100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting opvoeding en opvoedingsproblemen R98,51   Add to cart

Summary

Samenvatting opvoeding en opvoedingsproblemen

7 reviews
 530 views  32 purchases
  • Course
  • Institution

Deze samenvatting omvat alle powerpoints en mijn eigen notities, hier en daar aangevuld met informatie uit de teksten. Vooral de teksten van kindermishandeling zijn er volledig in verwerkt, de andere teksten waren meer een aanvulling op de powerpoints.

Preview 4 out of 51  pages

  • June 6, 2018
  • 51
  • 2017/2018
  • Summary

7  reviews

review-writer-avatar

By: coralieanglade • 3 year ago

review-writer-avatar

By: zoravanweert • 3 year ago

review-writer-avatar

By: xo1xo2xo • 4 year ago

review-writer-avatar

By: natachameyvaert • 5 year ago

review-writer-avatar

By: citronelle • 5 year ago

review-writer-avatar

By: Ranicooreman • 6 year ago

review-writer-avatar

By: jellevanhavere • 6 year ago

avatar-seller
Samenvatting opvoeding en
opvoedingsproblemen
Definities opvoeden
1.Ter Horst: “opvoeden is het bevorderen van de dialoog van het kind met de volle werkelijkheid.
Opvoeding heef als het leven zelf een dialogisch karakter”:

 Opvoeden is dialogisch  de opvoeder en de ‘opvoedeling’ beïnvloeden elkaar
 De dialoog van het kind is zich nog aan het ontwikkelen  de opvoeder helpt de dialoog naar
de volle werkelijkheid te brengen, waarbij de opvoedeling steeds zelfstandiger wordt en de
sturing door de opvoeders steeds meer afneemt
 Wanneer de dialoog verstoord is, moet hulpverlening deze herstellen. Bij de beoordeling
van deze dialoog moet de hele omgeving in beschouwing genomen worden, niet alleen het
kind. De hulpverlening moet ervoor zorgen dat er perspectef wordt gecreëerd, dat de
betrokkenen weer weten hoe ze verder moeten

2.Nakken: “opvoeden is het handelen van personen dat zich richt op het voorbereiden van een kind
of jeugdige op een zelfstandig bestaan in een gemeenschap”:

 Het voorbereiden op een zelfstandig bestaan = doel van de opvoeding. Het wordt gekleurd
door idealen/normen van de ouders en houdt rekening met de eigenheid van het kind
 Opvoeders moeten verantwoording afeggen over opvoeding en kunnen opvoeding
delegeren/delen
 Is voorbereiding op een zelfstandig bestaan in een gemeenschap mogelijk? Wat met
kinderen en jeugdigen met een beperking? Zij kunnen niet zelfstandig leven. Toch nemen we
het graag op in de defnites  doel = volwassenheid

Hoe doet de opvoeder dit?

 Verzorgen
 Affecte en geborgenheid bieden
 Kennis een vaardigheden overdragen

Maar:

 Kind en opvoeder moeten onderling leren communiceren
 Kind moet kunnen en willen openstaan voor de opvoeding
 Sociale omgeving moet de nodige voorwaarden en ondersteuning bieden, maar controleren
ook

De opvoeder levert vanuit zijn bedoelingen en opvatngen en door middel van zijn handelingen een
belangrijke bijdrage aan het verloop van de opvoeding. Er is sprake van een transactoneel proces
waaraan het kind ook een belangrijke bijdrage levert. De opvoeding bestaat echter niet alleen uit de
ouder-kind relate. Opvoeden gebeurt in een opvoedingssituate waarin het kind, de opvoeder(s), de
dialoog tussen opvoeder en kind, de directe omgeving van opvoeder en kind en de relate van het
gezin met zijn omgeving elkaar wederzijds beïnvloeden.




