100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
EBC Hoorcolleges uitwerking R130,20   Add to cart

Class notes

EBC Hoorcolleges uitwerking

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle hoorcolleges van EBC zijn uitgewerkt in dit document.

Preview 3 out of 28  pages

  • February 19, 2022
  • 28
  • 2019/2020
  • Class notes
  • ?
  • All classes
avatar-seller
Externe Beïnvloeding Cel Hoorcolleges

Introductie van cursus
Cellen reageren voortdurend op signalen van de buitenwereld, ze staan vrij aan signalen, er zijn 3
soorten signalen: endogenen, signalen van het lichaam zelf; neurale en endocriene beïnvloeding van
de cel, sympatisch- en parasympatisch zenuwstelsel; exogene beïnvloeding van de cel. Endogenen
heeft een meer gereguleerde afgifte dan exogene stoffen. Farmacologische middelen lijken op
stoffen die we zelf maken in ons lichaam. Cellen reageren op signalen, want ze zijn belangrijk voor
communicatie, dit is genoodzaakt voor een goede samenwerking tussen mensen, en dus ook tussen
cellen. Cellen en organismen moeten dus hun omgeving monitoren en er op reageren. Er is een
streven naar een optimale situatie, homeostase, op 4 niveaus: cellulair, lokaal, individueel en sociale
groep. De homeostase wordt geregeld door het meten van actuele situatie, waarden of parameters
door middel van sensoren en zintuigen. Je vergelijkt de actuele waarden met normale waarden en
dan activeer of rem je processen, zodat de normale waarde (weer) bereikt wordt. Een cel wil niets en
een cel denkt niet, een cel reageert op signalen of zendt signalen uit, omdat hij zo gemaakt is.
Signaal-transductie gaat via het SOTR concept: S, signalen, hormonen/neurotransmitters/cytokines;
O, receptoren; T, transduction, intracellulaire ‘doorgevers’; R, respons. Glucostase is de regulering
van de [glucose] in het bloed. Glucagon stuurt organen aan zodat de glucose concentratie omhoog
gaat en dat spieren en vetweefsel minder glucose gaan gebruiken. De glucose-spiegel gaat dan
stijgen. Als de [glucose] te hoog wordt, dan heb je het remmende hormoon insuline. Insuline stopt de
gluconeogenese en zorgt dat cellen glucose uit het bloed gaan halen. Glucostase is de regulering van
[glucose] in het bloed door de insuline/glucagon verhouding. Als de pancreas geen insuline meer
maakt, dan is je [glucose] in je bloed heel hoog en heb je diabetes type I. Als cellen niet ‘luisteren’
naar insuline, krijg je diabetes type II, het gaat mis in de respons, de respons is afhankelijk van het
celtype. Hetzelfde signaal kan in verschillende cellen een totaal andere respons veroorzaken. Cellen
kunnen snel of langzaam reageren op signalen: supersnel (msec), snel (sec-min) en langzaam (min-h),
vaak op transcriptieniveau. Signaal moleculen kunnen over korte of lange afstand werken: endocrien,
op korte of lange afstand op een doelwitcel in het lichaam; paracrien, vaak lokaal; neuronaal, afstand
is groot, maar de signalering is paracrien; contact-afhankelijk, het is paracrien, maar zonder fusie, er
is echt contact nodig; autocrien, signalen aan jezelf geven. Hormonen kunnen gemaakt worden uit:
 Vetzuren: bijvoorbeeld prostaglandines en endocannaboides, ze zijn vaak kort aanwezig en
hebben vaak enkel effect op de cel die het synthetiseert en de vlakbij gelegen cellen.
 Aminozuren: bijvoorbeeld thyroïde hormonen, epinephrine/adrenaline en norepinephrine/
noradrenaline worden gemaakt uit tyrosine.
 Eiwitten: grootste bron, vormt peptide hormonen = klein eiwit, zoals oxytocine en ADH.
 Steroïde hormonen: worden gemaakt uit cholesterol, zoals testosteron, progestagenen,
glcorticoïden, oestradiol en cortisol. Ze zijn belangrijk voor secundaire
geslachtsontwikkelingen en ook voor metabole activiteit. Deze signaalmoleculen binden en
activeren receptor proteïnen, die dienen als transcriptie factoren.
Om een hormoon te maken, heb je veel enzymen nodig. Er moet voldoende reserve van een
signaalstof zijn (gemaakt) of het moet snel uit universeel aanwezige substraten kunnen worden
gemaakt of geïmporteerd. Neurotransmitters en sommige hormonen worden vesiculair opgeslagen,
zoals in synaptische vesicles. Een signaal heeft een chemische configuratie die belangrijk is voor
effectieve en specifieke herkenning door een passende receptor en dus voor signaaltransductie.
Signaalmoleculen worden na een signaal snel en kwantitatief afgebroken, bijvoorbeeld door afbraak
of afvoeren of een korte levensduur. Niet testosteron, maar DHT is nodig voor mannelijke genitale
ontwikkeling, als je niet het enzym hebt voor die laatste omzetting, dan is er geen mannelijke
geslachtshormonen. Je wordt dan eigenlijk een vrouw, maar je maakt geen oestradiol, dus je krijgt

