Carolina heeft paasvakantie; haar ouders hebben een schip. Ze zijn nog in Zwitserland, maar gaan zo
weer terug naar Duitsland. Ze varen langs de Rijn, de Moezel, en andere rivieren. Ze transporteren
metaal, machines, aardappels en kolen. Carolina gaat melk halen in het voorraadsruim en ze denkt
dat daar ratten zijn. Muizen vindt ze echter niet stom, die zijn volgens haar schattig.
Hoofdstuk 2: Ontbijten op het schip
De vader van Carolina is boven aan het sturen. Als Carolina geen vakantie heeft, dan gaat ze naar het
internaat. Carolina eet twee broodjes met aardbeienjam van Oma. Carolina moet van haar moeder
weer naar het voorraadsruim om daar worst te halen, Carolina heeft geen zin om weer worst te eten.
Ze heeft zin in Spätzle (een specialiteit uit Zuid-Duitsland), dat vindt haar moeder een goed idee. Op
het internaat eet ze aardappels, frietjes en bolletjes van aardappeldeeg. Carolina pakt de pasta uit
het ruim, ze hoort weer een geluid. Ze gaat snel terug naar de keuken.
Hoofdstuk 3: Hoogwater
Hoogwater is een groot probleem, ze moeten dan een pauze houden. Carolina vertelt haar vader
over de ratten, daarom zal haar vader in de middag even controleren. Op de radio horen ze
inderdaad dat er hoogwater aan zit te komen. Carolina’s vader denkt dat ze
Koblenz gaan halen, voordat er hoogwater komt. Hij is wat nerveus. Vervolgens vraagt Carolina’s
moeder of Carolina naar het ruim wil gaan om drinken te halen. Carolina is bang.
Hoofdstuk 4: Ratten op het schip?
Haar moeder vindt dat Carolina kinderachtig doet, ze zegt dat ze gewoon even moet aankloppen.
Carolina klopt op de deur, en gaat naar binnen. Ze hoort weer iets, maar nu is er iemand aan het
praten! Sprekende ratten? Nee, het is een blonde jongen, hij heet Roman. Hij denkt dat hij in slaap is
gevallen, toen hij gisteren in Bazel pizza ging eten met een paar vrienden.
Alle
hoofdstukken tijdelijk
nodig voor een
SO of
€2,50
proefwerk?
1