Verantwoordingsverslag opdracht 4 – Begeleidingsplan – STARTT
Situatie:
In deze opdracht moest ik een begeleidingsplan maken voor een zorgvrager, dit is
een plan waar je problemen en doelen formuleert om duidelijk in kaart te krijgen wat
je wilt bereiken met deze zorgvrager op het gebied van begeleiding. Je komt erachter
op welke manier je iemand het beste kan begeleiden. Hierbij houd je rekening met de
wensen en behoeften van de zorgvrager, je stimuleert de zelfredzaamheid, en denk
mee aan eventuele oplossingen, onderneemt acties op bepaalde problemen die je
hebt vastgesteld tijdens het begeleiden. Hieronder beschrijf ik de situatie van mw.
Mw. is op dit moment wonend in T’ Neie punt. Mw. heeft hier een appartement, mw.
woont beschermd met zorg en heeft een ZZP6. Mw. is over het algemeen
zelfstandig en kan en wil veel dingen zelf doen, mw. heeft hier uiteraard wel
begeleiding bij nodig. Ochtends word mw. gewekt en geholpen met wassen en
aankleden. Mw. wast zich zelfstandig, heeft hulp nodig met aankleden en het
aantrekken van de steunkousen. Ontbijt verzorgd mw. zelf. Medicatie word aan mw.
aangereikt. Mw. gaat rond 10:00 naar de koffie in het restaurant en speelt daar
rummikub met medebewoners .Middags gaat mw. met behulp van de rollator naar de
eetzaal en nuttigt daar de warme maaltijd. Avonds loopt mw. ook zelfstandig naar de
eetzaal voor de broodmaaltijd. Mw. is vaak alleen op haar kamer heeft naast het
rummikubben geen activiteiten waar ze aan deelneemt. Soms heeft mw. haar eigen
was die ze kan opvouwen maar verder heeft mw. weinig te doen. Mw. is graag bezig,
maar op de plek waar zij nu woont is dit voor mw. niet haalbaar. Mw. vind het fijn als
ze onder de mensen is en taken kan doen zoals: was opvouwen, aardappels
schillen, helpen met koken, afstoffen. Doordat mw. deze taken niet kan doen op de
plek waar ze nu woont zit ze het grotendeel van de dag alleen op haar kamer in de
stoel Tv te kijken. Mw. is lastig te stimuleren om dingen te ondernemen heeft erg
haar eigen manier van doen en kan dit ook moeilijk loslaten.
Taak:
Mijn taak in deze situatie was om een duidelijk en haalbaar begeleidingsplan op te
stellen voor een stage opdracht van school. In mijn begeleidingsplan staan de doelen
beschreven die ik wil gaan behalen en wat ik daar voor nodig ben. Mijn taak tijdens
het begeleiden van de zorgvrager is dat ik de zorgvrager op de hoogte stel van de
situatie om onrust en onduidelijkheid te voorkomen. Ook is mijn taak dat ik de
zorgvrager stimuleer in haar zelfredzaamheid. Dit is belangrijk omdat zij ook nog erg
veel dingen zelf kan en door de zelfredzaamheid te stimuleren krijgt de zorgvrager
ook meer vertrouwen in de dingen die ze doet, ook voorkomt dit onrust. Wanneer je
namelijk veel dingen uit handen van mw. pakt word mw. achterdochtig en vraagt veel
om bevestiging , omdat ze er dan niet meer zelf de controle over heeft. Mijn taak als
, student verzorgende in deze manier van begeleiden is om de draagkracht van mw. te
stimuleren en te vergroten en de draaglast bij mw. te verminderen.
Draagkracht van mw. is zelfredzaam zijn. Dit betekend dat mw. het erg fijn vind dat
ze zelf haar gang kan en mag gaan, het is erg belangrijk om deze draagkracht te
stimuleren bij haar zodat mw. meer zelfvertrouwen krijgt in wat ze doet en om onrust
bij mw. te voorkomen. Een andere draagkracht van mw. is onder de mensen zijn en
aanspraak hebben. Dit is voor mw. erg belangrijk omdat mw. zich vaak eenzaam
voelt, naast dat mw. wel elke ochtend rummikub speelt met medebewoners, reden
van eenzaamheid is dat mw. grotendeels van haar dag alleen op haar kamer zit en
niks te doen heeft. Ook een draagkracht van mw. is het doen van huishoudelijke
klusjes zoals: aardappels schillen, afwassen, afstoffen, was opvouwen en opruimen.
Echter kan mw. sommige van deze taken niet doen op de plek waar ze nu zit. In mijn
begeleiding probeer is zoveel mogelijk mw. haar draagkrachten te stimuleren
doormiddel van mw. te wijzen op de planning die we voor haar hebben gemaakt met
haar dagelijkse activiteiten. Hierin is mw. zelfstandig en kan ze haar eigen weg gaan.