,een soort tussenvorm. De receptor moet selectief zijn voor oftewel testosteron of oestradiol. Bij
receptoren is dit zeer belangrijk, als er veel van 1 hormoon is, kan er verminderde selectiviteit zijn.
Een receptor bepaalt welke concentratie van een signaalstof een reactie veroorzaakt, ook welke
celtypen reageren op een signaalstof. Om een signaal door te geven is er conformatieverandering
van de receptor. Het uitzetten van de receptor kan als de signaalstof nog aanwezig is, dan is er
densensitisering van de receptor. Er zijn 2 soorten receptoren:
- Intracellulaire receptoren: zitten in de cel, zijn nucleaire receptoren en stikstofmonoxide
(NO)-receptoren. De stoffen komen bij de receptor door door het celmembraan te gaan, ze
zijn hydrofoob of ze zijn een gas. Een nucleaire receptor is een transcriptie-factor-gekoppelde
receptor, zoals een thyroïd- of steroïd-hormoon, die hebben bijna allemaal een intracellulaire
receptor. Binding aan de receptor leidt tot conformatieverandering. NO-receptoren zijn
gekoppeld aan een enzym, als NO bindt aan de receptor, dan wordt guanylaat cyclase actief,
het maakt second messenger cyclisch GMP, cGMP. Oestrogeenreceptoren, en andere
hormoonreceptoren zijn oplosbaar en zitten in het cytoplasma of nucleoplasma. De nucleiare
hormoonrecpeotren binden aan specifieke DNA-sequenties als respons elementen als een
dimeer. Er is een DNA-bindend domein liggend richting het centrum van de primaire
structuur. Een ander domein is een ligand-bindend domein richting de C-terminus.
- Membraan-receptoren: op het plasmamembraan, de grootste groep. Er zijn:
o Ionkanaal-gekoppelde receptoren: snelle transmissie over synapsen in het
zenuwstelsel en andere elektrische-exciteerbare cellen. Een chemisch signaal is een
neurotransmitter aan de buitenzijde van de cel, elektrisch signaal in de vorm van
verandering voltage over het plasmamembraan. De binding van een ligand aan de
receptor, die ook zonder op DNA kan binden, zorgt dat de receptor de functie kan
uitvoeren. Proteïnen die aan een receptor binden, pas nadat het aan een steroïd is
gebonden, heten coactivatoren. Sommige receptoren zijn niet actief als er geen
ligand gebonden is, doordat er een corepressor proteïne zit.
o G-proteïne-gekoppelde receptoren: het is de grootste categorie, ze hebben een G-
eiwit, en ze gaan 7 keer door het membraan. Er zijn meer dan 200 isovormen voor
hormonen en nog eens 1000 voor externe stoffen. Meer dan 30% van alle
geneesmiddelen werkt op GPCRs (G-protein coupled receptors). Hormonen binden
vaak aan meerdere types G-proteïne gekoppelde receptoren. Veel medicijnen
remmen de receptoren. Per hormoon zijn er vaak 2 of 3 receptoren, ze zijn
genummerd of krijgen een Griekse letter (op alfabetische volgorde). De licht
receptor, rodopsine, is een G-eiwit gekoppelde receptor, vitamine A is onderdeel van
het rodopsine, het onderdeel wat een foton kan detecteren. Als er licht is, dus
binding van een ligand, dan is er conformatie verandering die wordt
doorgegeven/gedetecteerd kan worden aan de binnenkant van de cel. Een GTP-
bindend proteïne wordt geactiveerd door de conformatieverandering, de G-proteïne
stimuleert de activiteit van een cascade, waardoor de [second messenger] stijgt. Een
beta-blokker zorgt dat de binding niet kan plaatsvinden, adrenaline kan niet binden,
een agonist voorkomt dat het hormoon bindt, als hij zelf bindt, dan is er geen
vormverandering. Het tegenovergestelde van een antagonist is een agonist, het geeft
dezelfde conformatieverandering.
o (tyrosine) kinase-gekoppelde receptoren: ze zijn familie van kinase-gekoppelde
receptoren en reageren veelal op groei- en differentiatie hormonen. Ze bestaan uit
dimeren met elk 1 transmembraandomein. Bij binding is er een conformatie
verandering, hierdoor wordt de receptor geactiveerd. De hormonen moeten groot
genoeg zijn om contact te maken met de 2 delen om ze te dimerizeren. De grootste

, klasse is RTK’s (receptor tyrosine-kinase), die een dimeer vormen na binding van een
ligand. Hierdoor kan er fosforylering plaatsvinden van de receptor op meerdere
plaatsen. Het G-eiwit Ras wordt op deze manier geactiveerd, deze kan via MAP-
kinases verschillende fosforyleringscascades triggeren, Ras is ook een GTP-bindend
proteïne. RTK’s gebruiken dus de Ras-MAP-kinase cascade, maar ook de PI3-kinase
route, wat Akt/PK-B activeert.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying this summary from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rebecca81. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy this summary for R130,20. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

72841 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy summaries for 14 years now

Start selling
R130,20
  • (0)
  Buy now