Koning SPSS
Hoofdstuk 1: leren werken met SPSS
1. Opstarten SPSS
Variabele view:
Details over vragen en antwoordmogelijkheden uit je onderzoek
Data view:
Antwoorden van alle respondenten
Knopje naast printer: verschijnt lijstje met bovenaan het laatste menu-item dat je hebt bezocht ,
welke opdracht je als laatst hebt gedaan
Document via SPSS: .sav
1. Introductie tabbladen
Data view;
- elke regel (van links naar rechts) een cijfer heeft
- Elke kolom (van boven naar beneden) de afkorting var. (Variabele) (alleen bij een nieuw
dataset)
- In elke regel komt straks een respondent van jouw onderzoek te staan (dit heeft variabele
Variabele view:
- de antwoorden van de vragenlijst
- Elke regel staat voor een variabele
Belangrijkste kolommen variabele view:
- name; geëffend afkorting/code aan je variabele (hier herken je je variabele aan)
- Type: geef aan wat voor data je hier verwacht (getallen; numerieke / letters: string)
- Width: hoeveel karakters kunnen hier komen te staan.? (Standaard 8 is voldoende voor
numerieke, bij string moet dit omhoog)
- Decimals: verwacht je decimalen, zo ja hoeveel achter de komma?)
- Label: geef hier de omschrijving aan van de variabele die je graag terugziet in de tabellen /
grafieken
- Values: geef hier codes/nummers aan categorische waarden (komt later aanbod)
- Missing: geef hier aan of er waarden/codes uitgesloten uit berekeningen moeten worden
- Columns; geef aan hoe breed de kolom op je scherm moet zijn
- Align: geef aan hoe de uitlijning van de gegevens in de kolom moet zijn
- Measure; geef het meetniveau aan van de variabele
- Role: niet belangrijk voor de basis , laat maar staan op input
1
,Hoofdstuk 2: variabele aanmaken in SPSS
1. Variabele aanmaken met verschillende meetniveaus
Meetniveaus in SPSS
- kijk goed welk meetniveau bij welke variabele hoort
1. Nominaal
- laagste meetniveau
- Gebruikt voor variabele met categorische antwoordopties waar geen logische volgorde in zit.
(Geslacht) —> maakt het enig verschil welk antwoord ik boven of onderaan als opties zet?
Nee dus
2. Ordinaal
- hoger dan nominaal
- Gebruikt voor variabele net categorische sntwoordooties waar wel een logische volgorde in
zit —> als je de antwoordopties door elkaar schut raakt de respondent dan in de waar? Ja
dus
3. Scale (ratio en interval)
- hoogste meetniveau
- Gebruikt voor variabelen die open gevraagd worden en waaruit getallen komen (leeftijd) —>
kan je bijbedoelingen vraag een gemiddelde uitrekenen
2. Speciale antwoordopties in SPSS
Een escape voor respondenten:
- wil ik niet zeggen
- Geen mening
- Niet van toepassing
Maar hoe verwerk je dit?
—> Bij values met de code 99999 aangeven wat de variabele is hiervan
—> bij missing de values hiervan opzetten (niet meenemen in berekeningen)
3. Codebook maken in SPSS
Codebook aanmaken: analyse/reports/codebook
—> 3 tabbladen
1e tabblad (variabels): kun je aangeven welke variabele er terug moeten komen in het codebook.
2e tabblad (output): SPSS vinkt alles aan waardoor je veel overbodige info krijgt
Beste dat je aan kunt vinken is; label, type, mensurenment level, value labels
Standaard optie: Display order te laten staan op de Variabele list —> zo komen variabelen in
dezelfde volgorde te staan als in variabele vie
3e tabblad:
Deze hebben niet direct een waardevolle toevoeging in het codebook.
Let op: SPSS heeft deze opties wel standaard aangevinkt.
2
, Hoofdstuk 3: data-invoer en -controle
3.1: data-invoer en -controle
Data in SPSS invoeren
Papiere enquête: handmatig invullen in data view
Tip: maak een online enquête en verwerk de vragenlijsten zelf voor elke respondent hier. Hierdoor
komen er geen fouten in.
Tip; in data view twijfelen welke value bij welk antwoord hoort klik op: pijltje van A - 1 en van 1 - A
Online enquête kopiëren vanuit Excel:
Zelf invoeren vanuit excel
In variabele view:
- NAME: V01_leeftijd (bijv) of V02_eigenschap1 etc bij per vraag
- LABEL; de eigenschap in te voeren per value
- VALUES; invullen hoe het in excel staat per value
- MEASURE: goede meetniveau invullen
- Alle antwoorden kopiëren —> plakken vanaf de eerste vraag (dus niet de
respondentnummer of naam)
- Respondentnummer of naam kopiëren en plakken
3.2: Criteria voor online enquêtesoftware: (waar moeten ze aan voldoen?)
1. Aantal respondenten die de vragenlijst gaan invullen
2. Aantal vragen dat je gaat stellen
3. Soorten antwoordopties die je wilt gebruiken
4. Inbouwen van routes (bij nee, ga naar vraag 12)
5. Hoe ziet het eruit
6. Responsieve
7. Databestand beschikbaar in excel of SPSS
3.3: Zie boek koning om Google Forms om te zetten naar SPSS
LET OP! Tekstuele antwoorden (open vragen enquête lijst): variabele view: type —> string (letters)
en characters voldoende is om antwoord te kunnen lezen
Als er een vraag is met welk programma voor analyse gebruik je en de antwoord mogelijkheden zijn:
SPSS, excel of anders.
