100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Sociale Economie

Puntuación
-
Vendido
3
Páginas
47
Subido en
12-05-2021
Escrito en
2020/2021

Samenvatting van de slides, lessen en boek zelf.

Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
12 de mayo de 2021
Número de páginas
47
Escrito en
2020/2021
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Sociale Economie
Inleiding
Maatschappelijke vraagstukken
 Loonvorming
 Inkomensverdeling
 Arbeidsgeschillen
 Ontgroening en vergrijzing van de bevolking
 Sociale zekerheid
 Werkloosheid
 Milieuvervuiling versus economische groei en welvaart

Definitie van sociale economie in Vlaanderen
 Rond 1997  oprichters van VOSEC, het Vlaams Overleg Sociale Economie  30
tal organisaties
 "De sociale economie bestaat uit een verscheidenheid van bedrijven en
initiatieven die in hun doelstellingen de realisatie van bepaalde
maatschappelijke meerwaarde vooropstellen en hierbij de volgende
basisprincipes respecteren:
o Voorrang van arbeid op kapitaal;
o Democratische besluitvorming;
o Maatschappelijke inbedding;
o Transparantie;
o Kwaliteit;
o Duurzaamheid.

Beleidskader
 Tewerkstelling voor mensen uit kansengroepen
 Hilde Crevits  bevoegde minister sociale economie, Viceminister-president en
Vlaams minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw

Beleidsnota 2019-2024
 Strategische doelstelling 1: meer mensen aan het werk
 Strategische Doelstelling 2: sterkere loopbanen binnen een stimulerend
leerklimaat
 Strategische Doelstelling 3: veerkrachtige ondernemingen in een
toekomstbestendige arbeidsmarkt

Waar werken en wie?
Grote diversiteit aan ondernemingen in het sociale aspect, we kennen ze als:
 Kringloopwinkels
 Maatwerkbedrijven of coöperaties
 Seniorenzorg
 Energiesnoeiers
 Groenwerkers en fietspunten

De sociale economie biedt werk aan meer dan 24.000 mensen uit kansengroepen.

De sociale economie wil ook het ondernemerschap zelf anders aanpakken:
 Duurzaam ondernemen
 Maatschappelijke winst telt mee
 Iedereen heeft recht op een job, ook mensen die door de mazen van het net
vallen
1

,  De sociale economie = trampoline  geeft mensen een veerkrachtige job
waarin ze zich kunnen ontplooien

1. Determinanten van loonvorming
1.1 Begrippen
3 productiefactoren
Natuur: belangrijk als leverancier van grondstoffen en energie
Arbeid: alle mogelijke arbeidsprestaties, zowel van fysieke als van intellectuele aard
Kapitaal: de reële kapitaalgoederen, d.w.z. het geheel van door mensen
geproduceerde productiemiddelen

De productiefactoren worden vergoed voor hun medewerking aan het
productieproces:
 De grond krijgt een rente
 Het kapitaal een intrest
 De arbeid een loon (=vergoeding voor arbeidsprestatie)
 Arbeidsinkomen = loon en inkomen uit zelfstandige arbeid

Arbeidsloon
 Basisloon
o GEEN aanvullende vergoedingen
o GEEN voordelen (vervoer, maaltijd)
 Bruto- en nettoloon
o Van Bruto naar Netto
o Brutoloon – RSZ = Belastbaar loon
Belastbaar loon – BV – BBSZ = Nettoloon
 Bezoldiging
o Loon = > arbeider
o Wedde => bediende
o Salaris => kaderleden
 Nominaal loon: de geldsom
 Reëel loon: koopkracht, hoeveelheid goederen kan kopen met het loon
 Conventioneel loon
o Loonbarema’s = tabel met brutolonen
o Termen/synoniemen: barema, loonschaal, loonhoogte of conventioneel
loon
o Bedragen stijgen naargelang de werknemer vooruitgang maakt in zijn
carrière
o Per sector afgesproken door werkgevers en vakbonden in collectieve
arbeidsovereenkomsten (cao's) (barema’s in een cao = minimumlonen)
o Bedrijf kan een eigen barema hebben  moet hoger zijn dat wat in de
sector is afgesproken



o Effectieve loon (België):
 Vergoeding werkgever werkelijk betaalt aan werknemer
 Inclusief sociale bijdragen & fiscale voorheffingen ten laste vd
werknemer
 = brutoloon
 + aanvullende elementen zoals premies, voordelen in natura enz
 Looninkomen en loonkost
2