1

,3.De Fever: “opvoeden is een dialogisch, transactioneel proces tussen een volwassene en een
onvolwassene waarin de eerste de verantwoordelijkheid op zich neemt om de tweede op weg te
helpen naar (de eigen) volwassenheid”:

 Nadruk ligt op de asymmetrische relate: volwassene is verantwoordelijk
 Dialoog (meer dan communicate) het verwijst naar verbondenheid
 Transactioneel proces (wilsbesluit)
 Doel = volwassenheid  dit kan op verschillende manieren, maar niet iedereen kan het
bereiken! Hier is het doel meegegeven als richtingswijzer (de weg is veel belangrijker dan
het eindpunt)

Handelen (opvoeden):

 Is intentoneel: doelgericht
 Is persoonlijk: verantwoording
 Is regel-geleid, gebonden aan normen: vereist kennis van regels, houdt rekening met de rol
van het milieu
 Vereist kennis van zaken

Het doel van de opvoeding is een openweefselbegrip: het kan niet goed omschreven worden.

4.Van de Meulebroecke: “opvoeden is een vorm van interacte waarin de betekenisoriëntate van
het handelen wordt geconstrueerd door het samenspel van beide betrokkenen”:

 Opvoeden is een vorm van interacte waarin de betekenisoriëntate van het handelen wordt
geconstrueerd door het samenspel van beide betrokkenen
 3 aspecten:
1. Finaliteit: waar moet deze relate toe leiden  doelen voor zichzelf en anderen
2. Positiebepaling: hoe deze fnaliteit realiseren?
3. Situationele contett: ruimere leefwereld die betekenisgehelen en regelsystemen
omvat die de relate mee bepalen

Gelijkenissen tussen deze defnites:

 Dialoog/interactie tussen volwassenen en onvolwassenen: defnites 1, 3 en 4
 Voorbereiden/bevorderen van het kind op het verdere leven
 Opvoeden heef een doel (doel is in de defnites wel verschillend): defnites 2 en 3. Dit doel
is moeilijk te defniëren, en het is ook niet erg als het kind het doel nooit bereikt.
Belangrijkste = kind op weg zeten. Stopt opvoeden ooit?
 Minderjarige  opvoeding
 Volwassene  begeleiding
Doelen = neurotserend  sommige mensen zullen nooit aan de doelen volstaan  doel
formuleren = creëren van problemen
 Asymmetrie tussen kind en volwassene: kind is onderdanig = hiërarchie: defnites 2 en 3.
Deze hiërarchie is belangrijk (iemand is verantwoordelijk). Asymmetrie gaat nooit volledig
weg, maar verkleint wel
 Opvoeding gaat over kinderen: defnites 1, 2 en 3 (4 laat het open)
 Opvoeding is eenrichtingsverkeer: defnites 1 en 2; opvoeding is tweerichtingsverkeer
(defnite 4); opvoeding is een transactioneel proces (defnite 3) MAAR in de meeste
gevallen stuurt het gedrag de opvoeding aan i.p.v. dat de opvoeding het gedrag aanstuurt.


2

,Verschillen tussen deze defnites:

 Defnite 4 veronderstelt symmetrie tussen beide betrokkenen  geen ondergeschiktheid
 Bij defnite 3 is de volwassene de procesverantwoordelijke. Bij de andere defnites wordt
dit opengelaten
 Bij defnite 4 is het object van de opvoeding niet gespecifeerd (bij 1,2,3  het object = kind)
 Defnites 2 en 4 spreken over het handelen; 1 en 3 zijn op dialoog gefxeerd

Definitie 3 is het volledigste en de beste definitie (daarna 2 4 1). De derde defnite heef ook
unieke elementen: volwassenen moeten de verantwoordelijkheid nemen + gaat over een
transactoneel proces, het op weg helpen.

5.Kok: sluit zich voor een groot deel aan bij Ter Horst. Opvoeden is het in relate staan van
opvoeder(s) en opvoedeling(en), waarin de opvoeder zich als persoon, als zijn wijze van mens-zijn
presenteert, een klimaat creëert dat persoonlijkheidsgroei bevordert en leefsituates zo hanteert dat
deze optmale kansen bieden op zelfontplooiing (= ontwikkeling). Dit dynamische proces heef een
functoneel karakter. Het samenzijn staat centraal. Kok onderscheidt 2 componenten:

1. Opvoeden is het in relatie staan van opvoeders en opvoedelingen waarin de opvoeder zich
als persoon, als wijze van mens-zijn presenteert, een klimaat creëert dat
persoonlijkheidsgroei bevordert en leefsituaties zo hanteert dat deze optmale kansen
bieden op zelfontplooiing. Dit dynamisch proces heef een functoneel karakter
 Procesoptimalisering  de volwassene is verantwoordelijk voor situate,
klimaatcreate en opvoedingspresentate
 Opvoederspresentatie: je gaat je op een specifeke manier presenteren 
wederzijdse verbondenheid. De procesverantwoordelijke is de opvoeder. Men
ontwikkelt een persoonlijke relatie waarin men zich wederzijds verbonden voelt. Het
kind mag meer verwachten dan dat het zelf kan geven. Men leef het kind voor
 Klimaatcreatie: langdurig en structureel, materieel en immaterieel
 Situaties hanteren: regels aanpassen/afschaffen zodat het toch
ontwikkelingsbevorderend wordt en iedereen zich kan vinden (bv: buitenspelregel
afschaffen bij voetbal)
2. Ontwikkelen:
 Affectief: ontwikkeling moet ingebed zijn in menselijk contact en is een van de pijlers
om sociaal te worden. Veilige gehechtheid is een fundament voor verdere
ontwikkeling. Later blijf ook een psychologisch welbevinden een belangrijke condite
voor ontwikkeling
 Cognitief: ontwikkelen is:
o Verkennen
o Structuren leren: taal, tjd, sociale structuren…
o Pedagogische paradox: onderwerpen aan structuren om er nadien createf
mee te kunnen omgaan
o Vage gewaarwordingen moeten gedifferenteerd worden
o Van lichamelijk weten  benoemen  verstandelijk weten
o Leren heef 2 functes: kennis verwerven en leren kennis verwerven
o Sociaal functoneren heef ook een cogniteve component
 Conatief: eigenheid van het kind  temperament, lichamelijke moeilijkheden…




3

, Het opvoedproces volgens Kok:




6.De Ruyter: hanteert eveneens een defnite waar de relate tussen ouders en kind centraal staat. Hij
stelt dat er sprake is van opvoeden wanneer in het samenleven van ouderen en jongeren de ouderen
hun handelen richten op het leren aan jongeren om beter te gaan handelen. Ergens anders
verwoordde hij het als “het zodanig delen van het leven van een oudere met een jongere dat de
jongere doeltreffender kan omgaan met de door hem betekenende volle werkelijkheid”. Deze
defnite impliceert dat:

 Opvoeding ontstaat wanneer ouderen bereid zijn zich te engageren voor het kind met het
oog op een voor het kind noodzakelijk opgave: (beter) gaan handelen
 Ouderen leven op zo'n wijze samen met jongeren in het alledaagse leven dat jongeren
daardoor de mogelijkheid ontvangen beter te gaan handelen
 Ouderen leven op zo'n wijze hun eigen leven dat jongeren daardoor de mogelijkheid
ontvangen beter te gaan handelen
 Ouderen leven zodanig vanuit een verhaal over de reis van het leven dat jongeren in de
gelegenheid zijn de zin van hun leven te ontdekken  We zien een toename van het aantal
zelfmoorden bij jongeren: is dit omdat wij als opvoeders zelf nog weinig zingeving hebben in
ons leven? Wat vinden we zelf belangrijk en vertolken we dit genoeg naar onze kinderen?
 Als een van bovenstaande factoren ontbreekt, ontstaat er een problematische
opvoedingssituatie

8 kenmerken van opvoeding volgens De Ruyter:

1. Opvoeden begint bij een wilsbesluit van mensen om een kind op te voeden: je kan mensen
niet dwingen om op te voeden
2. Opvoeden is een actviteit die geleerd moet worden. Opvoeden is regel-geleid
3. Het kind vraagt om opvoeding waardoor het zich kan ontwikkelen
4. De opvoeder is doelgericht: de jongere laten deelnemen aan een zingevend geheel
(streefrichtng)




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SophieDC. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R98,51. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

85443 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R98,51  32x  sold
  • (7)
  Buy now