Draaglast van mw. is mw. haar actuele woonsituatie. Dit komt omdat mw. er niet aan
kan wennen dat mw. 24 uur per dag zorg krijgt en dat de meeste huishoudelijke
taken uit handen worden genomen en dat ze niet meer terug kan naar haar eigen
huis. Ook vind mw. het lastig hulp te accepteren. Ook een draaglast van mw. is haar
ongeduldigheid, dit uit zich in dat mw. onrustig word tijdens bijvoorbeeld de
wondzorg. Mw. vind dit allemaal niet nodig en is erg ongeduldig hierin waardoor mw.
erg onrustig word in de situatie en niet goed weet hoe ze er mee om moet gaan. Ook
een draaglast van mw. is dat mw. niet heel erg mobiel meer is. Mw. kan geen grote
stukken lopen en ook niet te snel. Ook kan mw. niet zonder haar rollator en is hier
dus afhankelijk van. Dit is ook een van de redenen dat mw. nu beschermd woont. In
mijn begeleiding probeer ik mw. haar draaglast zo klein mogelijk te houden. Ik
probeer uit elke draaglast van mw. iets positiefs te halen zoals: mw. zelf de was op te
laten vouwen en op te ruimen, mijn taken waar mw. geen geduld voor heeft zo snel
mogelijk klaar te hebben voor zover dat lukt.
Actie:
Dinsdag 17 januari ben ik begonnen met het toepassen van mijn begeleidingsplan. Ik
heb mw. geholpen tijdens de ochtendzorg. Mw. was al wakker toen ik bij mw. kwam.
Bij binnenkomst vroeg mw. meteen wie ik was zonder goed te kijken. Mw. gevraagd
om even goed te kijken, mw. wist hierna te benoemen wie ik was. Mw. had al een
handdoek en een washandje gepakt en een schone onderbroek neergelegd.
Transfers doet mw. met de rollator, wanneer mw. naar de badkamer loopt om zich te
gaan wassen zie ik dat mw. zich niet vasthoud aan de handvaten van de rollator
maar de handen op het ‘plankje ‘ van de rollator plaatst om zich vast te houden/steun
te geven. Wanneer ik mw. hierop aanspreek zegt mw. dat ze de rollator volgens haar
goed vast houd. Wanneer ik het dan nog een keer herhaal om de rollator op de
goede manier vast te pakken doet mw. dit, maar na 10 min doet mw. weer precies
hetzelfde. Mw. kleed zich meestal zelfstandig uit, soms vraagt ze hier hulp bij. Mw.
begint met het wassen van het gezicht, daarna haar bovenlichaam, ten slotte van
Situatie:
In deze opdracht moest ik een begeleidingsplan maken voor een zorgvrager, dit is
een plan waar je problemen en doelen formuleert om duidelijk in kaart te krijgen wat
je wilt bereiken met deze zorgvrager op het gebied van begeleiding. Je komt erachter
op welke manier je iemand het beste kan begeleiden. Hierbij houd je rekening met de
wensen en behoeften van de zorgvrager, je stimuleert de zelfredzaamheid, en denk
mee aan eventuele oplossingen, onderneemt acties op bepaalde problemen die je
hebt vastgesteld tijdens het begeleiden. Hieronder beschrijf ik de situatie van mw.
Mw. is op dit moment wonend in T’ Neie punt. Mw. heeft hier een appartement, mw.
woont beschermd met zorg en heeft een ZZP6. Mw. is over het algemeen
zelfstandig en kan en wil veel dingen zelf doen, mw. heeft hier uiteraard wel
begeleiding bij nodig. Ochtends word mw. gewekt en geholpen met wassen en
aankleden. Mw. wast zich zelfstandig, heeft hulp nodig met aankleden en het
aantrekken van de steunkousen. Ontbijt verzorgd mw. zelf. Medicatie word aan mw.
aangereikt. Mw. gaat rond 10:00 naar de koffie in het restaurant en speelt daar
rummikub met medebewoners .Middags gaat mw. met behulp van de rollator naar de
eetzaal en nuttigt daar de warme maaltijd. Avonds loopt mw. ook zelfstandig naar de
eetzaal voor de broodmaaltijd. Mw. is vaak alleen op haar kamer heeft naast het
rummikubben geen activiteiten waar ze aan deelneemt. Soms heeft mw. haar eigen
was die ze kan opvouwen maar verder heeft mw. weinig te doen. Mw. is graag bezig,
maar op de plek waar zij nu woont is dit voor mw. niet haalbaar. Mw. vind het fijn als
ze onder de mensen is en taken kan doen zoals: was opvouwen, aardappels
schillen, helpen met koken, afstoffen. Doordat mw. deze taken niet kan doen op de
plek waar ze nu woont zit ze het grotendeel van de dag alleen op haar kamer in de
stoel Tv te kijken. Mw. is lastig te stimuleren om dingen te ondernemen heeft erg
haar eigen manier van doen en kan dit ook moeilijk loslaten.