Dan kan je beter 3 aparte variabelen ervan maken die je kan coderen met 1 = wel en 2 = niet
3.4: Data controle SPSS
3
Hoofdstuk 1: leren werken met SPSS
1. Opstarten SPSS
Variabele view:
Details over vragen en antwoordmogelijkheden uit je onderzoek
Data view:
Antwoorden van alle respondenten
Knopje naast printer: verschijnt lijstje met bovenaan het laatste menu-item dat je hebt bezocht ,
welke opdracht je als laatst hebt gedaan
Document via SPSS: .sav
1. Introductie tabbladen
Data view;
- elke regel (van links naar rechts) een cijfer heeft
- Elke kolom (van boven naar beneden) de afkorting var. (Variabele) (alleen bij een nieuw
dataset)
- In elke regel komt straks een respondent van jouw onderzoek te staan (dit heeft variabele
Variabele view:
- de antwoorden van de vragenlijst
- Elke regel staat voor een variabele
Belangrijkste kolommen variabele view:
- name; geëffend afkorting/code aan je variabele (hier herken je je variabele aan)
- Type: geef aan wat voor data je hier verwacht (getallen; numerieke / letters: string)
- Width: hoeveel karakters kunnen hier komen te staan.? (Standaard 8 is voldoende voor
numerieke, bij string moet dit omhoog)
- Decimals: verwacht je decimalen, zo ja hoeveel achter de komma?)
- Label: geef hier de omschrijving aan van de variabele die je graag terugziet in de tabellen /
grafieken
- Values: geef hier codes/nummers aan categorische waarden (komt later aanbod)
- Missing: geef hier aan of er waarden/codes uitgesloten uit berekeningen moeten worden
- Columns; geef aan hoe breed de kolom op je scherm moet zijn
- Align: geef aan hoe de uitlijning van de gegevens in de kolom moet zijn
- Measure; geef het meetniveau aan van de variabele
- Role: niet belangrijk voor de basis , laat maar staan op input
1
,Hoofdstuk 2: variabele aanmaken in SPSS
1. Variabele aanmaken met verschillende meetniveaus
Meetniveaus in SPSS
- kijk goed welk meetniveau bij welke variabele hoort
1. Nominaal
- laagste meetniveau
- Gebruikt voor variabele met categorische antwoordopties waar geen logische volgorde in zit.
(Geslacht) —> maakt het enig verschil welk antwoord ik boven of onderaan als opties zet?
Nee dus
2. Ordinaal
- hoger dan nominaal
- Gebruikt voor variabele net categorische sntwoordooties waar wel een logische volgorde in
zit —> als je de antwoordopties door elkaar schut raakt de respondent dan in de waar? Ja
dus
3. Scale (ratio en interval)
- hoogste meetniveau
- Gebruikt voor variabelen die open gevraagd worden en waaruit getallen komen (leeftijd) —>
kan je bijbedoelingen vraag een gemiddelde uitrekenen
2. Speciale antwoordopties in SPSS
Een escape voor respondenten:
- wil ik niet zeggen
- Geen mening
- Niet van toepassing
Maar hoe verwerk je dit?
—> Bij values met de code 99999 aangeven wat de variabele is hiervan
—> bij missing de values hiervan opzetten (niet meenemen in berekeningen)
3. Codebook maken in SPSS
Codebook aanmaken: analyse/reports/codebook
—> 3 tabbladen
1e tabblad (variabels): kun je aangeven welke variabele er terug moeten komen in het codebook.
2e tabblad (output): SPSS vinkt alles aan waardoor je veel overbodige info krijgt
Beste dat je aan kunt vinken is; label, type, mensurenment level, value labels
Standaard optie: Display order te laten staan op de Variabele list —> zo komen variabelen in
dezelfde volgorde te staan als in variabele vie
3e tabblad:
Deze hebben niet direct een waardevolle toevoeging in het codebook.
Let op: SPSS heeft deze opties wel standaard aangevinkt.
2
, Hoofdstuk 3: data-invoer en -controle
3.1: data-invoer en -controle
Data in SPSS invoeren
Papiere enquête: handmatig invullen in data view
Tip: maak een online enquête en verwerk de vragenlijsten zelf voor elke respondent hier. Hierdoor
komen er geen fouten in.
Tip; in data view twijfelen welke value bij welk antwoord hoort klik op: pijltje van A - 1 en van 1 - A
Online enquête kopiëren vanuit Excel:
Zelf invoeren vanuit excel
In variabele view:
- NAME: V01_leeftijd (bijv) of V02_eigenschap1 etc bij per vraag
- LABEL; de eigenschap in te voeren per value
- VALUES; invullen hoe het in excel staat per value
- MEASURE: goede meetniveau invullen
- Alle antwoorden kopiëren —> plakken vanaf de eerste vraag (dus niet de
respondentnummer of naam)
- Respondentnummer of naam kopiëren en plakken
3.2: Criteria voor online enquêtesoftware: (waar moeten ze aan voldoen?)
1. Aantal respondenten die de vragenlijst gaan invullen
2. Aantal vragen dat je gaat stellen
3. Soorten antwoordopties die je wilt gebruiken
4. Inbouwen van routes (bij nee, ga naar vraag 12)
5. Hoe ziet het eruit
6. Responsieve
7. Databestand beschikbaar in excel of SPSS
3.3: Zie boek koning om Google Forms om te zetten naar SPSS
LET OP! Tekstuele antwoorden (open vragen enquête lijst): variabele view: type —> string (letters)
en characters voldoende is om antwoord te kunnen lezen
Als er een vraag is met welk programma voor analyse gebruik je en de antwoord mogelijkheden zijn:
SPSS, excel of anders.
Dan kan je beter 3 aparte variabelen ervan maken die je kan coderen met 1 = wel en 2 = niet
3.4: Data controle SPSS
3
