Samenvatting Bedrijfsprocessen semester 1

Bedrijfsprocessen
Hoofdstuk 1: Het Operationeel Managementproces
Doel?
 Inzicht krijgen in ‘wat is een bedrijf?’
 Hoe hangen de verschillende functies en activiteiten samen?
 Leren denken in praktische, dagdagelijkse bedrijfs- en
communicatietermen binnen een bedrijf
Wat is een bedrijf?
 Organisatie: is een groepering van mensen en middelen, die
samenwerken om op doelmatige wijze bepaalde doelstellingen te
bereiken.
 Bedrijf: is een organisatie die goederen/diensten produceert en die
ernaar streeft toegevoegde waarde te creëren voor de stakeholders
(aandeelhouders, werknemers, klanten…)
Bedrijf
 Bedrijf heeft winstoogmerk om de continuïteit van het bedrijf te
verzekeren.
 Bedrijf brengt een aantal productiefactoren te samen om die
toegevoegde waarde te verwezenlijken.
 Productiefactoren: human resources, kapitaal, technologie,
intellectueel kapitaal, land
Gevolgen:
 Alle beslissingen zijn onderworpen aan een kosten/baten analyse
 Productiefactoren moeten vergoed worden:
Human resource: salarissen
Kapitaal: dividend en aandelenprijs
Technologie: investeringen
Bedrijfskenmerken
Kenmerken (3D’s)
 Doelgericht (effectief);
Wat is de missie en visie van het bedrijf
Wat is de strategie: hoe denkt men deze missie en visie te
bereiken?
 Doelbewust:
Weten wat en waarom we iets doen (kosten/baten analyse,
marktkennis, technische know how…)
 Doelmatig (efficiënt):
Optimaliseren van de beschikbare middelen (kapitaal, leningen,
technologie, human resources…)

,Stakeholders
Een bedrijf evolueert in een omgeving gekenmerkt door:
 Aandeelhouders
 Overheid/toezichthouders
 Juridische omgeving
 Klanten
 Leveranciers
 Concurrentie/marktomstandigheden
 Werknemers, werknemersorganisaties
 Politieke ontwikkelingen
 Technologie en infrastructuur
Bedrijfsomgeving
De omgeving en de belangen van deze stakeholders veranderen continu
(change is the only constant):
 Daarom moet een bedrijf dynamisch zijn: het moet zich kunnen
aanpassen aan veranderende omstandigheden
(Bv: videotapes volledig verdwenen ten gevolge van evolutie van de
digitale technologie)
 Informaticasystemen moeten zich kunnen aanpassen aan
veranderingen
(Bv: denk aan de evolutie sinds het gebruik van ponskaarten)
 Flexibiliteit van systemen en databases: access flexibility
Rol van het management
Deze continue veranderingen:
 Anticiperen
 Tijdig herkennen
 Er snel op inspelen (beheersen)
(Bv: alles wat met klimaat en groene energie te maken heeft)
De continuïteit van het bedrijf veiligstellen:
 M.a.w. overleven naar de toekomst toe
 Door de belangen van de verschillende stakeholders te
optimaliseren (in evenwicht brengen)
 Door het inbouwen van de PDCA-cyclus




PDCA-cyclus

,Het managementproces
Opdat een bedrijf optimaal zou functioneren, moet het management de
volgende functies waarnemen:
 Plannen
 Organiseren
 Leidinggeven
 Controleren
Dit is het managementproces, nodig voor de continuïteit van het
bedrijf
Aangezien de verantwoordelijkheid van het management erin bestaat de
continuïteit van het bedrijf te garanderen
En gezien de omstandigheden waarin een bedrijf functioneert continu
veranderen,
 Is het logisch dat het managementproces dynamisch moet zijn (zich
aanpassen).
 Goede managementprocessen verlopen dan ook via het PDCA (plan,
do, check, act) cyclus.




Hoofdstuk 2: KMO’s en ondernemerschap

, KMO: kleine of middelgrote onderneming
Grote onderneming
 Personeelsbestand: 50 FTE
 Omzet: 9 000 000 euro
 Balanstotaal: 4 500 000 euro
Jaarrekening naar volledig model 2 of 3 drempelwaarden worden
overschreden of bedrijf is beursgenoteerd
Kleine onderneming
Jaarrekening naar verkort model (hier is omzet niet zichtbaar) max 1
drempelwaarde is overschreden
Micro-onderneming
 Personeelsbestand: 10 FTE
 Omzet: 700 000 euro
 Balanstotaal: 350 000 euro
Jaarrekening naar micromodeldrempelwaarden is een kleine onderneming
die bovendien moet voldoen aan bovenstaande
Bedrijf veranderd van indeling zodra het overschrijden van 1 of
meerdere drempelwaarde zich 2 opeenvolgende jaren voordoen.
Waarom delen we het in?
Dit is voor de boekhouding
Grote onderneming  doet een T-rekening
Kleine onderneming  onderneming doet een verkort model
Micro-onderneming  doet het met micro model drempels
(Bv: kappers, broodjeszaak…)
FTE: Fulltime equivalent  een arbeidsjaar is het aantal uur dat een
werknemer volgens contract gemiddeld werkt voltijds
VTE: Voltijds equivalenten  België


Inkrimpen en uitbesteden van micro-ondernemingen (Bv: poetskantoren,
security, transport…)


Economische rol van de KMO
 Werkgelegenheid
 Ontwikkeling van nieuwe producten