Taak:
Mijn taak in deze situatie was om een duidelijk en haalbaar begeleidingsplan op te
stellen voor een stage opdracht van school. In mijn begeleidingsplan staan de doelen
beschreven die ik wil gaan behalen en wat ik daar voor nodig ben. Mijn taak tijdens
het begeleiden van de zorgvrager is dat ik de zorgvrager op de hoogte stel van de
situatie om onrust en onduidelijkheid te voorkomen. Ook is mijn taak dat ik de
zorgvrager stimuleer in haar zelfredzaamheid. Dit is belangrijk omdat zij ook nog erg
veel dingen zelf kan en door de zelfredzaamheid te stimuleren krijgt de zorgvrager
ook meer vertrouwen in de dingen die ze doet, ook voorkomt dit onrust. Wanneer je
namelijk veel dingen uit handen van mw. pakt word mw. achterdochtig en vraagt veel
om bevestiging , omdat ze er dan niet meer zelf de controle over heeft. Mijn taak als
, student verzorgende in deze manier van begeleiden is om de draagkracht van mw. te
stimuleren en te vergroten en de draaglast bij mw. te verminderen.
Draagkracht van mw. is zelfredzaam zijn. Dit betekend dat mw. het erg fijn vind dat
ze zelf haar gang kan en mag gaan, het is erg belangrijk om deze draagkracht te
stimuleren bij haar zodat mw. meer zelfvertrouwen krijgt in wat ze doet en om onrust
bij mw. te voorkomen. Een andere draagkracht van mw. is onder de mensen zijn en
aanspraak hebben. Dit is voor mw. erg belangrijk omdat mw. zich vaak eenzaam
voelt, naast dat mw. wel elke ochtend rummikub speelt met medebewoners, reden
van eenzaamheid is dat mw. grotendeels van haar dag alleen op haar kamer zit en
niks te doen heeft. Ook een draagkracht van mw. is het doen van huishoudelijke
klusjes zoals: aardappels schillen, afwassen, afstoffen, was opvouwen en opruimen.
Echter kan mw. sommige van deze taken niet doen op de plek waar ze nu zit. In mijn
begeleiding probeer is zoveel mogelijk mw. haar draagkrachten te stimuleren
doormiddel van mw. te wijzen op de planning die we voor haar hebben gemaakt met
haar dagelijkse activiteiten. Hierin is mw. zelfstandig en kan ze haar eigen weg gaan.
Draaglast van mw. is mw. haar actuele woonsituatie. Dit komt omdat mw. er niet aan
kan wennen dat mw. 24 uur per dag zorg krijgt en dat de meeste huishoudelijke
taken uit handen worden genomen en dat ze niet meer terug kan naar haar eigen
huis. Ook vind mw. het lastig hulp te accepteren. Ook een draaglast van mw. is haar
ongeduldigheid, dit uit zich in dat mw. onrustig word tijdens bijvoorbeeld de
wondzorg. Mw. vind dit allemaal niet nodig en is erg ongeduldig hierin waardoor mw.
erg onrustig word in de situatie en niet goed weet hoe ze er mee om moet gaan. Ook
een draaglast van mw. is dat mw. niet heel erg mobiel meer is. Mw. kan geen grote
stukken lopen en ook niet te snel. Ook kan mw. niet zonder haar rollator en is hier
dus afhankelijk van. Dit is ook een van de redenen dat mw. nu beschermd woont. In
mijn begeleiding probeer ik mw. haar draaglast zo klein mogelijk te houden. Ik
probeer uit elke draaglast van mw. iets positiefs te halen zoals: mw. zelf de was op te
laten vouwen en op te ruimen, mijn taken waar mw. geen geduld voor heeft zo snel
mogelijk klaar te hebben voor zover dat lukt.
Actie:
Dinsdag 17 januari ben ik begonnen met het toepassen van mijn begeleidingsplan. Ik
heb mw. geholpen tijdens de ochtendzorg. Mw. was al wakker toen ik bij mw. kwam.
Bij binnenkomst vroeg mw. meteen wie ik was zonder goed te kijken. Mw. gevraagd
om even goed te kijken, mw. wist hierna te benoemen wie ik was. Mw. had al een
handdoek en een washandje gepakt en een schone onderbroek neergelegd.
Transfers doet mw. met de rollator, wanneer mw. naar de badkamer loopt om zich te
gaan wassen zie ik dat mw. zich niet vasthoud aan de handvaten van de rollator
maar de handen op het ‘plankje ‘ van de rollator plaatst om zich vast te houden/steun
te geven. Wanneer ik mw. hierop aanspreek zegt mw. dat ze de rollator volgens haar
goed vast houd. Wanneer ik het dan nog een keer herhaal om de rollator op de
goede manier vast te pakken doet mw. dit, maar na 10 min doet mw. weer precies
hetzelfde. Mw. kleed zich meestal zelfstandig uit, soms vraagt ze hier hulp bij. Mw.
begint met het wassen van het gezicht, daarna haar bovenlichaam, ten slotte van
