon met rijden
was je niet uit op de juridische consequentie die mogelijk zou volgen. En dus een feitelijke handeling.
en rechtshandelingen met een rechtsgevolg ( ontstaan nieuwe situatie) niet bouwen – vergunning –
wel bouwen ( rechtsgevolg) Je beoogt de juridische consequentie die volgt na je handeling.
- Eenzijdige rechtshandeling. VB een huwelijksaanzoek, het aanzoek heeft juridische gevolgen
komt van 1 iemand af (geval van op de knienen gaan)
Bestuursorganen kunnen privaat rechtelijke handelingen = horizontale verhouding ( kopen)
publiekrechtelijke landelijk ( burger iets krijgt)
Privaatrechtelijke rechtshandeling- gericht op rechtgevolg, de handeling wordt verricht met een
bedoeling. Nieuwe rechten en plichten ontstaan. VB visvergunning je mag daar daadwerkelijk gaan
vissen ( eerst mocht ik het niet toen wel rechtsgevolg = wel mogen vissen) Publiek rechtshandeling =
dit is een rechtshandeling die door een bestuursorgaan wordt verricht om een publieke taak uit te
oefenen. (verticale verhouding = burger wilt het rechtsgevolg)
Eenzijdige besluit = als het bestuursorgaan neemt een beslissing. ( geen inspraak als burger)
beschikking is een besluit voor 1 persoon of algemeen besluit )
Dus bestuursorganen nemen besluiten namens de overheid die gevolgen hebben voor burgers, de
belanghebbende ( de burgers die de gevolgen van de beslissing van de overheid) Niet zomaar
, beslissingen nemen – wettelijke bevoegdheid nodig. Legaliteitsbeginsel, alle overheidsoptreden
MOET op WETTELIJKE grondslag berusten.
Verkrijging van bestuursbevoegdheid.
Drie manieren
- Attributie rechtstreeks toekennen van bestuursbevoegdheid. Op grond van materiele zin.
( gem verordening) nieuwe bevoegdheid gecreëerd en toegekend. APV= gemeentelijke
verordening.
- Delegatie Het overdragen van bestaande bevoegdheid aan een ander bestuursorgaan
voorwaardes, is alleen toegestaan als de wet in materiele zin dei deze bestuursbevoegdheid
heeft geattribueerd , van die bevoegdheid mogelijk maakt. (vastgelegde attributie dan pas
delegatie). Er moet wel vast staan dat de bevoegdheid mag worden overgedragen. (Gehele
verantwoordelijkheid). 156 art. gem wet.
- Mandaat de bevoegdheid om in naam van het bestuursorgaan een besluit te geven.
Handelen namens de het bestuursorgaan. Machtiging zonder overdracht verantwoordelijk.
Delegatie en mandaat zijn beide afgeleide bevoegdheden (eerst attributie, geen
bevoegdheid toegekend) Schema boek h10
WETBOEK ( GELE STICKERTJES)
Algemene wet bestuursrecht centrale wet ( bestuursrecht/procesrecht) XI
Hoe kan een bestuursorgaan handhaven- boete, dwangsom.
Gaat het over een specifiek beleidssterrein is het Bijzonder bestuursrecht. X
Opgebouwd uit een gelaagde structuur van algemeen naar bijzonder.
Alle hoofdstukken nodig. 1:1 Awb 1e 1 is hoofdstuk en 1 is artikel.
Gelede normstelling = combinatie van allerlei wetten die aan elkaar hangen
Wet in formele zin – algemene maatregel van bestuur- besluit van lager bestuursorgaan
L2. Bestuursorgaan en belanghebbende
(VOORBEREIDENDE LITERATUUR)
Besluit is een beslissing van een bestuursorgaan, het gaat hier om een publiekrechtelijke
rechtshandeling. Omdat het gaat om het algemene belang, vanuit de overheid tot burger, niet
gericht op het rechtsgevolg. 3 voorwaarde voor een besluit, 1. Schriftelijke overeenkomst. 2.
Beslissing moet zijn gegeven door een bestuursorgaan. 3. Publiekrechtelijke rechtshandeling. Een
besluit is tot iets of iemand gericht gaat hier om rechtssubjecten.
L2. Bestuursorgaan en belanghebbende
/ documentje CO 5
Bestuursorgaan (art. 1.1 Awb lid 1 betreft a-organen organen die vallen onder sub a) orgaan die
bevoegd is besluiten te nemen die rechtgevolgen hebben. Voorwaarde in wetsartikel
Belanghebbende (artik 1:2 Awb) voorwaarde van belanghebbende voldoen dan kun je procederen,
niet iedereen kan het niet. Je moet belang hebben bij een besluit.
Besluit (1:3 Awb) er moet sprake zijn van een besluit gemaakt door een bestuursorgaan.