, o Werknemer: Looninkomen
o Werkgever: loonkost
o Brutoloon + werkgeversbijdrage RSZ + andere compensaties zoals
tussenkomst in vervoer
 Rechtstreekse loon
o =brutoloon – RSZ – bijzondere bijdrage SZ
 Onrechtstreekse loon
o = werkgeversbijdrage RSZ + werknemersbijdrage RSZ + BBSZ
 BBSZ
o Bijzondere Bijdrage Sociale Zekerheid
o = deel vh loon op indirecte wijze via RSZ onder de vorm v. sociale
uitkeringen bij de rechthebbenden terecht komt

RSZ (Rijksdienst voor Sociale Zekerheid)
 Bij loonverlies (werkloosheid, pensionering, arbeidsongeschiktheid) ontvang je
een vervangingsinkomen
 Als je bepaalde "sociale lasten", vb: kinderen of ziektekosten, ontvang je een
aanvulling
 Als je onvrijwillig niet langer over een beroepsinkomen beschikt, ontvang je
bijstandsuitkeringen

1.2 Loontheorieën
Loontheorie: een loontheorie tracht een verklaring te geven voor de loonevolutie in
functie van het bereiken van een bepaald sociaal-economisch doel, bijvoorbeeld
volledige tewerk- stelling, inkomensherverdeling, prijsstabiliteit, minimum
welvaartsniveau…

Loonstelsel: is een methode om de vergoeding van de prestaties van een
werknemer te berekenen.
1.2.1 Lonen in functie van het levensminimum
1.2.1.1 Klassieke loontheorieën
 Vraag en aanbod
 Reële lonen
 A) Adam Smith
o Levensminimum: benedengrens: geld nodig om te overleven
o 1 pot geld en die wordt verdeeld, vb: je werkt met 10 dus iedereen krijgt
1/10, hoe meer zij verdienen hoe meer zij kunnen krijgen
o Vraag: afhankelijk van een loonfonds  zo laag mogelijk
o Aanbod: evolutie vd totale bevolking
o Lonen stijgen indien het loonfonds sneller groeit dan het arbeidsaanbod of
bij toenemende arbeidsproductiviteit

 B) David Ricardo
o Productiefactor: arbeid
o Natuurlijke prijs = levensminimum
o Marktprijs = wat werkelijk betaald werd, hangt af v. vraag & aanbod
arbeidskrachten
o Arbeid heeft een natuurlijke prijs en een marktprijs, laat de markt zijn
gang gaan
o De groei van het aantal arbeidskrachten brengt de twee prijzen in
evenwicht

3

, o De marktprijs (L1) kon afwijken van de natuurlijke prijs (L2), maar Ricardo
meende dat de groei van het aantal arbeidskrachten de twee prijzen in
evenwicht zou brengen. Verklaring?
o Het aanbod van arbeid komt van de werknemer en is afhankelijk van de
evolutie van de totale bevolking, die voortdurend toeneemt =
verschuiving van de aanbodcurve naar rechts.
o De vraag naar arbeid komt van de werkgever en is afhankelijk van het
loonfonds, het bedrag dat de werkgever beschikbaar houdt voor de
vergoeding van de productiefactor arbeid, een bedrag dat nagenoeg niet
verandert.
o De vraag naar arbeid verandert niet, terwijl het aanbod gestadig
toeneemt (aanbodcurve verschuift naar rechts bij gelijkblijvende
vraagcurve). Dit resulteert in een daling van de marktprijs van de arbeid
tot op het niveau van het levensminimum (L2).

 C) Ferdinand Lassale
o “Ijzeren loonwet”
o Loon niet hoger dan nodige voor levensonderhoud
o Loonniveau stijgt = welstand neemt toe = meer kinderen = bevolking
neemt toe
= arbeidsaanbod neemt toe = loonpeil daalt = loon beneden
bestaansminimum = bevolking vermindert = arbeidsaanbod daalt = lonen
stijgen…
o Kritiek: inverse relatie tussen welvaart en bevolking aangroei in de
Westerse landen

 D) John Stuart Mill
o Loonfonds
o Bedrag jaarlijks beschikbaar voor loonuitkering
o Loon arbeider = loonfonds/aantal arbeiders
o Loon moet stijgen? Minder arbeiders of meer in het loonfonds
1.2.1.2 De Marxistische loontheorie
 Meerwaardetheorie: verschil tussen gebruikswaarde en ruilwaarde van
productiefactor arbeid
 Gebruikswaarde
o Wat WN opbrengt voor WG  arbeidsproductiviteit
 Ruilwaarde
o Wat WN ontvangt als vergoeding voor arbeid
o Reproductiekosten voor levensonderhoud gezin  levensminimum
4
6,49 €
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
marievandenberghe Hogeschool Gent
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
71
Miembro desde
5 año
Número de seguidores
41
Documentos
7
Última venta
2 año hace

3,3

3 reseñas

5
1
4
0
3
1
2
1
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes